Vrije Tribune
‘Het wordt tijd voor een “new deal” voor de tandartspraktijk’
‘De uitdagingen op vlak van mondzorg in België zijn groot’, benadrukken vier Gentse specialisten uit de eerstelijns mondzorg. Ze roepen minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke om hierop een antwoord te formuleren, zoals hij dat ook wenst te doen voor de huisartsen.
Op 3 plaatsen in Vlaanderen komt een spoeddienst voor wie dringende tandzorg nodig heeft, dit als innovatief antwoord op het tekort aan tandartsen. Men ziet hierin een gat in de markt. Over dit nieuwe initiatief lezen we in een interview in Het Nieuwsblad met prof dr Geert Hommez: “Voor een routinecontrole moet je niet aankloppen bij Denturgent, we zullen alleen dringende tandzorg doen”. De intenties van Denturgent zijn oprecht, want verder lezen we: ”We mogen niet tolereren dat mensen met tandpijn niet snel geholpen worden.” Men wil een snelle dienst verlenen aan patiënten met dringende pijnklachten én aan de overbezette tandartsen met overvolle agenda’s en lange wachttijden.
Wat echter ook pijn doet, is dat men er onmiddellijk bij vermeldt dat het onvermijdelijk is dat de kost voor de patiënt hoger zal zijn dan bij de gemiddelde tandarts, goed wetende dat tandartskosten voor heel wat Belgen nu al als moeilijk betaalbaar worden ervaren waardoor mondzorg uitgesteld wordt.
Gezondheidszorg is in principe ‘zorg dragen voor gezondheid’ maar initiatieven zoals Denturgent illustreren hoe men jammer genoeg in onze gezondheidszorg vooral focust op het genezen van ziekte. Dit is natuurlijk nodig, maar de balans geraakt verstoord als niet evenveel focus wordt gelegd op het voorkómen van ziekte, op preventie.
(Lees verder hieronder.)
Kennis en wetenschap over het voorkomen van mondaandoeningen zoals tandbederf en tandvleesaandoeningen zijn de laatste decennia enorm vooruitgegaan. We weten dat een gebrek aan preventieve zorg en follow-up uiteindelijk leidt tot complexere problemen en stijgende kosten voor de patiënt én de gemeenschap. Wij hebben echt geen extra bewijs meer nodig om te kunnen starten met een goed preventiebeleid. (Pitts, Grant, Hinrichs-Krapels, & Mazevet, 2017). Het belang van gezondheidsvaardigheden, (preventieve) mondzorg en adequate mondhygiëne voor de algemene gezondheid en kwaliteit van leven van mensen is algemeen bekend en voldoende wetenschappelijk aangetoond.
De uitdagingen op vlak van mondzorg in België zijn echter groot: er is niet alleen het capaciteitsprobleem bij tandartsen, zowel tandartsen als patiënten ervaren wederzijdse drempels (financiële, administratieve, culturele en taalbarrières, beperkte gezondheidsvaardigheden, enz.). Bovendien is het Belgische systeem van betaling per prestatie zeer complex en weinig transparant, en zijn de kosten moeilijk vooraf te voorspellen. Dat bemoeilijkt de toegankelijkheid van zorg voor veel patiënten.
Vandaar dat in verschillende Vlaamse steden en gemeenten het Vlaams Instituut Gezonde Mond, Wijkgezondheidscentra, en andere organisaties uit zorg en welzijn reeds actief zijn op vlak van toegankelijke mondzorg en met projectmatige interventies de gezondheidskloof op het vlak van mondzorg trachten te dichten, vaak met steun van de (boven)lokale overheid.
Om ons doel van kwaliteitsvolle, rechtvaardige en kostenefficiënte mondzorg te realiseren met een aanbod dat dekkend is voor de vraag van de gehele bevolking én met garantie voor aantrekkelijke werkomstandigheden voor de zorgverstrekker, dringt een “new deal” voor de tandartspraktijk zich op.
We zien immers veel parallellen met de uitdagingen voor de huisartsenpraktijk, waarop minister Vandenbroucke een antwoord wenst te formuleren. Een “new deal“ voor mondzorg vergt heel wat gelijkaardige maatregelen ten voordele van voldoende en goed verspreide praktijken, het verbeteren van de toegankelijkheid voor de patiënt , het inzetten op een geïntegreerd praktijkmodel en een evenwichtig financieringsmodel..
Een gemengd financieringsmodel van betaling per prestatie en forfaitaire betaling stimuleert de shift van curatie naar preventie en naar kwaliteitsvolle zorg die erop gericht is om het behoud van een goede mondgezondheid te belonen.
Daarbij aansluitend stelt een aangepast praktijkmodel de tandarts in staat om meer patiënten te zien door samen te werken met nieuwe zorgberoepen zoals de mondhygiënisten die een deel van de preventieve taken van de tandarts zo autonoom mogelijk kunnen overnemen. Mondhygiënisten zijn beter opgeleid dan tandartsen om aan de stoel én in de gemeenschap werk te maken van de gezondheidsvaardigheden van de bevolking en de eigen patiëntenpopulatie. Het is immers aangewezen dat binnen onze mondzorgpraktijken, op individueel niveau, de focus komt te liggen op behoud van de mondgezondheid, met een verschuiving naar een op risico gebaseerde zorg. Dit moet dan op niveau van de wijk ondersteund worden met gezondheidspromotie en preventieve interventies, vooral gericht naar kwetsbare groepen in de wijk.
Waar wacht ons land op? Een trend die, mede omwille van commerciële belangen, inzet op curatie en urgentie gerichte zorg is om die reden dan ook niet de juiste richting waarnaar mondzorg moet evolueren.
Prof. em. dr. J Vanobbergen MDS PhD – Universiteit Gent – Vakgroep Mondgezondheidswetenschappen en voorzitter Centrum Eerstelijns Mondzorg Botermarkt Ledeberg vzw.
An Van De Walle, coördinator Wijkgezondheidscentrum Nieuw Gent vzw en bestuurder bij Mondzorgcentrum Nieuw Gent vzw.
Peter Vermassen, tandarts bij en voorzitter van Mondzorgcentrum Nieuw Gent vzw.
Laura Vereecken, mondhygiënist bij Mondzorgcentrum Nieuw Gent vzw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier