Ondernemer Jo Lernout, de man die Bill Gates versierde (dacht hij)

Walter Pauli

Meespelen met de hele grote jongens: dat wilde de Ieperse ondernemer Jo Lernout (72). Zijn technologiebedrijf Lernout & Hauspie nam een hoge vlucht, en crashte al even spectaculair. ‘Waarom hebben we niet beter opgelet? We waren de trots van Vlaanderen.’

‘Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan Lernout & Hauspie denk’, verzucht Jo Lernout in zijn nieuwe autobiografie. De passage was al geschreven vóór 10 december 2021, toen het Gentse hof van beroep de burgerlijke procedure tegen de voormalige top van het Ieperse spraaktechnologiebedrijf eindelijk afsloot, met een schadevergoeding van 655 miljoen euro. Eigenlijk is het een fictief vonnis: Jo Lernout en vijf andere ex-directeurs van L&H hebben het geld niet om de ongeveer 4000 gedupeerde ex-aandeelhouders te betalen. Ooit waren ze met 10.000, maar na twintig jaar is meer dan de helft van hen ofwel overleden, ofwel afgehaakt. Al was het maar omdat ze elke illusie hadden verloren dat ze ooit hun geld terug zouden zien. De Engelstalige versie van Wikipedia noemt het faillissement van Lernout & Hauspie ‘een van de grootste bedrijfsschandalen in de geschiedenis vóór Enron’. Enron was een Amerikaans nutsbedrijf, dat in 2001 (het jaar van het faillissement van L&H) over de kop ging toen bleek dat de boekhouding opgeblazen was met fictieve inkomsten en er schimmige constructies waren opgezet met dochterondernemingen. Ook L&H ging daaraan ten onder – al blijft Lernout dat tot vandaag bestrijden. Hijzelf heeft nooit echt gefraudeerd, houdt hij vol. Enigmatisch: ‘En zelfs als je ons fraude aanwrijft, dan was dat nog niet de oorzaak van het faillissement.’

De top van L&H voelde zich – noblesse oblige – zeer op zijn plaats in het Ritz, het beroemdste luxehotel van Parijs.

De late jaren tachtig en vroege jaren negentig waren vruchtbare grond voor startende bedrijfjes die the signs of the times konden lezen. Nieuwe technologische ontwikkelingen zagen het licht die het leven wereldwijd fundamenteel zouden veranderen. Het begon met de verspreiding van pc’s, nadien kwamen gsm’s en het internet. Het leven werd digitaal. Een bedrijf als L&H, dat zei spraaktechnologie te kunnen ontwerpen waardoor iedereen elkaar zou kunnen verstaan, vatte de tijdgeest. Het geld stroomde binnen, de pers was unaniem lovend, de buitenlandse aandacht ongezien. ‘L&H’ werd een merk met wereldwijde bekendheid. Tot in augustus 2000 één welingelicht krantenartikel in de Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal voldoende was om de hele constructie in haar voegen te doen kraken. Een jaar later bestond L&H niet meer.

Schuld en schaamte

‘Waarom hebben we niet beter opgelet?’ jammert Lernout. ‘We waren zo goed bezig. We waren de trots van Vlaanderen.’ Dat was zo, maar het heeft niet mogen duren. En dat verwijt hij ook zichzelf, in bittere woorden: ‘Ik heb niet alleen het geld van mezelf en mijn naaste familie kwijtgespeeld, maar ook dat van vele andere mensen. Ik heb ertoe bijgedragen dat dromen kapotgeslagen zijn. In al die jaren is er nauwelijks een avond geweest dat ik niet ging slapen vervuld van schuld, schaamte en een gevoel van minderwaardigheid.’

Vanaf de eerste pagina’s spaart Lernout de zelfkritiek niet. Hij heeft het aangedurfd om in de spiegel te kijken (al wendt hij de blik soms af), is best kritisch voor zichzelf, bij momenten strooit hij de as zelfs met kilo’s over zijn hoofd. Tegelijk wil hij ook zijn gram halen. Tot een faillissement had het niet hoeven te komen, daar blijft hij bij. De schuld daarvoor ligt niet alleen bij hem, maar ook bij de media, het gerecht, ‘de Amerikanen’ en hun handlangers in de raad van bestuur van L&H. En dus hebben de rechtbanken, tot en met het hof van beroep in Gent, hem en zijn vijf medebestuurders eigenlijk onterecht veroordeeld. In die zin is dit boek ook een lang en soms taai pleidooi pro domo.

Lernout heeft grote delen van dit verhaal al eerder verteld, bijvoorbeeld in een boek genaamd, welja, Mijn verhaal (2005). Een aantal gespecialiseerde journalisten, vooral van De Tijd, schreven over het bedrijf het nog altijd intrigerende De L&H files. Lernout & Hauspie. Het verhaal en de geheimen. Wat in beide titels terugkeert, is het woord ‘verhaal’. Lernout wilde en wil verhaal halen. Vraag is hoeveel spanning er zit op de lijn tussen het verhaal en wat de waarheid zou kunnen zijn – of een goede benadering daarvan.

In dat relaas staat Jo Lernout centraal. Meer dan zijn eerder introverte kompaan Pol Hauspie was hij de man van de camera’s, de media. Wellicht heeft zijn familiale afkomst daarmee te maken. Lernout is een telg uit een West-Vlaams gezin van veertien (!) kinderen uit Geluwe, met een vader die de kost verdiende als elektricien. In zo’n menigte zussen en broers moet een kind wel een plantrekker worden om zich de kaas niet van het brood te laten eten. Zoon Jo werd regent wiskunde. Na een korte passage in het onderwijs kwam hij terecht in het beroep waarvoor hij gemaakt leek: verkoper. Eerst was hij actief in de medische branche, dan in de wereld van de informatica. Aanvankelijk in België, daarna ook enige tijd in de Verenigde Staten.

Hij leidde een gevuld en te gulzig leven, ook privé. De passages over zijn jongere jaren vol dronkenschap en dubbellevens zijn tenenkrommend, maar ook verhelderend. Uiteindelijk gaat het om grenzen (niet) kunnen trekken, of op z’n minst de grens opzoeken, tot het uiterste. Waar het veilig toeven is, voelt Lernout zich niet thuis. De titel en ondertitel van zijn autobiografie zijn er dan ook naar: (Het gras is groener) Aan de rand van de afgrond. Lernout is zelfs trots dat leven geleid te hebben, zo blijkt: ‘Enkel de dapperste dieren durven zich dicht bij de afgrond te begeven. Aangezien maar weinig dieren zo dapper zijn, is daar ook het lekkerste gras. Je riskeert er alleen ook wel om in de afgrond te donderen.’ En ook anderen mee te sleuren. Dat laatste vergeet hij te vermelden.

Sprekende kerstballen

Het leven van Lernout nam een fundamentele wending toen hij ergens in de jaren tachtig (hij is dan nog geen 40) Pol Hauspie tegen het lijf liep. Hauspie was op dat moment een kleine ondernemer uit Poperinge die een boekhoudkantoor voor kmo’s, leidde. ‘Hij was de wereld van de kmo’s kotsbeu’, aldus Lernout. Hauspie had ‘management skills’, zoals dat heet, Lernout ‘een rugzakje met kennis, relaties en cash’. Samen werkten ze na hun uren aan het businessplan van ‘iets nieuws’. De eerste versie schreven ze neer op een bierviltje. Ze waagden de sprong over de afgrond. Lernout overtuigde zijn echtgenote ervan om hun villa in Dadizele te verkopen. Hauspie deed zijn bedrijf van de hand. Extra geld haalden ze op bij familieleden en een aantal nauwe en verre vrienden. Met een startkapitaal van in totaal 300.000 euro (toen 12 miljoen frank) stichtten de twee in 1987 een bedrijf met als naam ‘Lernout & Hauspie Speech Products nv’, een mondvol. Lernout: ‘We hadden een businessplan en een verhaal. We zouden meertalige software maken met spraak- en taaltechnologie. We zouden stemmen digitaal opslaan. Daarnaast zouden we ook een aantal – achteraf gezien onnozele – gadgets uitbouwen, zoals de fameuze sprekende kerstballen.’ Op het eerste gezicht had het nieuwe bedrijf een hoog Kaas-gehalte. Maar anders dan in het fameuze boek van Willem Elsschot was Lernout géén Frans Laarmans – het treurige hoofdpersonage slaagt er maar niet in voldoende kaas te verkopen.

L&H haalde al snel een eerste klant binnen, en wat voor één. De Belgische rijkswacht (nu de federale politie) wilde het oproepsysteem van het noodnummer 100 moderniseren. Tot hun verbazing haalde de dan nog onbekende West-Vlaamse onderneming het order binnen. Uit Lernouts boek blijkt echter dat ze producten verkochten die ze dachten te kunnen maken (maar die daarom nog niet bestonden, laat staan dat alles op punt stond). Dat had zo zijn gevolgen. De technologie voor de rijkswacht bleek moeilijker en vooral duurder om te ontwikkelen dan verwacht. Daardoor kwam L&H, ondanks zijn grote klant, al van bij het begin in geldnood. Vanaf jaar één moest het bedrijf op zoek naar vers geld. Vandaag erkent Lernout: ‘Je hebt een goed doordachte investeringsstrategie nodig, van bij het begin. Die was er bij ons veel te laat, toen we al ontzettend veel tijd verloren hadden.’

1999: Jo Lernout (midden) ontvangt prins Filip in FLV. 'Ik heb ertoe bijgedragen dat dromen kapotgeslagen zijn.'
1999: Jo Lernout (midden) ontvangt prins Filip in FLV. ‘Ik heb ertoe bijgedragen dat dromen kapotgeslagen zijn.’© PhotoNews

Hoe ze dan toch het hoofd boven water konden houden? Alweer: door de grens op te zoeken. In Lernouts eigen woorden : ‘Je mag natuurlijk een beetje bluffen, maar zonder de waarheid geweld aan te doen en zonder te improviseren: voorbereiding is alles. Je verhaal moet perfect zijn, en zonder improvisatie.’ Met veel zin voor detail doet hij uit de doeken hoe hij niemand minder dan Bill Gates en Microsoft ‘binnendeed’. Ten eerste wist Lernout perfect waar Microsoft op uit was: patenten voor meertaligheid, waarvan hij wist dat het nog jaren zou duren voordat het Amerikaanse bedrijf ze zelf zou kunnen ontwikkelen. Lernout wist ook dat de spraaktechnologie van L&H superieur was aan die van Microsoft, en zette Gates in zijn hemd door een computer een welbepaalde zin eerst – erbarmelijk – te laten ‘uitspreken’ met de Microsoft-technologie. Dan volgde in onberispelijk Engels de Vlaamse variant. Ook dat was tot op of over de grens, en Gates liet het subtiel merken ook: ‘I am impressed. But it still sounds like shit.‘ In zulke passages verraadt Lernout hoe trots hij nog altijd is dat hij de maat durfde te nemen van de grote Gates. Het vervolg van de geschiedenis leert dat het wellicht net andersom is geweest: Gates begreep met wie hij vroeg of laat zou moeten afrekenen.

Toen Lernout de hand van Bill Gates mocht schudden was het bij L&H al goud wat blonk. Of toch voor het oog van de buitenwereld, want de interne organisatie was een janboel. Het belette L&H niet om zich op de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq te laten noteren, in de hoop daar het grote geld op te halen. De little Belgians (die uiteindelijk 70 procent van de spraaktechnologiemarkt in handen zouden krijgen). Bill Gates vereerde het Ieperse bedrijf in 1999 met een bezoek. Microsoft stapte in het kapitaal van L&H, en kreeg een zetel in de raad van bestuur. De Belgische pers kwam superlatieven te kort. Op 24 december 1999 riep de economische redactie van De Standaard Jo Lernout en Pol Hauspie uit tot de derde belangrijkste Vlaamse ondernemers van de twintigste eeuw, na Paul Janssen en Lieven Gevaert maar voor Léon Bekaert en Fernand Collin, de legendarische voorzitter van de Kredietbank. Ook de buitenlandse bladen waren lyrisch. In een ranglijst die het Britse economische blad The Economist in 1999 maakte van bedrijven die een leidende rol zouden spelen in artificiële intelligentie en natural language understanding stond L&H met stip op één.

Ontbijten in het Ritz

Intussen moest er natuurlijk ook vers geld op de plank komen, en dus werden over de hele wereld 29 Language Development Companies (LDC’s) opgericht. De nevenbedrijven dienden officieel om de bedrijfstoepassingen in een twintigtal nieuwe talen te ontwikkelen, maar werden evenzeer gebruikt om de cijfers van L&H op te krikken. Daarbij werden onwettige technieken gebruikt, terwijl belastende informatie niet meegedeeld werd aan bedrijfsrevisor KPMG of de raad van bestuur. Ook daar had de buitenwereld geen erg in. Tegen het jaar 2000 had L&H een reusachtige gekapitaliseerde waarde van niet minder dan 10 miljard dollar.

Maar intern werden ragfijne barstjes zichtbaar. Eind 1999 inviteerde Bernard Vergnes, een Franse L&H-bestuurder maar vooral ceo van Microsoft France, Jo Lernout voor een ontbijt in het Ritz-hotel in Parijs. Dat was het somptueuze kader dat de L&H-top intussen als haar natuurlijke habitat ervoer. In het beroemde Parijse luxehotel waar Lady Di in 1997 haar laatste uren had doorgebracht, kreeg Lernout van de Microsoftman de wenk om Gaston Bastiaens opzij te schuiven als ceo. Dat op uitdrukkelijk verzoek van… Bill Gates. Die had de wenk gekregen van de topman van Lehmann Brothers: Bastiaens had zich in onderhandelingen met de Amerikaanse bankiers te arrogant gedragen. Lernout had nog niet in de smiezen dat hij aan tafel zat met té grote spelers.

Het originele businessplan op een bierviltje. 'Je mag bluffen, maar nooit improviseren.'
Het originele businessplan op een bierviltje. ‘Je mag bluffen, maar nooit improviseren.’

Jo Lernout heeft eerder al verwezen naar schimmige manoeuvres die op het hoogste Amerikaanse niveau tegen zijn bedrijf werden opgezet. Nadrukkelijker dan ooit noemt hij nu man en paard. De neergang van L&H begon volgens hem op het moment dat hij en Pol Hauspie beslisten om in te gaan op de vraag om externe, vaak buitenlandse bestuurders (met goede introducties bij de top van het Amerikaanse zakenleven) mee aan de knoppen te zetten bij L&H. Trapten ze daarmee in een val? Had Microsoft zichzelf een paar jaar gegeven om alles intern goed te bekijken, en was het nu tijd voor actie? Hoe dan ook legt Lernout met grote hardnekkigheid uit hoe L&H in zijn ogen door nieuwe topmensen van binnenuit werd gesaboteerd. Toen ze in 2001 schoon schip probeerden te maken en de Belg Philippe Bodson als nieuwe ceo aanstelden, was de neergang onvermijdelijk.

Bodson had zich sterk gemaakt dat hij de juiste man was om L&H te redden. Na een reis naar de VS informeerde hij de pers dat L&H niet meer te redden viel. Nog altijd kan Lernout zijn woede amper de baas wanneer hij schrijft over deze ‘grafdelver’ van L&H, die zelf naar de handelsrechtbank trok om het faillissement aan te vragen. Lernout vermoedt dat de Amerikaanse inlichtingendiensten Bodson in de tang hadden: als ceo van Tractebel had hij zich in de jaren 1990 in gevaarlijk moeras gewaagd in Kazachstan. Zelfs de christendemocratische premier Jean-Luc Dehaene moest naar Kazachstan afreizen om de plooien glad te strijken. Het was de Amerikanen niet ontgaan.

Bestaan er voor die stelling argumenten, of is het niet meer dan een vluchtweg voor Jo Lernout? Wellicht beide. Hij beschrijft hoe in 2000 toenmalig kroonprins Filip aan zijn mouw trok. Het waren de jaren dat de latere vorst de reputatie had van een prins Onbenul. Lernout was een van de deskundigen die was aangezocht om hem bij te spijkeren, in dit geval met kennis over nieuwe technologieën. Plots flapte Filip eruit: ‘Bent u nog geen schrik aan het krijgen van de Amerikanen?’ Dat getuigde van een scherpzinnigheid die niemand toen van de kroonprins had verwacht.

Op 8 augustus 2000 publiceerde The Wall Street Journal haar beschuldiging dat Lernout & Hauspie dreef op fraude: voornamelijk bij de LCD in Zuid-Korea was sprake van onmiskenbare vervalsing van de boeken. Die operatie was doorgevoerd onder toezicht van Gaston Bastiaens. Blijkbaar waren er echt wel redenen geweest om de man aan de kant te schuiven. En omdat Bastiaens een absolute vertrouwensman was van de stichters, waren ook zij vanaf dag één in het fraudedossier verwikkeld. Het bedrijf zakte weg in de modder van de Westhoek, en zou er nooit meer uit raken.

Chocolade in de Filipijnen

De fatale strategische fout was volgens Lernout de aankoop van Dictaphone in 2000. De Amerikanen zien het nooit graag gebeuren dat hun economische kroonjuwelen in buitenlandse handen vallen. Niet alleen was Dictaphone in de negentiende eeuw opgericht door Graham Bell, het werkte ook nauw samen met de Amerikaanse inlichtingendiensten. Dat dit geen indianenverhaal hoeft te zijn, meenden in 2002 ook al de auteurs van De L&H-fles. Zij wezen er op dat ook de Duitse geheime dienst een agent op hoog niveau had binnengeloodst bij L&H. En ook bij andere constructies sloten zij belangrijke inmenging niet uit, zelfs niet van firma’s ‘die rechtstreeks onder controle staan van het Witte Huis’. Volgens die lezing van de feiten was de technologie die L&H ontwikkelde en opkocht strategisch te belangrijk om níét in Amerikaanse handen te zijn. Vanaf de aanslagen van 11 september 2001 was er geen afluisterapparaat meer dat nog zonder vertaaltechnologie functioneerde.

Toen had de val van L&H zich al voltrokken. Wat volgde is een schijnbaar altijd durende, ijzingwekkende neergang. Van de vroege jaren 1990 tot 2000 was L&H een West-Vlaamse successtory. De pret had dus een kleine tien jaar geduurd. Sinds 2000-2001, intussen al meer dan twintig jaar lang, is het een verhaal van schlemielen, gefoefel en zelfbeklag. Hoofdstukken lang probeert Lernout zich meer te presenteren als een slachtoffer dan als een dader. Het Belgische gerecht zag en ziet dat anders. Voor hij en de andere L&H-directeurs er erg in hadden, zaten ze in Ieper in de cel. Voor en na elke verplaatsing van de Ieperse gevangenis naar het Gentse gerechtsgebouw, schrijft Lernout, ‘werd ik in adamskostuum geplaatst en onderzocht’. Details hoeven niet. Terwijl de voormalige L&H-top niet eens goed besefte dat ze voor een resem gerechtelijke procedures stonden die twee decennia zouden duren, werden de patenten en de technologie van L&H voor een prijsje ingepikt door Amerikaanse bedrijven. Vervolgens kocht Microsoft een en ander over. Windows Office 2003 en Windows XP gebruikten spraak- en taaltechnologie die door L&H ontwikkeld was, en je vindt ze vandaag nog in de dicteerfunctie Siri in je smartphone.

Vele jaren na zijn gerechtelijke veroordeling verhuisde Lernout naar de Filipijnen. Hij bouwde er een nieuw leven op, met een nieuwe vrouw en een nieuwe dochter, en leefde er op de grens van de armoede. Tegen wil en dank bleef hij ondernemen. Het ene project na het andere mislukte, en Lernout geeft er altijd een begrijpelijke reden voor aan. Nee, chocolade verkopen is niet vanzelfsprekend in een tropisch land. Alleen had hij dat vooraf niet ingezien.

In de beschrijving van de ene ’tegenslag’ na de andere is Lernout dapper, zelfs gruwelijk eerlijk. Veruit de meeste bladzijden in zijn boek gaan over tekorten, onbegrip, klappen incasseren, professionele missers, moreel schuldbesef. Hij vertelt zonder schroom over een leven zonder (voorlopig) happy end. Lernout keerde met zijn nieuwe gezin terug naar België, en ook hier is het eigenlijk armoe troef. ‘Ik ben tien kilo bijgekomen door het goede westerse eten, Annie (zijn vrouw, nvdr) is enkele kilo’s afgevallen door het zware werk.’ Keeping up appearances is geen optie meer. Of toch? Met de uitgave van dit boek vloeien memoires en het echte leven in elkaar over. Boeken uitgeven in eigen beheer, zonder de inkomsten te delen met een uitgever, is namelijk een nieuw verdienmodel aan het worden. Journalist Wouter Verschelden deed het onder auspiciën van ondernemer Paul Gheysens met zijn Wetstraatboek De doodgravers van België. Urbanus gaf zijn memoires En vanwaar dit allemaal komt in eigen beheer uit. Nu verkoopt Jo Lernout ook zijn eigen levensverhaal. Het lijkt de onvermijdelijke afsluiter van wat hij 200 pagina’s lang uit de doeken heeft gedaan.

Jo Lernout, Aan de rand van de afgrond, 3k bvba, 216 blz., 30 euro.

Jo Lernout

– 1948: geboren in Zwevezele

– 1972: regent wiskunde-wetenschappen

– 1987: co-oprichter van Lernout &Hauspie Speech Products

– 1996: Manager van het jaar van Trends (samen met Pol Hauspie)

– 2001: gedwongen vertrek bij Lernout & Hauspie

– 2010: door het hof van beroep in Gent correctioneel veroordeeld wegens fraude

– 2021: door het hof van beroep in Gent burgerlijk veroordeeld tot schadevergoeding

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content