‘Onze geestelijke gezondheidszorg is ontoereikend’: hoogleraar psychologie Ariane Bazan over het verhaal van Siska

gezondheidszorg
‘Wat de psychische hulpverlening betreft, lijkt het vaak alsof we nog in de middeleeuwen leven’, zegt hoogleraar klinische psychologie Ariane Bazan. © Getty Images
Elisa Hulstaert
Elisa Hulstaert Redacteur

‘Na een lang traject in een falende hulpverlening heb ik besloten om binnenkort mijn strijd te eindigen met euthanasie.’ De getuigenis van Siska De Ruysscher (25), die voor euthanasie kiest wegens ondraaglijk psychisch lijden, laat niemand onberoerd. Wat zegt haar verhaal over de geestelijke gezondheidszorg in België? ‘Het hele systeem moet op de schop.’

Begin deze maand deelde Siska De Ruysscher een open brief op Instagram. ‘Ik ben Siska, 25 jaar en strijd al heel wat jaren tegen een depressieve stoornis, PTSS, hechtingsstoornis en suïcidale gedachten. Na een lang traject in een falende hulpverlening heb ik besloten om binnenkort mijn strijd te eindigen met euthanasie.’

Wat later deed ze haar verhaal in de krant De Morgen en in het VRT-duidingsprogramma De afspraak. Dat deed ze omdat ze, voor haar tijd stopt, nog iets wil betekenen voor anderen door haar ervaringen met het zorgsysteem in België te delen. ‘Waar ik als dertienjarig meisje vol goede hoop en vertrouwen mijn traject startte, zal ik nu mijn traject eindigen met een enorme teleurstelling in de hulpverlening, onmacht en kwaadheid op het systeem.’

Siska getuigt over ‘gruwelijke procedures’, ‘traumatiserende opnames’, dure psychische zorg, een gebrek aan zorg op maat met eigen inspraak, lange wachttijden, hulpverleners die slecht opgeleid lijken te zijn. ‘Had ik op mijn dertiende wel de juiste zorg gekregen, dan had ik misschien niet voor euthanasie gekozen.’

‘Een tragisch verhaal’, reageert een hoorbaar aangeslagen Ariane Bazan, hoogleraar klinische psychologie en psychopathologie aan de Université de Lorraine in Nancy, Frankrijk.

Volgens Bazan draagt het verhaal van Siska bij aan een gevoel van wanhoop over de geestelijke gezondheidszorg, maar ze geeft ook aan niet verwonderd te zijn over de euthanasie, die begin november zal plaatsvinden. ‘Vanaf 2002 is dat in ons land wettelijk toegelaten. Sindsdien, en zeker de afgelopen tien jaar, zien we dat ook jonge mensen via euthanasie sterven. Niet in grote aantallen, maar het gebeurt. En telkens heeft dat iets tragisch. Ook bij oudere mensen, trouwens.’

U noemde euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden in Knack ooit ‘wraakroepend’. Waarom?

Ariane Bazan: Omdat het aantoont hoe ontoereikend onze geestelijke gezondheidszorg is. We slagen er maar niet in om een systeem uit te bouwen dat écht een antwoord biedt op psychisch lijden. Uit die onmacht wordt dan soms voor euthanasie gekozen. Dat vind ik wraakroepend.

‘Geloof in herstel is deel van de genezing.’

Een van de voorwaarden om euthanasie te kunnen krijgen, is dat de patiënt uitbehandeld moet zijn. Zeker bij psychische aandoeningen is dat een heikele kwestie. Gelooft u dat dat kan?

Bazan: Ik denk dat je bij psychische aandoeningen nooit objectief kunt vaststellen dat iemand uitbehandeld is. Zo’n uitspraak voedt enkel het gevoel van hopeloosheid bij de patiënt én zijn omgeving. Geloof in herstel is immers deel van de genezing. Zo werkt de psyche: zonder vertrouwen dat herstel mogelijk is, blokkeert het proces.

In de geestelijke gezondheidszorg wordt het biomedische model gebruikt om mensen te helpen, maar dat model loopt compleet spaak. Dat moeten we durven uit te spreken.

‘Op een kankerafdeling kun je hoop voelen, omdat mensen wel vaker genezen en de afdeling verlaten. In de psychiatrie ontbreekt dat perspectief vaak.’

Wat bedoelt u met dat spaak lopende model?

Bazan: Sinds de jaren negentig zijn er wereldwijd miljarden gepompt in neurowetenschappelijk onderzoek, zonder dat de behandelingen wezenlijk verbeterd zijn. We blijven al jaren tegen dezelfde problemen aanlopen.

Bovendien voelen verpleegkundigen en hulpverleners in de psychiatrie zich vaak eerder bewakers dan begeleiders. Vaak moeten ze er in de eerste plaats voor zorgen dat er niets fout loopt: dat patiënten zichzelf of anderen niet schaden. Dat biedt weinig hoop en vreet aan de motivatie. Mensen trekken zich terug, er sluipt ontmoediging in het systeem. Niet uit onwil, maar omdat het project zelf niet werkt. Op een kankerafdeling kun je hoop voelen, omdat mensen wel vaker genezen en de afdeling verlaten. In de psychiatrie ontbreekt dat perspectief vaak. Wanneer iemand de afdeling verlaat, gaat het team er vaak van uit dat die persoon zal terugkomen.

Daarom moeten we durven te besluiten dat we met dat biomedische model niet op het juiste spoor zitten. We hebben een eigen model nodig.

Hoe zou dat eruitzien?

Bazan: We moeten vertrekken van het verhaal van elke mens. Mensen lijden niet aan hun diagnose, maar aan ontreddering: het gevoel buitengesloten te zijn, niet gezien te worden, niet bemind te zijn of geen plaats te hebben in de maatschappij. Of iemand nu autisme of ADHD heeft, die thema’s keren telkens terug. Toch investeren we veel geld in expertisecentra voor specifieke diagnoses, waardoor ook wachtlijsten ontstaan.

We moeten dus niet vertrekken van diagnoses, maar van wat iemand heeft meegemaakt en hoe die daarmee is omgegaan. Vaak ontwikkelen we strategieën om met trauma om te gaan: we sluiten ons af of we richten ons obsessief op een activiteit. Met behulp van een therapeut kunnen we begrijpen dat die symptomen ons tijdelijk gered hebben. Zo ontwikkelen we wat meer mildheid en zelfliefde.

Continuïteit van zorg is daarbij cruciaal. Als het met een therapeut klikt, is het nadelig om na tien sessies de therapie te onderbreken omdat het medische model dat voorschrijft.

Siska uit in haar verhaal haar frustraties over gebrekkige, dure en gefragmenteerde zorg.

Bazan: Het illustreert dat het medische model haaks staat op hoe psychologie functioneert. Het systeem van eerste- en tweedelijnszorg gaat in tegen de wetten van de psychologie. Je moet net continuïteit van zorg garanderen. Anders werk je traumatiserend en contraproductief. De manier waarop de geestelijke gezondheidszorg vandaag georganiseerd is, maakt de toestand vaak erger.

‘Meer middelen investeren in de geestelijke gezondheidszorg: dat is geld pompen in een systeem dat niet werkt.’

Heeft het dan zin om te pleiten voor meer middelen voor de geestelijke gezondheidszorg?

Bazan: Dat is geld pompen in een systeem dat niet werkt. Het model zelf moet op de schop.

Is het realistisch om dat systeem om te keren?

Bazan: Moeilijk, want alles is medisch georganiseerd: de financiering, de bevoegdheden, de beslissingsstructuren. Maar het zou moeten. Wat de psychische hulpverlening betreft, lijkt het vaak alsof we nog in de middeleeuwen leven. Dat klinkt hard, maar het is zo.

Hoe ziet u de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg?

Bazan: Ik vrees dat ze eerst failliet zal moeten gaan voor er verandering komt. De wachtlijsten, het stijgende aantal zelfdodingen, de toename van euthanasie: het zijn allemaal symptomen van een systeem dat vastloopt. Hopelijk beseffen we dat ooit, al ben ik bang dat we voorlopig zullen blijven doorduwen, omdat we het fundament van de geestelijke gezondheidszorg niet in vraag willen of durven te stellen.

Wie met vragen over zelfdoding zit, kan terecht op de Zelfmoordlijn, op het gratis nummer 1813, of op zelfmoordlijn1813.be.

Nood aan een gesprek? Dan kun je 24/7 terecht bij Tele-Onthaal op het nummer 106. Je kunt ook chatten via www.tele-onthaal.be

Jongeren kunnen terecht bij Awel op het nummer 102, of via chat op awel.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise