Hoe professor Chris Barnard vijftig jaar geleden de eerste harttransplantatie van de Amerikanen stal

Chris Barnard aan de operatietafel. 'Hij legde de apartheidsregels naast zich neer.' © BelgaImage

Op 28 mei begint de week van het hartritme. Weinig artsen bezorgden de wereld zo de hartenklop als de Zuid-Afrikaan Chris Barnard, die 50 jaar geleden de eerste geslaagde harttransplantatie bij een mens uitvoerde. Een terugblik, samen met wereldautoriteit Hugo Vanermen, die Barnard twee dagen voor diens dood nog ontmoette.

Beaufort-Wes is niet meer dan een vlek in de Grote Karoo-woestijn van Zuid-Afrika. Het ouderlijke huis van de beroemdste hartchirurg ter wereld oogt armoedig. Kanslozer dan hier, in het gezin van een predikant van de zwarte armenparochie, kun je niet geboren worden. Toch sloeg Christiaan Neethling Barnard op 3 december 1967 de planeet met verstomming met de eerste geslaagde harttransplantatie bij de mens.

Sinds die première in Kaapstad zijn er wereldwijd meer dan 130.000 harten getransplanteerd. Door zijn toen omstreden experimentele ingreep met hoogst onzekere uitkomst kreeg Chris Barnard de hele wereld over zich heen, zowel ten goede als ten kwade. De primeur maakte van hem meteen een wereldster. Daags na de bekendmaking landde er vanuit de VS een chartervliegtuig vol perslui die het Groote Schuur-ziekenhuis wekenlang belegerden.

Voor Barnard betekende het het begin van een decennialange mediastorm waaraan niet te ontsnappen viel. ‘Het werken werd mij zo ongeveer onmogelijk gemaakt’, zei hij later over die plotse omslag in zijn leven. Maar Barnard hield zelf ook van de camera’s, hij bezat een natuurlijk charisma en bespeelde de media alsof hij nooit anders had gedaan. ‘In mijn omgang met de pers wilde ik altijd eerlijk zijn en mezelf blijven. Ik wilde geen beeld ophangen van een man die ik niet ben.’

Niemand kan zich voorstellen hoe verschrikkelijk eenzaam ik me voelde toen ik voor het eerst in een lege borstkas zonder hart staarde

Chris Barnard

De paus, presidenten en koningen ontvingen Barnard met alle honneurs, en hij liet het zich allemaal welgevallen. Hij wist zich constant omringd door beroemd vrouwelijk schoon – Grace Kelly, Sophia Loren, Gina Lollobrigida en prinses Diana, om enkelen te noemen -, en als notoir rokkenjager had hij daar volstrekt geen bezwaar tegen. Drie huwelijken met steeds jongere bruiden leverden Barnard evenveel scheidingen en zes kinderen op. ‘In 1967 verloren we hem aan de wereld’, zei Barnards oudste dochter Deirdre ooit.

Zijn chirurgische krachttoer leverde hem ook striemende kritiek op, vooral van cardiologen uit de Verenigde Staten: zij vonden dat Barnard onverantwoord grote risico’s had genomen. In de VS hadden Norman Shumway, Richard Lower en Adrian Kantrowitz eind 1967 al meer dan 500 harttransplantaties bij laboratoriumhonden op hun naam staan, Barnard en zijn team slechts 48. De Amerikaanse chirurgen hadden de operatietechnieken veel beter in de vingers en deden grondig research naar afstotingsverschijnselen. Sommige van hun getransplanteerde honden leefden langer dan een jaar, de langste overlever van Barnards honden trok het amper tien dagen. Immunologie stond nog in de kinderschoenen. Pas twintig jaar later, na de ontdekking van cyclosporine, zouden medici het probleem van afstoting onder controle krijgen.

Shumway, Lower en Kantrowitz waren in een nek-aan-nekrace verwikkeld, en het sprak voor zich dat de prestigieuze primeur van de eerste harttransplantatie bij de mens een Amerikaanse aangelegenheid zou worden. Met Chris Barnard uit het verre Kaapstad hield niemand rekening. Toch was hij degene die op de covers van Time, Newsweek en Life Magazine zou staan.

Trillende vingers

Waarom Chris Barnard? Waarom in Kaapstad? ‘Omdat het kon’, antwoordde hij daar zelf zonder enige pretentie op. ‘Omdat hij er het lef toe had en grenzeloos ambitieus was’, zegt iedereen die hem goed kende. ‘Hij zette als eerste de stap die niemand bereid was te nemen’, weet Susan Vosloo, de eerste vrouwelijke hartchirurg van Zuid-Afrika.

Voor Barnard was die eerste harttransplantatie een logische evolutie na negen jaar hartchirurgie. ‘De jaren ervoor hadden we geleerd om een beschadigd hart te herstellen, maar wanneer het niet hersteld kon worden, verloren we de patiënt. Transplantatie was de natuurlijke volgende stap in ons denken. Alleen kan niemand zich voorstellen hoe verschrikkelijk eenzaam ik me voelde toen ik voor het eerst in een lege borstkas zonder hart staarde. Er heerste absolute stilte in de operatiezaal, de spanning was te snijden, het leek alsof de duisternis was ingetreden. Mijn grootste zorg was of het ingeplante ruilhart zou beginnen te kloppen. Toen het na enkele elektroshocks opnieuw aan de gang ging, was het alsof het licht weer aanging…’ (schiet vol)

Chris Barnard en prinses Grace van Monaco. 'De vrouwen smolten voor hem.'
Chris Barnard en prinses Grace van Monaco. ‘De vrouwen smolten voor hem.’© Gamma-Keystone via Getty Images

Uiteraard kun je Chris Barnard geen prutser noemen, maar een briljant chirurg was hij evenmin. Zijn vier jaar jongere broer Marius, die deel uitmaakte van het transplantatieteam, gold technisch gesproken als de betere hartchirurg. Louis Wachkansky, de eerste patiënt die Chris Barnard een ruilhart bezorgde, dichtte hem gouden handen toe. Toch is niets minder waar. Barnard had ernstig last van artritis in zijn handen, wat hem tijdens openhartoperaties vaak trillende vingers, een onvaste hand, veel ongemak en ergernis bezorgde. Zijn team onderging lijdzaam zijn woede-uitbarstingen die er het gevolg van waren. ‘Ik was een moeilijk man om mee samen te werken, ik ontplofte de hele tijd’, gaf hij aan het eind van zijn leven toe. ‘Maar ik gooide het er tenminste uit. Als je alles opkropt, krijg je het aan je hart.’ (lachje)

Andere karaktereigenschappen en kenmerken brachten Barnard tot zijn medische mijlpaal. Hij stond bekend als een ongelooflijk harde werker. Voor zijn chirurgische specialisatie in Minnesota had hij maar twee jaar nodig, waar anderen er zes jaar over deden. Hij beschikte over een snel en scherp verstand. Lang voor zijn eerste harttransplantatie had Barnard daarmee al medische grenzen verlegd. Zo vond hij de oorzaak van aangeboren atresie, tot dan een levensbedreigend defect in de darmen van borelingen, en bedacht hij er een remediërende ingreep voor. Ook in de behandeling van tuberculaire meningitis verzette hij de bakens. Hij ontwikkelde een nieuwe hartklep, de UCT-hartklep, en was de vader van verschillende chirurgische technieken om hartkwalen operatief te corrigeren. Voeg daarbij een zelden vertoond doorzettingsvermogen, een torenhoge ambitie, ongezien veel lef, et voilà.

Hersendood

De verbijsterde Amerikaanse collega’s bij wie Barnard het vak had geleerd en die hij met zijn wereldprimeur te snel af was geweest, voelden zich bestolen. Barnard reageerde laconiek: ‘Je kunt niet eeuwig blijven talmen. Op een gegeven moment moet je met je klinisch onderzoek uit het lab durven te komen en het in de operatiezaal in de praktijk brengen.’ De Amerikanen beschuldigden hem van een gewetenloze misdaad. In de VS werd de dood juridisch gedefinieerd als het ontbreken van een hartslag. Daardoor gold het wegnemen van een nog kloppend hart bij een donor als moord.

In Zuid-Afrika liet de wetgeving meer speling toe. Daar werd iemand dood verklaard wanneer minimaal twee dokters de dood hadden vastgesteld. Dat bracht Barnard op het geniale idee om een nieuwe medische term te introduceren: hersendood. Iemand bij wie alle vitale hersenfuncties zijn uitgevallen, maar van wie het hart nog klopt, leeft die nog? Of is die al dood? ‘Als iemand hersendood is, is hij dood. Punt uit’, stelde Barnard. Die medisch-ethische terminologie liet hem toe om een nog kloppend hart bij een donor weg te nemen en als ruilhart in een recipiënt over te planten.

Louis Washkansky, de man met het eerste ruilhart. 'Barnard had gouden handen.'
Louis Washkansky, de man met het eerste ruilhart. ‘Barnard had gouden handen.’© Bettmann Archive

Chris Barnard had dan wel het voordeel dat hij de mildere Zuid-Afrikaanse wetgeving in zijn voordeel kon ombuigen, voor de rest was het geïsoleerde apartheidsregime eerder een vloek dan een zegen in de race om de eerste te zijn. Medische tijdschriften uit Amerika met de nieuwste ontwikkelingen op het vlak van hartchirurgie bereikten Kaapstad in pre-internettijden pas zes weken na hun verschijnen. De apartheidsregels verboden Barnard ook om het hart van een zwarte naar een blanke te transplanteren of omgekeerd. Twee weken voor de uiteindelijke primeur was er voor Louis Wachkansky – die met nog amper een derde van zijn hartcapaciteit letterlijk op sterven lag – een geschikte donor gevonden. De patiënt was zelfs al geschoren en ingewreven met judium toen Barnard, scalpel in de aanslag, een no-go van de ziekenhuisdirectie kreeg. Een zwarte donor voor een levensreddende harttransplantatie bij een blanke? Uitgesloten!

Barnard gehoorzaamde die eerste keer, maar het was meteen ook de laatste keer. Bij zijn tweede harttransplantatie, die op tandarts Philip Blaiberg een kleine maand later, deed hetzelfde probleem zich voor: zwarte donor, blanke ontvanger. Dit keer legde Barnard de rassenwetten naast zich neer, en opereerde hij zonder aarzelen. In de nasleep van die rassenrel besloot de hartchirurg om de identiteit van zijn donors nooit meer te onthullen. Zo was hij meteen van alle racistische overheidsbemoeienissen af. Zijn idee om donoranonimiteit te garanderen, vond in medische kringen meteen wereldwijde navolging.

Middelvinger

Als gevolg van zijn apartheidspolitiek was Zuid-Afrika de paria op het internationale toneel. Het land werd geboycot door de rest van de wereld, maar voor de blanke regering vormde Barnards première een unieke gelegenheid om op een positieve manier het wereldnieuws te halen. Op kosten van de Kaapse provinciale overheid ging Barnard op tournee in binnen- en buitenland, en zijn grote ego liet zich met graagte strelen. Het apartheidsregime pronkte met Chris Barnard.

Werd hij daarbij gebruikt en zelfs misbruikt als goodwillambassadeur? Ongetwijfeld. Toch belette het hem niet om zijn afkeer van de apartheid veelvuldig in het openbaar te ventileren. Hij gebruikte zijn naam en faam, zijn invloed en overtuiging om de rassenscheiding in het Groote Schuur-ziekenhuis te slopen. Als enig diensthoofd werkte hij, tegen alle regels in, nauw samen met zwarten en kleurlingen. Hij kwam op voor zijn personeel en eiste gelijk loon voor gelijk werk; in de regel kregen nie-blankes minder betaald. Op zijn afdeling lagen blanke en zwarte patiënten broederlijk naast elkaar. Barnard trok zich niets aan van de geldende medische, sociale of politieke conventies.

Chris Barnard had zo onwaarschijnlijk veel empathie dat iederéén zijn hart aan hem had afgestaan

Hugo Vanermen

Die opgestoken middelvinger tegen de apartheid was het gevolg van zijn jeugd in Beaufort-Wes. Als zoon van een arme predikant van de Nederduits Gereformeerde Kerk in de zwarte gemeenschap daar werd hij door blanke dorps- en leeftijdsgenoten met de nek aangekeken. Ze weigerden de Barnards zelfs een hand te geven omdat ze met kleurlingen ‘in aanraking’ kwamen.

Tijdens zijn tweede huwelijksreis, een trip met de befaamde Blue Train van Kaapstad naar Johannesburg, werd de trein in zijn geboorteplaats staande gehouden door honderden enthousiaste dorpelingen. ‘Valt het jullie ook op dat er geen enkele blanke bij is?’ vroeg hij fijntjes aan zijn (uitsluitend blanke) medereizigers.

Het belang van zijn patiënten stond steeds voorop, ongeacht hun huidskleur. Hij heeft honderden arme zwarte kinderen met aangeboren hartaandoeningen gratis geopereerd. Tijdens een griepepidemie in 1971, die het grootste deel van zijn assistenten trof, vroeg hij de ziekenhuisdirectie om zwarte verpleegkundigen in het operatiekwartier te mogen inschakelen. Toen dat werd geweigerd, belde hij naar toenmalig premier John Vorster. ‘ Njet, ‘ klonk het ook op het kabinet van de eerste minister, ‘dat is tegen de wet.’ Barnard legde zich er niet bij neer: ‘Als jullie dit niet toestaan in het belang van de patiënten, dan neem ik een van de drie topjobs aan die mij in de VS zijn aangeboden.’ Even later kreeg hij bericht van Vorster zelf: ‘Doe wat je niet laten kunt, maar vertel het aan niemand.’

De laatste vraag

De vijftigste verjaardag van de eerste harttransplantatie door Chris Barnard werd in Kaapstad, en bij uitbreiding in heel Zuid-Afrika, uitgebreid gevierd. Plechtigheden alom: het splinternieuwe Christiaan Barnard Memorial Hospital opende zijn deuren; in het Groote Schuur-ziekenhuis werd het Heart of Cape Town Museum gerenoveerd en uitgebreid; er verscheen een nieuwe biografie, Christiaan Barnard: The Surgeon who Dared, geschreven door David Cooper, een chirurg uit zijn transplantatieteam. Kranten, tijdschriften, websites, radio- en tv-stations kwamen woorden en beelden te kort om de uitverkoren zoon des vaderlands te eren. En nadat alles gezegd, geschreven, gepubliceerd en uitgezonden was, bleef de conservator van het museum in het Groote Schuur-ziekenhuis met één vraag zitten. Om daarop het antwoord te vinden, toonde hij me een foto van twee chirurgen in een operatiezaal. ‘Dit is de laatste foto die van dokter Barnard is genomen’, vertelde hij. ‘In België, twee dagen voor zijn dood. Wie is die andere man, en wat deed Barnard in jullie land?’

De Belgische connectie

Het blijkt om de Belgische hartchirurg Hugo baron Vanermen te gaan. Na zijn carrière in Aalst maakte hij omzwervingen langs het UZ Saint-Luc in Brussel, het Institut Mutualiste Montsouris in Parijs, de Clinica Sant’Anna in Catanzaro en Klinik im Park in Zürich, waar hij jonge hartchirurgen begeleidde. Nu is hij nog verbonden aan het European Hospital in Rome en het UZ Brussel.

Hugo Vanermen en Chris Barnard. 'Hij heeft zijn charisma ten volle benut.'
Hugo Vanermen en Chris Barnard. ‘Hij heeft zijn charisma ten volle benut.’

Vanermen is wereldberoemd als hartklepchirurg en is een pionier van de minimaal invasieve hartchirurgie. Bij koning Albert II plaatste hij achttien jaar geleden een viervoudige overbrugging voor kransslagadervernauwingen. Heel onlangs behandelde hij onze vorige vorst opnieuw voor aortaklepstenose.

Eind jaren negentig wist Vanermen een revolutionaire chirurgische techniek te perfectioneren. Daardoor hoeft voor de meeste hartklepoperaties de borstkas niet langer opengezaagd te worden en kan er via een minimale snede van twee centimeter en twee canules in de lies geopereerd worden.

Zijn titel van baron heeft hij te danken aan zijn baanbrekende wetenschappelijke werk. In een Israëlische tv-documentaire legde Barnard uit wat zijn bezoek aan dokter Vanermen inhield. ‘Het type interventie dat ze hier doen, is van veel grotere betekenis voor de behandeling van hartziekten dan een harttransplantatie. Dit is zelfs een veel belangrijkere uitvinding dan het transplanteren van een hart.’

Dokter Barnard was dus nieuwsgierig naar de mede door u ontwikkelde techniek van minimaal invasieve hartchirurgie?

Hugo Vanermen:Dat klopt. Eind augustus 2001 kwam hij met een ploeg Israëlische journalisten naar Aalst, waar ik toen werkte. Het belangrijkste aspect van mijn techniek is dat het hart wordt bereikt door een heel kleine opening tussen twee ribben. Het borstbeen hoeft dus niet meer doormidden te worden gezaagd, wat veel comfortabeler is voor de patiënt. Via die minimale snede verbinden we de patiënt dan met een hart-longmachine zodat het hart stilgelegd en geledigd kan worden. Zo kunnen we via een ingebrachte camera nagaan of er hartkleppen vervangen of hersteld moeten worden. Dat intrigeerde Barnard. Met die tv-ploeg in zijn kielzog was hij de hele dag niet uit het operatiekwartier weg te slaan. Hij was gefascineerd door de manier waarop ik via een kijkoperatie hartkleppen herstelde en communicaties tussen twee voorkamers sloot. Op zijn leeftijd, hè, hij was 78 toen!

Wat veel pioniers kenmerkt, is een onvoorstelbaar grote nieuwsgierigheid: altijd meer willen weten, verder denken en gaan. Albert Einstein zei ooit: ‘Genieën bestaan niet, er bestaan alleen heel erg nieuwsgierige mensen.’ Barnard had die eigenschap ook nog altijd, en hij was bovendien joviaal, met die eeuwige glimlach van hem. Ik vond het een bijzonder aangename ontmoeting. ’s Avonds zijn we samen iets gaan eten, en toen vertelde hij me dat hij ’s anderendaags naar Cyprus zou vliegen. Twee dagen later vernam ik via de radio dat hij daar dood was teruggevonden in een ligstoel bij het zwembad van zijn hotel. Dat heeft me erg aangegrepen.

Hoe professor Chris Barnard vijftig jaar geleden de eerste harttransplantatie van de Amerikanen stal

Kunt u zich nog herinneren wat die eerste harttransplantatie destijds teweegbracht? Is ze echt vergelijkbaar met andere mijlpalen uit de twintigste eeuw, zoals de eerste atoombom of de eerste man op de maan?

Vanermen:Ik was achttien en was pas begonnen aan mijn studie geneeskunde. Die eerste harttransplantatie fascineerde me enorm. Ik heb dat van a tot z gevolgd. Daarna heb ik nooit meer een seconde getwijfeld om mijn ambities als hartchirurg waar te maken, hoewel die specialisatie toen nog in de kinderschoenen stond. Op medisch en maatschappelijk vlak was het baanbrekend omdat de pioniers – Barnard was niet alleen – op het idee zijn gekomen om een ziek hart dat meer dan de helft van zijn capaciteit was verloren en waarbij de patiënt ten dode was opgeschreven, te vervangen door het gezonde hart van een donor. Op die manier verhoog je het debiet van het rondgepompte bloed direct van twee naar vijf liter per minuut. Dan hebben we het letterlijk over een revival. De eerste harttransplantpatiënten stonden op de drempel van de dood, op het moment dat hun lever, nieren en longen al enorm te lijden hadden gehad. De omkeerbaarheid van de schade in die organen was een groot vraagteken.

Er is daarna een hele controverse ontstaan over het feit of de tijd rijp was voor zo’n harttransplantatie. Ik blijf erbij dat die vraag irrelevant is: zonder transplantatie waren die mensen de week erna sowieso gestorven.

De primeur kwam Barnard op felle kritiek te staan, vooral van Britse en Amerikaanse hartchirurgen die een transplantatie voorbarig en onverantwoord vonden.

Vanermen:Ik heb bewondering voor Barnard, voor wat hij gedurfd en gedaan heeft. Hij was in de jaren vijftig naar Minnesota, toen een gerenommeerd hartinstituut, gegaan om daar chirurgie te leren. Barnard heeft zeker geprofiteerd van het pionierswerk van Shumway en Lower in Minneapolis en Stanford. Hoewel hij lang niet zo ver stond als zijn Amerikaanse leermeesters is Barnard hen met zijn ongebreidelde ambitie te snel en te slim af geweest. Hij wilde absoluut de eerste zijn. Zuid-Afrika was op dat moment voor de Amerikanen een derdewereldland, en Shumway heeft Barnard nooit voor vol aangezien. ‘Wat komt dat Zuid-Afrikaans boerke hier bij ons zoeken?’, dat was de teneur. Tussen Barnard en Shumway is een rivaliteit ontstaan die niet altijd gezond was. De Amerikanen waren natuurlijk ook gefrustreerd doordat zij gevangen zaten in een web van medisch-legale problemen: het wegnemen van een nog kloppend hart stond er gelijk met moord. Amerikaanse chirurgen zijn daarvoor daadwerkelijk voor de rechter gedaagd en zelfs veroordeeld. En aan het andere eind van de wereld loste die dekselse Barnard dat simpelweg op door de term hersendood te introduceren! Shumway is altijd verbitterd gebleven dat Barnard hem die primeur door de neus heeft geboord.

Shumway is altijd verbitterd gebleven dat Barnard hem die primeur door de neus heeft geboord

Barnard kon van bij het begin geweldige slaagcijfers voorleggen: ‘100 procent overleving, 0 procent mortaliteit’. Terwijl de Amerikanen de mislukkingen opstapelden en aanvankelijk geen twee overlevenden op de tien hadden.

Vanermen:Vandaag wordt pas dertig dagen na een operatie gesproken van ‘overleving’. Dat is de internationale norm. Louis Wachkansky, Barnards eerste transplantpatiënt, stierf na achttien dagen aan longontsteking. Zijn tweede, Philip Blaiberg, heeft nog negentien maanden en vijftien dagen geleefd. Het slaagcijfer dat hij voorlegt, is dus wat geflatteerd, maar goed. In elk geval heeft Barnard zichzelf in de bloemetjes gezet, en de apartheidsregering is erbovenop gesprongen om de wereld te tonen dat Zuid-Afrika geen derdewereldland maar een hoogontwikkelde staat was. Barnard was ook een eergierig man die zich maar al te graag in dat mediacircus wentelde. Dat wordt hem verweten – grotendeels terecht.

Bij de laatste experimentele harttransplantatie in het Groote Schuur-ziekenhuis was Barnard in de States op mediatournee en dreigde zijn team zelfs zonder hem te opereren. Pas na dat dreigement keerde hij spoorslags terug.

Vanermen:Charisma in de geneeskunde is iets heel krachtigs, en hij heeft dat ten volle benut. Ik som de drie belangrijkste kwaliteiten van een dokter op, in de juiste volgorde. Ten eerste: beschikbaarheid. Een dokter die zijn telefoon niet opneemt of zijn deur niet opendoet, bestáát niet. Ten tweede: empathie. Voel je mee met iemands lijden? Wil je als dokter alles voor hem doen en toon je dat ook? Ten derde: competentie. Ik ken dokters die zeer competent zijn, maar de eerste twee eigenschappen missen. Zij staan nergens. Ik ken helaas ook dokters die bijzonder beschikbaar en empathisch zijn, maar niet altijd even competent. Maar de mensen maken dat onderscheid niet – ze kúnnen dat vaak ook niet. Chris Barnard had zo onwaarschijnlijk veel empathie dat iedereen zijn hart aan hem had afgestaan. Niet voor niets stond hij wereldwijd bekend als womanizer.

Van de verpleegsters tot Miss Universe: ze gaven hem in elk geval figuurlijk hun hart.

Vanermen:Ze smolten voor hem! In 2000 bezochten Barnard en ik een medisch congres in Parijs. Toen hebben we samen de Sellerie Hermès bezocht. Iedereen kent Hermès tegenwoordig als luxemerk, maar ooit is het begonnen als zadelmakerij. Die bevindt zich nog altijd op dezelfde plaats, in de rue du Faubourg Saint-Honoré, waar ook de winkel is. Toen we daar samen liepen, 32 jaar na zijn eerste harttransplantatie, zag je de mensen elkaar aanstoten: ‘Dat is ‘m, daar is hij.’ Hij genoot zichtbaar van al die aandacht. Chris Barnard is uitgegroeid tot een van de grote helden van de twintigste eeuw – en niet zonder verdienste, dat zal ik altijd blijven benadrukken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content