Leven met en na corona: ‘De weerstand die we tegen het virus opbouwen, is solide’

© XAVIER TRUANT
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Iedereen snakt naar normaliteit, maar het virus verhoogt zijn besmettelijkheid. Toch is de kans groot dat we op vrij korte termijn een aanvaardbare manier vinden om ermee te leven. Onderzoek wijst uit dat de weerstand die we tegen het virus opbouwen solide is.

De centra van onze steden lopen weer vol mensen, de meesten zonder mondmasker. Aan de kust is het druk als vanouds. Een paar dagen zon creëerden de impressie dat alles weer is zoals vroeger, ondanks coronacertificaten en covid safe tickets voor reizen en evenementen. Het halve land reist lustig over de grenzen, hoewel dat vorig jaar een uitstekend recept voor nieuwe corona-uitbraken is gebleken. ‘De mensen’ palmen snel het rijk der vrijheid weer in. In onze natuurgebieden keert de rust weer – de mens trekt opnieuw naar zijn natuurlijker biotoop.

Af en toe duikt er nog een expert op om te waarschuwen dat het niet voorbij is, maar politici zijn blij dat ze ramen en deuren kunnen opengooien en de mensen weer ademruimte geven. De snelheid en het succes van de vaccinatie- campagne, zeker in Vlaanderen, heeft de indruk gewekt dat het virus onder controle is. De debatten over het verdere verloop van de strijd focussen op hoe snel de maatregelen, zoals het verplicht dragen van mondmaskers, kunnen worden afgebouwd, en of er een derde vaccinprik moet komen, al dan niet uitsluitend voor de kwetsbaarste groepen.

De Russische griep, die aan een coronavirus te wijten was, muteerde van een pandemie tot een kinderziekte.

Intussen speculeren wetenschappers over wat ons nog te wachten staat. Er zijn drie mogelijke algemene scenario’s. Het beste is dat het virus in de luwte verdwijnt, en een vijfde coronavirus wordt dat zo goed als ongemerkt in de mensheid blijft sluimeren. Het slechtste is dat het nog jaren zal duren voor we ervanaf zijn. De parallel met de Spaanse griep, die in 1918 een ravage veroorzaakte in een door de Eerste Wereld- oorlog verzwakte bevolking, is snel gemaakt. Dat virus is nooit helemaal verdwenen, maar kende in 1928 en vanaf 1934 nog dodelijke opstoten. Er waren echter geen vaccins tegen, dus de hoop is reëel dat het nu met het coronavirus niet zo’n vaart zal lopen.

Onschadelijke kinderziekte

De meeste wetenschappers gaan ervan uit dat een tussenscenario het meest voor de hand ligt. Daarin wordt het coronavirus tijdelijk iets als een griep- virus, dat vooral in de winter de kop zal opsteken zonder grote problemen te veroorzaken, zeker als er efficiënte vaccins blijven komen. Het zal elk jaar mensen doden, maar dat doet de griep ook, en daar hebben we mee leren leven. Over hoe groot de tol is die we bereid zijn te aanvaarden, heerst geen eenduidigheid. Geen enkele beleidsmaker wil zich daarover uitspreken. De limiet zal sluipend bepaald worden, vooral door het virus zelf.

Een intrigerende simulatie in het vakblad Science Advances ziet een parallel met wat er gebeurde met de zogenaamde Russische griep die in de winter van 1889-1890 wereldwijd toesloeg en veel slachtoffers maakte. Ze muteerde finaal in een zo goed als onschadelijke kinderziekte, omdat kleine kinderen de enigen waren die er geen weerstand tegen hadden. Onderzoek van de groep rond Vlaanderens bekendste viroloog, Marc Van Ranst, toonde een tijd geleden aan dat het waarschijnlijk niet om een griepvirus ging, maar om een van de vier coronavirussen die nu in de mensheid circuleren. Helaas is één cruciaal element uit het verloop van toen niet bekend: hoelang het duurde voor de Russische griep van een pandemie in een kinderziekte veranderde.

Het topvakblad Nature wijdde een analyse aan de kinderkwestie in de coronacrisis. De zeer besmettelijke deltavariant van het virus die sinds enkele maanden wereldwijd de hoofdmoot van de besmettingen vormt, treft ook kinderen meer dan de vorige varianten. Ze kunnen op die manier een reservoir zijn voor het virus, waarin het zich kan handhaven, zeker wanneer kinderen niet op grote schaal gevaccineerd zouden worden. In een worstcasescenario zou het virus op zo’n manier muteren dat het zich meer aan een leven in kinderen aanpast.

De deltavariant maakt kinderen ook makkelijker ziek na een besmetting, maar cijfers over de incidentie van zowel hospitalisatie als het risico van langetermijneffecten (‘long covid’) bij kinderen liggen ver uit elkaar. Het hangt er maar van af hoe je ‘zwaar ziek’ definieert. Als het gaat om eenvoudige symptomen, zoals vermoeidheid, die enkele maanden na infectie nog zichtbaar zijn, kan de frequentie van ‘langdurig ziek worden’ oplopen tot meer dan een derde van de geïnfecteerde kinderen. Critici waarschuwen er wel voor dat zulke symptomen dikwijls eerder aan angst voor het ziek zijn te wijten zijn dan aan de infectie zelf. Als het echter gaat om zware ontstekingsreacties die hospitalisatie vereisen, wordt volgens een studie in EClinicalMedicine slechts 0,14 procent van de besmette kinderen getroffen. Dat is een wereld van verschil.

Woonzorgcentra zullen een achilleshiel blijven in de strijd tegen het coronavirus.

Eigen volk eerst

Er groeit een consensus dat 1 procent van de geïnfecteerde kinderen vrij lang last zou hebben. De discussie draait dan om de vraag of dat veel of weinig is. Ze is van groot belang, onder meer bij de beslissing of kinderen gevaccineerd moeten worden tegen het coronavirus. Bij ons is de vaccinatie van tieners een groot succes, zeker omdat ze dan toegang krijgen tot sociale activiteiten en het leven in de school mogelijk aangenamer zal worden. De vaccinatie van kinderen, die nog altijd veel minder vatbaar zijn voor het virus dan volwassenen, is ook uitgemond in een ethisch debat over de vraag of we niet beter eerst massaal volwassenen zouden vaccineren in ontwikkelingslanden, in de wetenschap dat als we het virus daar niet onder controle krijgen er nog meer potentieel gevaarlijke virusvarianten dreigen te komen. Het valt helaas te vrezen dat hier het ‘eigen volk eerst’-principe zal doorwegen.

De eventuele vaccinatie van kinderen speelt mee in discussie over een normaal schoolleven vanaf september. De consensus is dat het heropenen van scholen de grote prioriteit moet zijn, zeker omdat een school voor veel kinderen meer is dan een plek waar ze les krijgen. Zowel Nature als Science bracht in de zomer een overzicht van de wetenschappelijke stand van zaken over dat beladen thema. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, blijken scholen geen plekken van virale superverspreiding te zijn, zeker niet als er voldoende maatregelen genomen worden zoals het dragen van mondmaskers en adequate verluchting van de lokalen. De nadelen van het dichthouden van de scholen zouden veel zwaarder doorwegen dan de eventuele nadelen van een heropening.

Zo verschuift de discussie naar een ander heikel thema: welke maatregelen moeten we handhaven om de kans op nieuwe uitbraken van het virus in het algemeen zo klein mogelijk te houden? Een analyse in New Scientist wees in dat verband op de onvoorspelbaarheid van het gedrag van mensen wanneer ze de vrijheid krijgen om zelf te beslissen wat ze zullen doen. Het is duidelijk dat het virus veel mensen zo veel angst inboezemt dat ze vanzelf meer thuisblijven en extra voorzichtig zijn wanneer ze bijvoorbeeld naar de winkel moeten. Een hand of een zoen geven als begroeting lijkt alvast tijdelijk uit het standaardgedragspatroon te zijn gebannen.

Maar wat als mensen menen dat het virus onder controle is? Zullen ze dan op drukke plekken toch mondmaskers blijven dragen, zeker nu onweerlegbaar is aangetoond dat die erg instrumenteel zijn in het verhinderen van virale transmissie? Zullen ze de quarantaine in acht blijven nemen wanneer ze symptomen van een besmetting vertonen, als ze denken dat de meeste anderen in hun omgeving gevaccineerd zijn? Zullen ze geregeld thuis blijven werken als ze opnieuw naar de werkvloer mogen, in het besef dat de werkplek in de tweede virusgolf aantoonbaar het belangrijkste element in lokale virale verspreiding was? Zullen ze frauderen met coronapassen en -tickets, en het virus zo langer in stand houden? Het zijn factoren die mee zullen bepalen of we nieuwe opstoten van het virus te verwerken krijgen.

Virale exitgolf

De beperkte rationaliteit in het gedrag van de doorsneemens indachtig, lijkt het er sterk op dat we op z’n minst nog door een ‘exitgolf’ van het virus zullen moeten voor we het hebben teruggedrongen tot een ‘griepachtig’ niveau. Er zijn naïevelingen die nog altijd hopen dat groeps- immuniteit mogelijk is, waarbij zo’n grote proportie van de mensen immunologisch beschermd is dat het virus vanzelf verdwijnt. Die optie is definitief aan diggelen geslagen door de besmettelijke deltavariant, door het feit dat er zelfs bij ons mensen zijn die zich niet willen laten vaccineren, en door de gebrekkige bereidheid van de westerse wereld om te investeren in een snelle vaccinatie van ontwikkelingslanden.

Wetenschappers zijn een superantistof op het spoor die werkzaam zou zijn tegen een brede waaier aan virussen.

In een waarschuwing in het vakblad Virulence stellen experts dat we ons in een soort wapenwedloop met het virus bevinden, waarin tot dusver geen winnaar is. We konden dankzij sociale- afstandsmaatregelen en vaccinaties gelijke tred houden met het virus, dat dankzij de evolutie van eerst de alfa- en vervolgens de deltavariant zijn besmettelijkheid het voorbije jaar verdubbeld heeft. We zijn er wel in geslaagd om alvast bij ons het aantal hospitalisaties en sterfgevallen onder controle te brengen, want de vaccins tegen het oorspronkelijke virus blijken ook de ergste gevolgen van een besmetting met de deltavariant op te vangen. Dat doet de hoop rijzen dat nieuwe virusvarianten geen grote spelbreker zullen zijn, zeker omdat er ook nieuwe vaccinvarianten op komst zijn. Niemand weet waar de eindstreep van de wedloop ligt.

Ondanks de stroom aan berichten over afnemende immuniteit na besmetting of vaccinatie dook er de laatste weken ook geruststellend nieuws op in de wetenschappelijke vakliteratuur: onze weerstand tegen het coronavirus lijkt toch goed stand te houden, zowel na infectie als na vaccinatie. Het spreekt vanzelf dat de opgebouwde bescherming door antistoffen in het bloed na maanden wat begint te tanen, maar zowel Science als Nature wees erop dat de ‘herinnering’ van het afweersysteem aan een vaccinatie of coronabesmetting waarschijnlijk jarenlang intact blijft. Mogelijk blijft ze zelfs een leven lang gelden – patiënten van het sarscoronavirus dat in 2003 eventjes de mensheid beroerde, hebben zeventien jaar na de feiten nog altijd werkzame antistoffen in hun bloed. De herinnering verhoogt de kans op een snelle reactie bij een nieuwe besmetting.

Vaccinatie zal niet iedereen volledig beschermen, en niet ieder individueel afweersysteem is even efficiënt, maar de teneur van de boodschappen in beide bladen is toch positief: ze gaan ervan uit dat de meeste mensen een immuniteit op lange termijn tegen het virus kunnen opbouwen. Immuniteit opgebouwd tegen één variant van het virus blijkt ook werkzaam te zijn tegen andere varianten, op z’n minst gedeeltelijk, wat kan volstaan om erge symptomen en zieken- huisopnames te vermijden. De reactie van onze afweer tegen coronavirusvarianten is, in de woorden van Science, ‘indrukwekkend krachtig’.

Bovendien zijn wetenschappers, volgens Nature, op het spoor van een ‘superantistof’ die niet alleen werkzaam is tegen een brede waaier aan varianten van het huidige coronavirus, maar ook tegen verwante virussen. Het zou een ‘niet eerder opgemerkt, want goed verstopt’ stukje afsluiten van het eiwit dat het virus gebruikt om cellen te infecteren. Misschien is de ontdekking een springplank voor de ontwikkeling van een supervaccin dat werkt tegen uiteenlopende aan virussen. Het is een geluk bij een ongeluk dat het coronavirus zich zo snel kan vermenigvuldigen dat het, om zich te handhaven, geen nood heeft aan ingrepen om onze afweer te omzeilen – bij het aidsvirus is dat wel het geval en daar is nog altijd geen vaccin tegen.

Tweede besmetting

Onderzoek toont aan dat een tweede infectie van eenzelfde persoon met het coronavirus zeldzaam is, zelfs op plekken waar nog niet op grote schaal gevaccineerd is. Een studie uit Britse woonzorgcentra klokte af op maximaal 2 procent van de bewoners die een tweede keer besmet werden. Volgens de resultaten in The Lancet Healthy Longevity hoefde niemand van die mensen gehospitaliseerd worden. Een tweede besmetting is in de regel een stuk minder erg dan een eerste.

De reactie van onze afweer tegen coronavirusvarianten is, in de woorden van Science, ‘indrukwekkend krachtig’.

Maar de studie werd uitgevoerd voordat de deltavariant de wereld veroverde. Een recent verslag in Science over het wedervaren in Israël – de nummer één in de wereld inzake snelle vaccinatie – is ontnuchterend: ondanks de hoge vaccinatiegraad neemt het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van een coronabesmetting er razendsnel toe. Vooral oudere mensen die vorige winter gevaccineerd werden, blijken kwetsbaar. Delta stelt hun tanende weerstand op de proef.

Woonzorgcentra zullen een achilleshiel blijven in de strijd tegen het coronavirus. De weerstand van mensen takelt af met het ouder worden, en het effect van vaccinatie is zwakker bij mensen met een verminderde weerstand. Bestuurders van wzc’s zullen dan ook zorgvuldig moeten nadenken over welke risico’s ze willen nemen voor hun bewoners. Nergens zal de balans tussen het welzijn van sociale contacten enerzijds en het risico van ernstige besmettingen anderzijds wankeler blijven dan in woonzorgcentra.

We mogen er gelukkig op rekenen dat de wetenschappelijke wereld niet op haar lauweren zal rusten nu we goed op weg zijn om het coronavirus aan banden te leggen. Er zijn concrete aanwijzingen dat er doeltreffende medicatie op komst is, waarmee minstens kan worden vermeden dat kwetsbare besmette mensen in het ziekenhuis opgenomen moeten worden. Er wordt ook koortsachtig gezocht naar antivirale middelen die multi-inzetbaar zijn, zodat ze ook voor de behandeling van besmettingen met nieuwe virussen kunnen worden gebruikt. Want het is glashelder dat we permanent waakzaam zullen moeten blijven. Waakzaam voor uitbraken van varianten van het huidige coronavirus én van nieuwe virussen. Virologie zal een essentiële component van het mens-zijn blijven. We zullen niet alleen met virussen moeten leren leven, maar ook met virologen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content