‘Drie op de vijf pasgeborenen worden niet meteen aan de borst gelegd’
Van de goed 130 miljoen baby’s die elk jaar geboren worden, worden ongeveer 78 miljoen zuigelingen niet meteen na de geboorte aan de borst gelegd. Zij lopen een groter risico op een vroegtijdige dood en op ziektes. Dat is te lezen in het dinsdag verschenen rapport ‘Capture the Moment’, van Unicef en WHO.
Uit eerdere studies was al gebleken dat pasgeborenen die tussen de 2 en 23 uur na de bevalling de eerste borstvoeding kregen een 33 procent groter risico hadden om te overlijden, in vergelijking met baby’s die binnen het uur de borst kregen.
‘Hoewel timing dus alles is, missen elk jaar miljoenen pasgeborenen de voordelen van direct na de geboorte met borstvoeding te starten, simpelweg omdat moeders onvoldoende ondersteuning krijgen’, zegt Henrietta Fore van Unicef.
‘Huid-op-huid contact en het zuigen aan de borst stimuleren de productie van moedermelk, inclusief colostrum, dat ook wel “het eerste vaccin” van de baby wordt genoemd, omdat het rijk is aan voedings- en antistoffen’, aldus Unicef in een persbericht over het rapport.
Unicef en de WHO namen 87 landen onder de loep. In het oosten en zuiden van Afrika worden baby’s in 65 procent van de geboortes binnen het uur aan de borst gelegd, in Oost-Azië en de regio van de Stille Oceaan is dat 32 procent. Het slechtst scoren Azerbeidzjan, Tsjaad en Montenegro: twee op de tien kinderen krijgen er binnen het eerste uur borstvoeding.
De twee VN-organisaties zien de toename van keizersnedes als een van de oorzaken, maar vaak leiden ook cultureel bepaalde praktijken ertoe dat baby’s niet meteen aan de borst gelegd worden. Het gaat dan onder meer om het geven van honing, suikerwater of flesvoeding.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier