Obesitas: waarom is afvallen zo duur?

© getty
Han Renard

Erken obesitas als chronische ziekte, start met preventie tijdens de zwangerschap en in de kleuterklas, en zorg voor een betere terugbetaling van obesitasbehandelingen, bepleiten experts. ‘Nu helpen we alleen wie het kan betalen.’

‘Het is de pandemie onder de pandemieën’, zegt endocrinoloog Jonas De Rop, coördinator van de Obesitaskliniek van het UZ Brussel. ‘60 procent van de Belgen lijdt aan overgewicht of obesitas. Dat geldt voor geen enkele andere aandoening.’

Meer dan de helft van de Belgen is inderdaad te dik. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) presenteerde begin mei het European Regional Obesity Report 2022 met verontrustende cijfers. 60 procent van de volwassenen in Europa kampt met overgewicht (een BMI hoger dan 25) of met obesitas (een BMI hoger dan 30). Voor België geldt dat 67 procent van de Belgische mannen overgewicht of obesitas heeft, bij de vrouwen is dat 51 procent. Overgewicht en obesitas behoren tot de belangrijkste doodsoorzaken in Europa, aldus de WHO, met naar schatting 1,2 miljoen sterfgevallen per jaar. Zwaarlijvigheid maakt mensen kwetsbaar, leidt tot arbeidsongeschiktheid en geeft een verhoogd risico op ruim 200 aandoeningen, zoals diabetes, hart- en vaatziekten en kanker.

Overgewicht en obesitas behoren tot de belangrijkste doodsoorzaken in Europa, met 1,2 miljoen sterfgevallen per jaar.

Ook zorgt overgewicht voor minder levenskwaliteit. Zwaarlijvige mensen slapen slechter – slaapapneu komt veel voor –, zijn minder mobiel want ze krijgen last van heupen en knieën – en zijn vaak ook somber. ‘Overgewicht is een aanslag op je fysieke en mentale fitheid’, zegt Jonas De Rop. ‘Dat zien we bij de mensen die, meestal pas met ernstige, gevorderde obesitas en complicaties, bij ons aankloppen. We beginnen daardoor vaak te laat te behandelen. Als iemand een hartinfarct krijgt, een knieoperatie behoeft, of een depressie heeft. Maar hoe meer je de dingen op hun beloop laat, hoe moeilijker het wordt.’

Niet alleen levensstijlfactoren zoals voeding en beweging zijn van invloed op overgewicht en obesitas. Ook bijvoorbeeld het gebruik van medicatie met een gewichtverhogende bijwerking of psychische, hormonale of genetische factoren kunnen een rol spelen, naast sociale problemen zoals financiële schulden, laaggeletterdheid en eenzaamheid.

Erkenning als ziekte

De WHO pleit er al meer dan twintig jaar voor om obesitas niet alleen als een risicofactor, maar als een chronische ziekte te erkennen, net zoals diabetes. Vooralsnog is dat in ons land niet het geval. ‘Die erkenning is nochtans nodig. Obesitas voldoet aan alle criteria van een chronische ziekte’, zegt Roman Vangoitsenhoven, endocrinoloog van de Obesitaskliniek van het UZ Leuven. De arts begrijpt dat er terughoudendheid was om die erkenning te verlenen, omdat er tot voor kort maar weinig behandelingsmogelijkheden waren, behalve een maagoperatie. ‘Maar intussen is er wel wat veranderd. De laatste vijf jaar is grote vooruitgang gemaakt op het gebied van medicatie.’

Bij gebrek aan een erkenning worden – behalve de maagoperaties voor patiënten met extreme obesitas – de meeste behandelingen niet terugbetaald. Terwijl er intussen volgens de arts zeker twee goedwerkende obesitasmedicijnen op de markt zijn. ‘Patiënten verliezen hiermee 5 à 10 procent van hun lichaamsgewicht’, zegt Vangoitsenhoven. ‘Maar die medicijnen zijn duur, 150 à 250 euro per maand, en worden niet vergoed.’

‘De nieuwe medicijnen zijn duur, 150 à 250 euro per maand, en worden niet vergoed.’

En dat is jammer, vindt hij. Hoe vroeger wordt ingegrepen, hoe groter de kansen op succes. Maar vroege behandelingen worden in tegenstelling tot maagverkleiningen door de ziekteverzekering niet vergoed. Denk daarbij niet alleen aan medicatie. Ook wie in de strijd tegen overgewicht een bezoek brengt aan de psycholoog, kinesist of diëtist – bij de behandeling van obesitas komt veel meer kijken dan alleen wat minder eten en wat meer bewegen – is veelal aangewezen op de eigen portemonnee.

‘Het resultaat is dat hoogopgeleide en bemiddelde mensen met overgewicht beter worden behandeld’, zegt Vangoitsenhoven. ‘De groep die de behandeling zelf kan betalen, grijpt ook vroeger in en komt vaker naar de kliniek met een BMI die schommelt tussen de 27 en 35. Andere groepen komen vaak pas bij ons met een BMI van 40 à 50. Dan zijn er vaak al gevorderde complicaties en is de terugkeer naar een gezond gewicht veel moeilijker.’

Sociaal stigma

De endocrinoloog van het UZ Leuven pleit voor een getrapt systeem, met een ‘grondige evaluatie door de huisarts en zo nodig doorverwijzing naar een gespecialiseerd team, ‘zodat de medicijnen terechtkomen bij wie ze het meest nodig heeft’.

Zijn collega Jonas De Rop van het UZ Brussel treedt hem bij. ‘Afvallen is duur. Nu wordt geholpen wie het kan betalen. Terwijl overgewicht en obesitas juist meer voorkomen in lagere sociale klassen, waar te weinig geld en voedselgeletterdheid aanwezig is voor een gezonde levensstijl.’

Obesitas als een chronische ziekte erkennen kan ook helpen om het sociale stigma weg te nemen, zeggen deze experts. Te vaak wordt nog gedacht dat overgewicht een kwestie is van ‘eigen schuld dikke bult’ en van een gebrek aan wilskracht. Terwijl het gaat om een complex samenspel van genen, levensstijl, gedrag, hormonen en neuronen, waarover het laatste woord nog lang niet is gezegd.

Het gaat om een complex samenspel van genen, levensstijl, gedrag, hormonen en neuronen.

Ook belangrijk is te benadrukken dat het een chronische ziekte betreft, die een langdurige, soms levenslange behandeling vergt. ‘Medicatie, bijvoorbeeld, moet je minstens een jaar volhouden,’ zegt Vangoitsenhoven, ‘en vaak veel langer. Vergelijk het met pillen tegen hoge bloeddruk. Dan zeg je ook niet na zes maanden tegen een patiënt: “Het gaat beter, stop er maar mee, en hopelijk blijft het probleem nu voor altijd weg.”’

Iemand die overgewicht of obesitas heeft gehad maar is afgevallen, zal levenslang meer moeite moeten doen om op gewicht te blijven ten opzichte van iemand die nooit obesitas had. Het lichaam heeft een bepaald gewicht als ijkpunt geprogrammeerd, en gaat via allerlei mechanismen altijd terug naar dat gewicht. De Rop: ‘Het is echt ongelooflijk hoe sterk de fysiologie van je lichaam verandert bij overgewicht, en hoe hard je lichaam vervolgens dat gewicht wil vasthouden.’

Tijd voor actie

Er is volgens experts bij het indijken van de obesitaspandemie niet alleen een rol weggelegd voor behandelaars en individuen. De hele samenleving nodigt uit om ongezond te leven, door de overdadige beschikbaarheid van goedkoop, ongezond voedsel, in combinatie met te veel stilzitten en voor veel mensen ook te veel stress.

Dan komt de overheid in beeld, die meer zou kunnen sturen om te zorgen voor een gezondere voedselomgeving. Experts hebben zeker geen blind geloof in maatregelen zoals een suikertaks of een taks op ongezonde voeding tout court, maar geloven wel dat tijd van vrijblijvendheid voorbij is. Ze denken daarbij aan maatregelen als een verbod op reclame voor ongezond voedsel, meer beweging stimuleren, gezonde voeding goedkoper maken en betere afspraken met de voedingsindustrie. ‘De voedingsindustrie gaat niet vrijuit. Om de prijzen te drukken en genotsbeleving toch zo hoog mogelijk te maken, wordt overal suiker aan toegevoegd’, zegt De Rop. Duidelijke labels zouden ook helpen. ‘Je weet vaak niet wat je eet, en je wordt ook constant bedrogen. Een light-etiket, betekent heus niet dat er geen suiker in zit. Wel dat het product minder suiker bevat dan een bepaalde, door de overheid vastgelegde drempel.’

‘Je wordt constant bedrogen. Een light-etiket, betekent heus niet dat er geen suiker in zit.’

Volgens Vangoitsenhoven nemen beleidsmakers overgewicht en obesitas nog altijd niet ernstig genoeg. Tijd voor actie, vindt ook hij. Dat betekent aan de ene kant meer preventie in verband met een gezonde levensstijl. ‘Daarmee moet je eigenlijk al in de zwangerschap en in de kleuterklas beginnen. Wie als kind obesitas ontwikkelt, heeft 85 procent kans dat te houden als volwassene.’ Aan de andere kant betekent het betere zorg voor wie al ziek is. ‘Voorkomen is beter dan genezen, maar voor de 30 procent van de Belgen die vandaag gezondheidsproblemen ondervinden als gevolg van overgewicht, moet de overheid zorgen voor een gedeeltelijke terugbetaling van medicatie, diëtisten, psychologen enzovoort.’

Obesitas als een chronische ziekte erkennen houdt inderdaad de belofte in om al de mensen die eraan lijden ook echt te helpen. ‘We kunnen het nu al niet bijbenen in de kliniek’, zegt De Rop. ‘De vraag rijst de pan uit. De erkenning van obesitas als ziekte, het liefst al in een vroeg stadium, zal dus ingrijpende aanpassen vergen van ons gezondheidssysteem, om mensen te screenen, te behandelen en jarenlang te volgen. Daar moet op het allerhoogste politieke niveau, samen met experts allerhande, dringend over worden nagedacht.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content