Romeinse walvisvangst

Het oude Baelo Claudia met enkele zoutwaterbassins.

Recent onderzoek door een internationaal samengesteld multidisciplinair team in de oude Romeinse stad Baelo Claudia, het tegenwoordige Spaanse Tarifa bij de Straat van Gibraltar, wijst erop dat hier tweeduizend jaar geleden de Romeinen op walvissen hebben gejaagd. Op het opgravingsterrein namelijk heeft men naast talrijke waterbassins voor het bewaren van vissen, waaronder tonijnen, botten gevonden van de nu zeldzame noordkaper (Eubalaena glacialis) en de inmiddels uit de Atlantische wateren vanwege overbevissing verdwenen grijze walvis (Eschrichtius robustus). Tot nu toe werd aangenomen dat walvissen de Middellandse Zee altijd hadden gemeden. Onduidelijk blijft voorlopig of de Romeinen daadwerkelijk met bootjes en harpoenen op de walvis hebben gejaagd of gestrande exemplaren hebben weggesleept.

Na publicatie van het onderzoek klommen classici onmiddellijk in de pen om de opwinding onder ecologen, archeologen en walvisdeskundigen te temperen. In zijn Naturalis Historia vertelt Plinius de Oudere namelijk dat in de baai van Cadiz orka’s, door hem beschreven als vreselijke klompen vlees met ontzagwekkende tanden, drachtige walvissen of hun kalveren plachten te verscheuren. Blijkbaar was hem bekend dat walvissen de Straat van Gibraltar aandeden om jongen te krijgen. En tot ieders verbazing werd op 8 mei 2010 voor de kust van Tel Aviv in Israël een walvis gespot. Na uren achtervolging werd met zekerheid vastgesteld dat het ging om een grijze walvis, die waarschijnlijk vanuit de Pacific via de noordwest passage langs de Noord-Amerikaanse kust richting Middellandse Zee is gezwommen.

Partner Content