Kinderen die veel bewegen, raken minder snel geblesseerd. Kinderen zouden elke dag minstens één uur intensief lichamelijk bezig moeten zijn.
Kinderen die altijd veel bewogen hebben en zich met allerhande spelletjes stevig hebben kunnen uitleven, ontwikkelen vaak een evenwichtig en robuust lichaam dat tegen een stootje kan.
Recent Nederlands onderzoek wijst alvast in die richting. We weten allemaal dat jongens wilder en gevaarlijker spelen dan meisjes, maar in de Nederlandse studie raakten jongetjes in de lagere school toch aanzienlijk minder vaak geblesseerd dan meisjes, zowel tijdens sportieve activiteiten als tijdens andere fysieke bezigheden in de vrije tijd.
De belangrijkste vaststelling was echter dat de minst actieve kinderen het vaakst geblesseerd raakten: ongeveer tweemaal meer, vooral kinderen die minder dan 5 uur per week fysiek actief waren. Die vaststelling onderstreept het belang van algemene richtlijnen die stellen dat kinderen elke dag minstens één uur vrij intensief lichamelijk bezig moeten zijn.
De lagereschoolleeftijd is een ideale periode voor de ontwikkeling van een hele reeks vaardigheden waarvan je later voordeel blijft hebben. Wie die vaardigheden minder ontwikkelt, ondervindt later moeite om ze toch nog te verwerven en zal vermoedelijk ook nooit meer het volledige potentieel ontwikkelen. Dat verhoogt de kans op blessures.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier