‘Geen afkoopwet voor zeer ernstige fiscale fraude’

Ahmed Laaouej (PS), voorzitter van de Kamercommissie Internationale Fiscale Fraude / Panama Papers © BELGA
Kristof Clerix

De experten van de bijzondere Kamercommissie Panama Papers stellen voor om geen minnelijke schikkingen meer toe te kennen in gevallen van zeer ernstige fiscale fraude. Knack, Le Soir en De Tijd konden hun werkdocument met 119 aanbevelingen inkijken. Politieke consensus is er nog niet.

Meteen na de publicatie van de Panama Papers in april 2016 lanceerde de Kamer een bijzondere commissie Internationale Fiscale Fraude / Panama Papers. Komende woensdag, 12 juli, buigt die commissie zich over de aanbevelingen van haar experten. Indien er geen consensus wordt gevonden, zal het mandaat van de commissie opnieuw verlengd moeten worden.

De laatste hoorzitting in de commissie dateert al van eind april. In mei en juni vonden werkvergaderingen plaats waar een aantal commissieleden aan deelnamen. Zij vonden tot nu toe echter nog géén politieke overeenstemming over de aanbevelingen die in het eindrapport van de commissie moeten komen. Wél circuleert een werkdocument met 119 aanbevelingen opgesteld door de experten van de commissie. Knack, Le Soir en De Tijd konden het document inkijken.

Veertien aanbevelingen

Hieronder leest u een selectie van veertien belangrijke aanbevelingen:

1. Beperk cash geld

Tijdens diverse hoorzittingen werd aangehaald dat de internationale fiscale fraude teert op verrichtingen in cash, buiten de gewone bancaire circuits om. De experten stellen dan ook voor om betalingen met cash ‘drastisch te beperken’ en over te stappen naar elektronisch geld. Doordat er daarop controlemogelijkheden zijn, kan fraude en witwassen voorkomen worden.

2. Geen afkoopwet voor zeer ernstige fiscale fraude

De experten stellen voor om in het fiscaal vervolgingsbeleid een onderscheid te maken tussen ‘gewone’, ‘ernstige’ en ‘zeer ernstige’ fiscale fraude. Het concept ‘ernstig’ moet daarbij nader gedefinieerd worden. Daarbij is het bedrag van de ontdoken belasting van belang, aangevuld met bijkomende wegingscriteria (zoals bijvoorbeeld recidive of de aanwezigheid van belastingparadijzen).

‘Gewone’ fiscale fraude wordt administratief afgehandeld. Voor ‘ernstige’ fiscale fraude is er een verplichte aanmelding bij het parket, maar kan alsnog gekozen worden voor de administratieve afhandeling. ‘Zeer ernstige fiscale fraude’ moet echter leiden tot daadwerkelijke vervolging met bijhorende dossieroverheveling naar de Bijzondere Belastinginspectie (BBI), zonder mogelijkheid tot verruimde minnelijke schikking.

3. Maak de échte eigenaars van offshores bekend

Offshoreconstructies in belastingparadijzen zijn interessant omdat de uiteindelijk begunstigde -de échte eigenaar zeg maar- volledig buiten beeld kan blijven. Een oplossing is om registers op te zetten die per bedrijf de uiteindelijk begunstigde (in het jargon: ultimate beneficial owner) identificeren. Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Spanje hebben na de Panama Papers beslist schermvennootschappen aan te pakken via gegevensuitwisseling over in het buitenland opgezette ‘overbelastingconstructies’. Ze willen een Ultimate Beneficial Owners Register creëren. De experten van de commissie roepen België op om ‘zo snel mogelijk’ aan dit initiatief deel te nemen.

4. Versterk de financiële speurders

De ‘rol, de infrastructuur en de uitrusting’ van de Centrale Dienst voor de bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie van de Federale Politie moeten volgens de experten worden ‘geconsolideerd’ met het oog op de bestrijding van de fiscale fraude. ‘Met betrekking tot de toekomst van die dienst en tot zijn belangrijke rol bij de bestrijding van de grote fiscale fraude moeten duidelijke langetermijnvooruitzichten worden bepaald en wettelijk versterkt.’

5. Verbied handelen met anonieme offshores

De experten pleiten voor een algemeen verbod om te handelen met offshores waarvan de uiteindelijk begunstigde niet kan worden geïdentificeerd.

6. Bescherm klokkenluiders

De Panama Papers gaan terug op een lek van ruim 11 miljoen documenten afkomstig van het Panamese advocatenkantoor Mossack Fonseca. Een anonieme klokkenluider, John Doe, bezorgde de data aan Süddeutsche Zeitung. Ook LuxLeaks en SwissLeaks kwamen er dankzij klokkenluiders. Toch ontbreekt het in Europa aan afdoende wettelijke bescherming voor klokkenluiders. Daarom pleiten de experts voor een ‘algemeen klokkenluidersmechanisme’. Dat moet rekening houden met ‘alle betrokken belangen’: die van de klokkenluider, de personen die het voorwerp zijn van de melding, de instellingen wiens informatie werd gebruikt én het algemeen belang. Over de vraag of de klokkenluiders inzake fiscale aangelegenheden een legitieme vergoeding mogen krijgen, moet volgens de experten een debat worden gevoerd.

'Geen afkoopwet voor zeer ernstige fiscale fraude'
© belga

7. Definieer belastingparadijs

Aangezien er verschillende lijsten en definities van belastingparadijzen bestaan, pleiten de experten voor een wettelijke verankering van het begrip belastingparadijs, ’teneinde hieraan een uniforme en geobjectiveerde invulling te geven’.

8. Verstreng de meldingsplicht voor betalingen aan offshores

Wie vandaag betalingen doet van meer dan 100.000 euro aan offshores, moet dat aangeven op zijn belastingbrief. De experten vragen om na te gaan of het bedrag van 100.000 euro verlaagd kan worden, en de uiteindelijk begunstigde van de offshore geïdentificeerd moet worden.

9. Verhoog de boete voor wie niet meewerkt

De fiscale administratie kan vandaag een boete van 625 euro opleggen aan een belastingplichtige die weigert mee te werken aan een fiscale controle ter plaatse. Dat bedrag is volgens de experten ‘op zijn zachtst uitgedrukt te laag en dus weinig ontradend’. De boete moet volgens hen naar boven worden bijgesteld in het licht van de recente rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Uit de Panama Papers bleek dat meer dan 15.000 offshores zijn opgezet met de hulp van meer dan 500 banken

10. Banken mogen geen belastingfraude faciliteren

Banken dienen zich ‘in ieder geval’ te onthouden van diensten die belastingfraude of -ontwijking kunnen faciliteren. Een bankierseed kan volgens de experten overwogen worden. Tussen de beroepsverenigingen en de fiscale administratie kan een charter worden onderhandeld waarin duidelijke beginselen worden opgenomen inzake fiscaal ethisch handelen.

11. Neem de licentie af van banken die over de schreef gaan

Uit de Panama Papers bleek dat meer dan 15.000 offshores zijn opgezet met de hulp van meer dan 500 banken. De experten stellen voor om de huidige Bankwet te wijzigen, ‘zodat de toezichthouder de banklicentie kan intrekken indien de bank een (bijzonder) mechanisme heeft opgezet’.

12. Hervorm het strafprocesrecht

Gerechtelijke onderzoeken naar complexe fiscale fraude duren vaak zeer lang, waardoor het risico op verjaring dreigt. Door de bestaande procedure handig te gebruiken, kunnen advocaten van de verdediging het onderzoek lang oprekken. Daarom stellen de experten voor om omvangrijke dossiers te kunnen opsplitsen, en om de mogelijkheid af te schaffen om net vóór de zitting van de raadkamer nog om bijkomende onderzoekshandelingen te vragen.

13. Geef politie en de BBI betere databanken

De experten pleiten ervoor dat gespecialiseerde politiediensten over meer databanken kunnen beschikken voor de bestrijding van financiële criminaliteit beschikken. Ook de ‘dynamiek inzake databankuitrusting’ bij de BBI moet versterkt worden.

14. Bevorder de samenwerking: zet een autonoom agentschap op

In de strijd tegen fiscale fraude zijn verschillende actoren betrokken: politie, parket, rechtbanken, kabinetten, belastingsadministratie, … De experten willen de integratie van die spelers aanscherpen door onder het gezag van de premier een autonoom agentschap op te richten, om akkoorden en overleg te bevorderen. Ter aanvulling moet een databank worden opgezet die ‘alle interessante economische, sociale en fiscale gegevens integreert’ en toegankelijk is voor een beperkt aantal medewerkers van het agentschap.

Alternatieve voorstellen zijn de oprichting van een Observatorium van de fraudemechanismen, of een Europees agentschap, bestaande uit nationale ambtenaren van de lidstaten en met als opdracht de lidstaten te steunen in de strijd tegen de internationale belastingfraude.

‘Banken wel degelijk op de hoogte’

In hun werkdocument blikken de experten ook terug op een van de belangrijkste “Belgische onthullingen” uit de Panama Papers: het Luxemburgse advieskantoor Experta, dat van 2002 tot 2011 via Banque Internationale à Luxembourg (BIL) deel uitmaakte van de Dexia-groep, had meer dan 1600 offshores helpen oprichten via Mossack Fonseca.

‘Dexia heeft een beroep moeten doen op de tussenkomst van de Belgische Staat, terwijl de Belgische Staat zelf benadeeld werd door het actief opzetten van fiscale structuren binnen de Dexia-groep’

‘Het ontduiken, maar tevens het ontwijken van belastingen met gebruik van anonieme en agressieve structuren, doet ethische vragen rijzen. Dergelijk “egoïsme” ligt maatschappelijk zeer moeilijk, hetgeen ook bevestigd is geworden door de vele verontwaardigde reacties in navolging van de diverse leaks’, aldus de experten. ‘Het Dexia-verhaal is daarvan een schrijnend voorbeeld, in die zin dat Dexia een beroep heeft moeten doen op de tussenkomst van de Belgische Staat, terwijl de Belgische Staat zelf benadeeld werd door het actief opzetten van fiscale structuren binnen de Dexia-groep.’

Tijdens de hoorzittingen verklaarden Belgische financiële instellingen dat er in de loop der jaren veel is veranderd. ‘Die veranderingen blijken echter voornamelijk te zijn ingegeven door “noodwendigheden”, eerder dan door gewijzigde ethische inzichten’, schrijven de experten. ‘Zo werden bijvoorbeeld binnen Dexia in december 2009 diverse initiatieven genomen om de offshore-activiteiten af te bouwen. Een en ander hield evenwel uitsluitend verband met de nasleep van de financiële crisis, de vrees voor een ernstig reputatierisico en de aankondiging van een meer verregaande fiscale transparantie.’

Voorts werd tijdens de verhoren herhaaldelijk verklaard dat de Belgische banken niet op de hoogte zouden geweest zijn van het feit dat op een omvangrijke schaal, vaak vanuit Luxemburg, offshore-structuren werden opgezet.

‘Dergelijke verklaringen lijken weinig waarschijnlijk’, oordelen de experten. Eén betrokkene verklaarde tijdens een hoorzitting dat ‘binnen maar ook buiten de groep zeer goed geweten was welke activiteiten BIL en Experta (alsook andere Luxemburgse banken) uitvoerden.’

Partner Content