Niels Morsink

‘Groenten, fruit en frisdrank: de onzichtbare ongelijkheid achter het obesitas-probleem’

Niels Morsink Kernlid van Denktank Minerva

‘Internationaal bekeken doet België het goed, maar de blijvende sociaaleconomische ongelijkheid maakt een aanhoudende strijd tegen obesitas cruciaal’, schrijft Niels Morsink van Denktank Minerva.

Volgens recente cijfers van Unicef blijft het aantal kinderen met obesitas of overgewicht in België stabiel. In Europees perspectief scoort ons land zelfs relatief goed: alleen Nederland, Denemarken en Frankrijk tellen een lager percentage 15-jarigen met overgewicht.

Maar achter dat gunstige beeld schuilt een ander verhaal. In België weegt sociaaleconomische ongelijkheid zwaar door: kinderen uit arme gezinnen hebben dubbel zo vaak obesitas als kinderen uit rijke gezinnen.

Groenten, fruit en frisdrank

Uit de OESO-studie Health at a Glance 2024 blijkt dat Belgen – zowel jongeren als volwassenen – bij de Europese koplopers horen in het dagelijks eten van groenten en fruit. Dat is een belangrijk voordeel in de strijd tegen overgewicht, want fruit en groenten bevatten veel vezels, water en voedingsstoffen, maar weinig calorieën. Toch is er ook een keerzijde: Belgische jongeren behoren tegelijk tot de Europese top als het gaat om het dagelijks drinken van frisdrank.

Te weinig beweging

Ook beweging blijft een zwakke plek. Een Sciensano-studie toont aan dat slechts 31 procent van de kinderen tussen 3 en 9 jaar voldoende beweegt. Bij adolescenten zakt dat cijfer zelfs naar 19 procent. Daarbij speelt opnieuw de sociale achtergrond een rol: kinderen van hoogopgeleide ouders bewegen gemiddeld meer en brengen minder tijd door achter schermen dan hun leeftijdsgenoten uit gezinnen met een lager opleidingsniveau.

Volwassenen volgen hetzelfde patroon

Die ongelijkheid zet zich door op volwassen leeftijd. Hoe ouder we worden, hoe groter de kans op overgewicht. Volgens de Voedselconsumptiepeiling van Sciensano heeft 49 procent van de Belgische volwassenen overgewicht, en lijdt 18 procent aan obesitas. Bij kortgeschoolden loopt dat cijfer op tot 56 procent, tegenover 36 procent bij hooggeschoolden.

Gevolgen voor gezondheid en levensverwachting

Obesitas verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en bepaalde kankers. De kloof in overgewicht vertaalt zich dan ook in een kloof in levensverwachting. Op 25-jarige leeftijd bedraagt het verschil in gezonde levensjaren tussen laag- en hoogopgeleiden 10,5 jaar voor mannen en 13,4 jaar voor vrouwen. Bovendien is de kloof in totale levensverwachting sinds 2011 nog toegenomen.

Strijd van levensbelang

Internationaal bekeken doet België het dus goed, maar de blijvende sociaaleconomische ongelijkheid maakt een aanhoudende strijd tegen obesitas cruciaal. En die moet zo vroeg mogelijk beginnen. De Hoge Gezondheidsraad adviseerde al in 2022 maatregelen zoals een strikte beperking van marketing van ongezonde voeding gericht op kinderen, fiscale prikkels die gezonde voeding aantrekkelijk maken, en het aanbieden van gezonde schoolmaaltijden.

Alleen zo kunnen we vermijden we dat een ogenschijnlijk gunstige statistiek ons blind maakt voor de groeiende kloof achter de cijfers.

Niels Morsink is kernlid van Denktank Minerva.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise