Geert Bourgeois: ‘Veel jongeren niet bewust van luxe in democratische rechtsstaat te kunnen leven’

Geert Bourgeois (N-VA) © BELGA
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

Na de aanslagen van Amedy Coulibaly, Said en Chérif Kouachi in Parijs, buigt het Vlaams Parlement zich over de aanpak van radicalisering. ‘Geweld krijgt onze open, verdraagzame, pluralistische samenleving niet klein’, zei minister-president Geert Bourgeois (N-VA) daarover. Een overzicht van de voorgestelde initiatieven.

De gebeurtenissen in Parijs hebben de wereld flink dooreengeschud en laten ook het Vlaams Parlement niet onberoerd. De plenaire vergadering hield daarom een actualiteitsdebat over hoe de radicaliserende jongeren in ons land kunnen worden aangepakt.

Natuurlijk is het bereik van Vlaanderen beperkt. De Vlaamse Regering kan maatregelen nemen op vlak van inburgering, onderwijs, werk, jeugdbescherming en hulpverlening aan gedetineerden met het oog op re-integratie in de maatschappij. Vandaar dat een veel gehoorde oproep was om over de verschillende beleidsniveaus samen te werken.

‘Het is normaal dat als je met verschillende bevoegdheden en beleidsniveaus zit, dat er geen globaal plan van aanpak is. Maar wij maken werk van een zo goed mogelijk geïntegreerd plan van aanpak’, zei N-VA-minister Liesbeth Homans (Binnenlands Bestuur, Wonen, Steden, Inburgering, Gelijke Kansen, Armoedebestrijding en Sociale Economie) daarover.

Onderwijs en levensbeschouwing

Een belangrijk Vlaams domein dat besproken werd, was Onderwijs en daarbij de levensbeschouwelijke vakken. ‘Onderwijs heeft een belangrijke preventieve opdracht’, vond Geert Bourgeois. En het domein werkt volgens de minister-president reeds samen met de staatsveiligheid ‘om informatie over geradicaliseerde jongeren uit te wisselen’. ‘Onderwijs is en blijft de plaats waar kinderen en jongeren respectvol leren omgaan met diversiteit’, klonk het nog.

Een uitspraak die door CD&V’ers Hilde Crevits (minister van Onderwijs) en Ward Kennes beaamd werd. ‘Levensbeschouwelijke vakken helpen bij de vorming en identiteit van kinderen’, aldus Kennes. ‘Proberen vanuit de ene levensbeschouwing respect te hebben voor die van een ander, is wat kinderen op school kunnen leren’, meent ook Crevits. ‘Leerkrachten levensbeschouwing kunnen signalen van radicalisering vroeg opvangen.’

Tot slot sluit Caroline Gennez (SP.A) zich aan bij het idee dat het onderwijs een belangrijke rol kan spelen: ‘Er is nood aan meer dialoog tussen religies en die dialoog kan gevoerd worden binnen het kader van levensbeschouwelijke vakken op school. Ook leren filosoferen op jonge leeftijd en het debat rond burgerschapsvorming moeten een plaats in het curriculum krijgen.’

Ouders ondersteunen

Daarnaast werd de nadruk gelegd op de ouders van radicaliserende jongeren. Die moeten ‘ondersteund’ worden, vindt Kennes. ‘Ze moeten ergens terechtkunnen met hun vragen en ongerustheid.’

Nadia Sminate (N-VA) geeft aan dat ook over de grens gezocht kan worden naar oplossingen. ‘In Nederland ontstond een proefproject uit de moslimgemeenschap zelf, om die ouders te steunen. Er is nood aan een laagdrempelige instelling, want de stap naar de politie blijkt al te vaak een te grote drempel.’

‘Tussenpersoon die taal jongeren en echte Koran spreekt’

Maar behalve zulke instellingen, kan worden ingezet op tussenpersonen. Groen en SP.A schuiven de rol van de imams naar voren. Maar, ‘de imam blijkt vaak te ver van de leefwereld van jongeren te staan’, meent Sminate. ‘Er is een sleutelfiguur nodig die de taal van die jongeren spreekt en de taal van de echte Koran, niet de versie die op internet en sociale media te vinden is en die misbruikt wordt om zulke acties goed te praten.’

Open VLD-fractievoorzitter Bart Somers vindt dan ook dat ‘het nu het moment is om werk te maken van een kwaliteitsvolle imamopleiding’, ook wil hij ‘de erkenningsprocedure van moskeeën onder de loep nemen en een dialoog aangaan met de nieuwe generaties.’

Andere initiatieven sluiten aan bij zulke aanspreekpunten. ‘We richtten een Vlaams platform op tegen radicalisering met experten uit alle beleidsdomeinen’, zegt Bourgeois. ‘Dat platform moet informatie uitwisselen, inspelen op vragen van lokale besturen en anderen en concrete maatregelen uitwerken.’

Homans: ‘We hebben geïnvesteerd in aanspreekpunten zoals bijvoorbeeld vzw Motief dat vormingscursussen aanbiedt voor eerstelijnswerkers. Er is ook een aanspreekpunt voor steden én gemeenten die met het probleem geconfronteerd worden. Het is goed om af te stappen van de traditionele aanpak uit het verleden en te kijken waar bepaalde maatschappelijke tendensen zich voordoen, zoals bijvoorbeeld in Vilvoorde. Ook niet-centrumsteden moeten worden meegenomen.’

Meer middelen of prioriteiten verschuiven

Maar ‘we moeten ook de nodige ondersteuning en middelen voorzien’, vindt Elisabeth Meuleman van Groen wijzend op de besparingen van de Vlaamse Regering. ‘We kunnen niet alles op het onderwijs afschuiven. Jeugd- en welzijnswerkers willen hun verantwoordelijkheid wel opnemen, maar zij hebben hulp nodig. Dit is geen partijpolitiek spel, maar een bezorgde vraag om het middenveld, het onderwijs, welzijn, jeugdwerkers niet met verantwoordelijkheden om de oren te slaan die ze niet kunnen dragen.’ SP.A’er Yasmine Kherbache voegt zich daarbij: ‘We moeten CLB’s, scholen en welzijnswerkers de nodige middelen geven.’

Homans: ‘Het is geen kwestie van middelen, maar af en toe moeten we prioriteiten verleggen.’ ‘Er zijn geen wonderoplossingen’, vindt ook Somers. ‘Als Bart De Wever aankondigt mensen in te zullen zetten tegen radicalisering is dat niet dankzij extra middelen, maar een keuze.’

Verbondenheid

Op verbondenheid werd evengoed sterk gehamerd in het Parlement. ‘Het vergt weinig moed om mensen tegen elkaar op te zetten, het vraagt daarentegen moed om zichzelf in vraag te stellen’, meent Somers. ‘We hebben een Vlaams beleid nodig dat onze democratische rechtsstaat versterkt door iedereen aan boord te trekken. Een Vlaams beleid dat verbindt, niemand achterlaat of uitsluit.’

Somers: ‘Hoe kunnen we voorkomen dat Mohamed, Jan, Jejoen … bezwijken voor de lokroep van wie de wereld afschildert als een zwart-wit beeld van absoluut goed en absoluut slecht? Met welke empathie kunnen we in de huid kruipen van die jongeren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat zij zich een volwaardig lid van onze samenleving voelen? Dat is de fundamentele vraag.’

‘De moslim in Vlaanderen is uw bondgenoot, ga naar hem op zoek en zorg dat we samen een dam kunnen opwerpen tegen dat extremisme’, voegt Imade Annouri (Groen) daaraan toe.

‘Luxe van democratische rechtsstaat’

Volgens Sminate is echter wel een ‘wij-zij-scheiding’: ‘Wij die de samenleving steunen en zij die dat gewelddadig willen ondermijnen.’

Sminate: ‘Het probleem is dat een deel van de bevolking niet mee is geëvolueerd met waarden als vrije meningsuiting, meer gelijkheid tussen man en vrouw … We mogen geen toegevingen doen op vlak van fundamentele rechten en vrijheden. Maar ik wil duidelijk onderstrepen dat we enkel een probleem hebben met zij die hun religie verkeerd interpreteren en zelfs misbruiken, die geweld gebruiken in naam van hun geloof.’

‘We moeten inzetten tegen de voedingsbodem van radicalisering. De ronselaars die de islam verkeerd uitleggen en verkeerd weergeven. We moeten werken aan een tegendiscours’, voegt partijgenoot Matthias Diependaele daaraan toe. ‘Het gaat om een kleine groep. We moeten werken aan gemeenschapsvorming en die kleine groep niet uit het oog verliezen, maar we moeten vooral de stilzwijgende meerderheid betrekken.’

‘Ik wil niet één bepaalde groep stigmatiseren’, zegt Homans daar nog over. ‘Veel jongeren die naar Syrië vertrekken zijn bekeerlingen die nooit met een inburgeringstraject geconfronteerd werden.’

‘Vlaanderen biedt veel kansen’, zegt Sminate nog. ‘Het is fout om het probleem aan een tekort aan kansen te wijten. Veel Syriëstrijders komen uit betere kringen.’

‘De Vlaamse Regering wil alles op alles zetten om te komen tot een inclusieve samenleving met een gedeeld burgerschap’, aldus Bourgeois. ‘Alle burgers, zonder onderscheid, hebben in Vlaanderen gelijke rechten en gelijke plichten.’

Bourgeois: ‘Veel Vlamingen – vooral jongeren – zijn zich te weinig bewust van de luxe van in een democratische rechtsstaat te kunnen leven. Laten we niet vergeten dat veel tijdgenoten in de wereld niet zo geprivilegieerd zijn als wij. In maar liefst 101 van de door Amnesty International onderzochte landen werd de vrijheid van meningsuiting beknot.’

‘Geweld krijgt onze open en verdraagzame, onze pluralistische samenleving niet klein’, besluit Bourgeois.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content