Blijven om te sterven

Onwerkelijk Was ophangen in een maanlandschap — een vertwijfelde poging tussen dood en verderf iets van normaliteit overeind te houden. © BEELDBRON: AKG, ULLSTEIN BILD - PHOTO12

De inwoners van Stalingrad hebben niet alleen te lijden van de Duitsers. Hun eigen regering gebruikt hen als kanonnenvoer. De evacuatie begint veel te laat.

Deze dag zal Anna Soldatova nooit vergeten. Op 23 augustus 1942 werpen Duitse eskaders hun brand- en brisantbommen af boven de stad. Stalingrad verandert in één grote vlammenzee: ‘Onze luchtafweer was kansloos. Aanvankelijk zaten er nog jonge mannen op de daken, die de brandbommen met lange stangen naar zich toe trokken en in watertonnen smoorden. Velen van hen verloren daarbij het leven. Alle daken en plafonds waren van hout, alles brandde. Ook de bomen en zelfs de grond.’

Tienduizenden burgers vinden op deze dag de dood, of worden levend onder het puin bedolven. Na een week van niet aflatende bombardementen is Stalingrad geheel verwoest, een ruïnelandschap, gehuld in zwarte rookwolken. Talloze mensenlevens hadden gered kunnen worden als de stad op tijd was geëvacueerd. In plaats daarvan beval Stalin haar in een vesting te veranderen. Om de naderende Wehrmacht tegen te houden roept hij alle inwoners in de leeftijd van 16 tot 55 jaar op – hoofdzakelijk vrouwen, want weerbare mannen zijn al aan het front. Ze worden ingedeeld in bouwploegen om meer dan twee meter diepe tankgrachten te graven. Zelfs kleine kinderen moeten meehelpen: aardwallen opwerpen om de olietanks aan de oever van de Wolga te beschermen.

Vriend of vijand? Als allen onder de modder zitten is dat haast niet uit te maken

De burgers die hun ‘patriottische plicht’ niet nakomen kunnen op draconische straffen rekenen. Er worden tribunalen ingesteld om zulke ‘civiele deserteurs’ te berechten. ‘Verraders van de partij en de Sovjetstaat’ belanden in een strafkamp.

Intussen steekt niemand een hand uit om de burgers te beschermen. Die rekenden eerst nog op een evacuatie, maar al gauw wordt daar met geen woord meer over gerept. Het vermoeden is dat Stalin bevreesd is voor paniek onder de bevolking wanneer er honderdduizenden overgezet moeten worden naar de overkant van de Wolga. Er zijn namelijk bij lange na niet genoeg schepen beschikbaar voor zo’n operatie en veel daarvan zijn geconfisqueerd voor het transport van munitie en versterkingen. Verder heet het dat de aanwezigheid van burgers de verdedigers motiveert. Overal hangen dan ook plakkaten met standhoudleuzen ‘Wij zullen onze geliefde stad, ons ouderlijk huis en onze gezinnen verdedigen.’

Ontdekt Duitse soldaten vinden de schuilplaats van een oude vrouw.
Ontdekt Duitse soldaten vinden de schuilplaats van een oude vrouw. © National

In werkelijkheid zijn de Stalingraders niets anders dan kanonnenvoer. Pas na de verwoestende bombardementen op 23 augustus komt de evacuatie van zo’n 300.000 inwoners op gang. Maar dat is veel te laat. Vele van de met ouderen, vrouwen en kinderen zwaar overbeladen boten worden door de Duitsers aangevallen en als ‘oorlogsschepen’ tot zinken gebracht.

Dorst drijft de mensen naar de Wolga, maar daar loert de dood

De meeste van de ongeveer 75.000 burgers die blijven hebben zo mogelijk nog slechtere kaarten en zijn ten dode opgeschreven. Voor wie niet omkomt in de bommenregen en de artilleriebeschietingen of naar een Duits kamp wordt afgevoerd, dreigt honger en dorst. Klavdija Sjipovalova, toen nog een klein kind, weet daarvan mee te praten: ‘In de weken dat de strijd om onze wijk heen en weer golfde, dachten we helemaal niet aan eten – de dorst was veel erger. Het was zo erg, dat we zelfs onze eigen urine dronken.’ Ten einde raad besluit de moeder van het meisje samen met een vriendin water uit de rivier te gaan halen. ‘De Wolga was vlakbij.’ Daarmee zetten de vrouwen wel hun leven op het spel, want scherpschutters vuurden op alles wat er langs de rivier bewoog. En dus gebeurt het onvermijdelijke: ‘Ze waren nog maar net uit de greppel gekropen, of een kogel trof tante Natasja recht in het hart. Het was afgrijselijk.’

Hoe meer dan 10.000 ingesloten Stalingraders – onder wie zo’n duizend kinderen – het er de volgende vijf maanden levend af weten te brengen blijft een raadsel. Ze schuilen in kelders en ruïnes, in het riool en holen die ze in de steile Wolga-oever uitgraven. De mensen leven van de hand in de tand, storten zich op kadavers en snijden er lappen vlees uit om de ergste honger te stillen. Hongerige kinderen bieden Duitse soldaten aan om hun drinkflessen met Wolgawater te vullen in ruil voor een korst brood. Het aanbod van een dergelijke kinderarbeid wordt grif aanvaard door de mannen, die zelf uit angst voor de Russen liever niet naar de rivier lopen. Dat er nu heel wat kinderen in hun plaats worden neergeschoten nemen ze op de koop toe.

Er hangt een apocalyptische sfeer in de stad. Een weerzinwekkende stank van lijken in ontbinding, vermengd met de geur van rook en kruitdamp, komt de overlevenden als een pestlucht aangewaaid. Nasmeulende branden drijven de hoogzomerse temperaturen nog verder op. Voeg daarbij het helse kabaal van bulderend geschut, ronkende vliegtuigen, het staccato van explosies. En telkens weer de hartverscheurende kreten van gewonden en stervenden. Stalingrad is in de waarste zin van het woord verworden tot een hel op aarde.

MEER WETEN

Antony Beevor, Stalingrad, vert. Bab Westerveld. Ambo 2009

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content