Fruit- en groentetelers op zoek naar personeel: ‘Veel Polen durven niet meer naar België te komen’

Aardbeiplukkers in Heusden-Zolder. © Franky Verdickt

Door de coronamaatregelen dreigen fruit- en groentetelers in mei op zoek te moeten gaan naar 20.000 werkkrachten. Knack trok de velden in en sprak met telers, plukkers en stekers. ‘Als ik twee Polen wil vervangen, moet ik vier Belgen aannemen om hetzelfde werk gedaan te krijgen.’

De middagpauze is juist gedaan bij het land- en tuinbouwbedrijf van Johan Driessens in het Limburgse Kinrooi. De aspergestekers wandelen met hun metalen kistjes van de boerderij over de zandweg terug naar het veld voor het laatste deel van de oogst deze dag. Het is een bonte verzameling, totaal anders dan vorige jaren. Vroeger waren het Polen en Roemenen die het witte goud uit de Limburgse grond haalden, dit jaar varieert de groep van lokale scholieren en technisch werklozen tot Portugezen die niet terug kunnen naar eigen land.

Van de 30 hectare tuinbouwgrond wordt 10 hectare gebruikt voor de aspergeteelt, waarmee Johan Driessens bij de middelgrote aspergebedrijven hoort. Hij heeft 20 mensen in dienst, een pak minder dan voorgaande jaren, vertelt de asperge- en kippenboer. ‘Van de groep Polen die al jaren voor me werkt, zijn er maar negen over. De rest durft niet te komen. En de Roemenen die met het vliegtuig via Schiphol zouden komen, zitten vast omdat hun vluchten zijn geschrapt.’

Aspergeoogst in Nieuwkerken-Waas
Aspergeoogst in Nieuwkerken-Waas© Franky Verdickt

Net als andere fruit- en groentetelers moest Driessens noodgedwongen aankloppen bij de VDAB en de Boerenbond om personeel te vinden. Door de coronacrisis heeft ook de fruit- en groentesector het zwaar te verduren. Niet alleen valt een deel van de verkoop weg door de sluiting van de restaurants, de telers kampen ook met een tekort aan buitenlandse seizoenarbeiders nu de Europese grenzen dicht zijn.

‘Het is heel druk bij de aardbeienpluk en de asperges, maar ook andere telers die nu beginnen te zaaien en planten, hebben problemen’, zegt Vanessa Saenen, woordvoerder van de Boerenbond. ‘We hebben de komende weken behoefte aan 15.000 tot 20.000 extra werkkrachten. Er zijn 7000 vaste lokale seizoenarbeiders in ons land beschikbaar, maar het grootste deel van de seizoenwerkkrachten komt uit Midden- en Oost-Europa. Op dit moment zijn er circa 9000 buitenlandse seizoenarbeiders in ons land aan het werk. Meestal gaat het om mensen die in het begin van het jaar al kwamen om fruit te snoeien. Toen de coronacrisis begon, hebben ze van de overheid een verlenging gekregen van hun plukkaart. Normaal werken ze 65 dagen, nu is dat verdubbeld.’

Bulgaren zijn minder bang om ziek te worden. Of ze hebben het geld harder nodig, zo kun je het ook uitleggen.

Rudi Boermans, aardbeienteler

Van de seizoenarbeiders die zelf met de wagen naar België komen, wordt een deel doorgelaten, anderen dan weer niet. Blijkbaar heerst er nog altijd onduidelijkheid aan de grenzen. Zo werd vorige week op Zaventem een vliegtuig met Bulgaarse seizoenarbeiders teruggestuurd, omdat ze niet over de juiste papieren zouden beschikken. Ook aan de Roemeense en Poolse grens worden arbeidskrachten tegengehouden. Intussen doet de Europese Commissie een aanbeveling voor mogelijkheden om seizoenarbeiders de grens te laten oversteken naar het land waar ze zullen werken. Het is dus toegelaten, alleen zit er in verschillende landen nog ‘ruis op’, zoals Vanessa Saenen het uitdrukt.

‘Keihard werken’

Nu de bedrijven zijn heropend, kan het gros van de technisch werklozen stilaan weer aan de slag bij hun vaste werkgever. Bijgevolg verliezen de boeren opnieuw werkkrachten. Sinds 19 maart kunnen werkgevers bij de VDAB specifiek vacatures melden onder de noemer ‘Covid-19′. Om tijdelijk werklozen aan te moedigen zo’n covidjob aan te nemen, mogen ze 75 procent van hun uitkering behouden. Van de 33.378 kandidaten die zich opgaven, gingen 1041 mensen in de land- en tuinbouwsector aan de slag.

Els Vecauteren
Els Vecauteren© Franky Verdickt

Op zich een prima initiatief, al zijn de landbouwers er wisselend enthousiast over. Aspergeteler Els Vercauteren uit Nieuwkerken-Waas kreeg honderden telefoontjes per dag van tijdelijk werklozen: ‘Maar vaak konden ze maar twee uur per dag of pakweg drie halve dagen per week werken. Terwijl ik elke dag mensen nodig heb, vanaf half zeven ’s ochtends. De asperges stoppen niet met groeien, hè. De ene dag zijn we om vijf uur ’s middags klaar, de andere dag werken we door tot tien uur ’s avonds. Polen hadden daar geen problemen mee, maar de Belgen? Tja, die hebben een andere mentaliteit . (lacht)’

‘Eerst overwoog ik om in plaats van twee Polen, zes Belgen aan te nemen en die om en om te laten werken. Als ik twee Polen wil vervangen, moet ik sowieso vier Belgen aannemen om hetzelfde werk gedaan te krijgen. Maar van de tien mensen die ik aannam, waren er slechts twee die voldeden. Zes mensen hadden het na twee dagen al gezien. Ze vonden het veel te zwaar. Belgen zijn best van goeie wil, maar ze hebben een te rooskleurig beeld van dit beroep. Ze denken dat ze in een soort moestuin belanden en fijn frisse lucht kunnen opsnuiven. Terwijl het echt keihard werken is.’

‘Het gaat om zwaar werk en het wordt niet veel betaald’, bevestigt Vanessa Saenen van de Boerenbond. ‘Een seizoenarbeider, of hij nu uit Polen of uit België komt, verdient 9,26 euro bruto per uur. Daar hou je iets van 8,50 euro van over. Voor werkkrachten uit Oost-Europa, waar het gemiddeld maandloon veel lager ligt dan bij ons, is dat de moeite waard. Voor de Belgen ligt dat anders.’

Rudi Boermans
Rudi Boermans© Franky Verdickt

Ook Johan Driessens uit Kinrooi kreeg heel wat reacties op zijn covid-19-vacature. De sollicitanten kwamen van overal, vertelt hij. ‘Van Leuven, Antwerpen, Roeselare, noem maar op. De bereidwilligheid onder de mensen is groot. Maar het heeft geen zin om iemand van zo ver te laten komen voor hooguit twee weken. Want we beginnen rond half april te oogsten. En tegen die tijd vonden veel mensen het niet meer de moeite om te komen, omdat ze erop rekenden dat ze begin mei weer aan de slag konden bij hun vaste werkgever. Voor ons is het tijdrovend om telkens iemand op te leiden. Asperges steken vergt een zekere handigheid. Als ik dus iemand aanneem, wil ik graag dat hij blijft tot het einde van de oogst, ongeveer eind juni.’

We staan op de zandweg aan de rand van het veld. De seizoenwerkers rollen het plastic van de bermen waarin de asperges groeien en steken de groente vervolgens uit met een steekmes. Alles gebeurt met de hand, machines komen er niet aan te pas. De arbeiders staan ver van elkaar. Daar wordt wel degelijk op gelet, zegt Driessens. Van de twintig mensen blijven er elf ‘logeren’, zoals hij het noemt. Iedereen heeft zijn eigen kamer en zorgt zelf voor eten. ‘Ik vertrouw erop dat ze de coronamaatregelen in het oog houden.’

Bij de eerste aspergeberm zijn twee scholieren uit de buurt in de weer. De broers Wouter en Ruben Antonissen, achttien en zeventien jaar oud, werken overdag en studeren ’s avonds, vertellen ze. ‘Dat lukt goed. Intussen verdienen we een mooie cent bij. Het is de eerste keer dat we dit doen en het valt goed mee. Wij vinden het niet te zwaar.’

Johan Driessens
Johan Driessens© Franky Verdickt

Jochen Bas (21) zat net zonder werk toen de coronacrisis uitbrak. Voorzichtig steekt hij een asperge uit waarvan het witte kopje net boven de aarde zichtbaar is. ‘Ik woon thuis, betaal kostgeld en heb een autolening. Er moet dus geld in het laatje blijven komen. Ik ben hier nu een week bezig en het is best lastig werk. De asperges breken snel af, en je staat de hele dag gebukt. Als je naar huis gaat, voel je het in je rug, maar de volgende dag is dat weer over. Ik ben nog jong, als tijdelijke job is dit niet slecht. Maar of ik het elk jaar zou doen? Ik denk het niet.’

Behalve Polen en Belgen staan er ook Portugezen in het veld. Antonia Demota en zijn vrouw wonen in Porto en kwamen in januari naar België om prei te oogsten in West-Vlaanderen. Toen de coronapandemie uitbrak, was het te laat om nog naar huis te keren. Via de Boerenbond kwamen ze bij Driessens terecht. ‘Anders hadden we geen onderdak en geen werk gehad’, zegt Antonio. ‘We hebben drie kinderen die – gelukkig – bij mijn moeder kunnen blijven. Intussen hebben we hen al sinds januari niet meer gezien, ik mis ze enorm. We hopen in juni terug te keren. Maar we denken niet te veel vooruit, we maken er het beste van. We kunnen ook niet veel anders.’

Ze maken er allemaal het beste van, zegt Driessens, terwijl hij uitkijkt over zijn land. ‘We leven van dag tot dag, we moeten de situatie nu eenmaal ondergaan. Ik zal al blij zijn als ik er niet te veel op verlies. Gelukkig heb ik mijn kippen nog, dat scheelt.’ Hij wijst op de aangrenzende akker. De asperges zijn er niet geoogst en steken ver boven de grond uit. Zodra ze boven de grond komen, veranderen de asperges van kleur en worden ze groen. ‘Die oogst ben ik volledig kwijt’, zegt Driessens. ‘Er zijn te weinig mensen om alles te oogsten. Gemiddeld levert een hectare grond 7000 kilo asperges op. Normaal oogsten we 70.000 kilo asperges. Door het verlies van dat veld, ben ik al 21.000 kilo kwijt.’

Een seizoenarbeider, of die nu uit Polen of uit België komt, verdient 9,26 euro bruto per uur.

Vanessa Saenen, Boerenbond

Asielzoekers

Om het tekort aan seizoenarbeiders op te vangen, heeft de regering beslist dat ook asielzoekers onmiddellijk aan de slag kunnen zodra hun aanvraag tot bescherming bij het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CVGS) is ingediend. Aardbeienteler Rudi Boermans uit Heusden-Zolder heeft een tiental asielzoekers in dienst. ‘Ze komen op de fiets vanuit het asielcentrum, met een formulier waarop staat dat ze hier werken. ’s Avonds moeten ze voor een bepaald uur weer binnen zijn.’ We wandelen met de aardbeienteler naar de kassen. De aardbeien staan in bakken die op goten zijn geplaatst. De goten hangen op gezichtshoogte zodat de plukkers zich niet hoeven te bukken. Een handig systeem, zegt Boermans. Hij heeft ook blauwbessen die wel in de grond staan. ‘Om die te plukken, moet je op je knieën zitten. Na een dag plukken, kom je niet zomaar overeind, geloof me. Maar het went.’

Hij is tevreden over de asielzoekers, zegt de landbouwer. ‘Ze komen uit Venezuela, Ecuador, Libanon en Palestina. De meesten zitten al ruim een jaar in het asielcentrum en hebben al die tijd niet meer gewerkt. De eerste dagen waren ze helemaal kapot. Maar stilaan begint het te lukken.’

Jochen Bas
Jochen Bas© Franky Verdickt

Ook bij Rudi Boermans hebben de Polen het laten afweten uit angst. ‘België had zo veel coronadoden dat ze het niet aandurfden om af te reizen. Velen vertelden me ook dat ze deze keer hun eigen gezondheid en die van hun familie belangrijker vonden dan geld.’ Bulgaren vinden dan weer wel de weg naar de aardbeienboerderij, weet Boermans. ‘Ze zijn minder bang om ziek te worden. Of ze hebben het geld harder nodig, zo kun je het ook uitleggen.’ Boermans heeft een paar huizen waar zeven tot acht buitenlandse seizoenarbeiders verblijven. Hij let er goed op dat ze afstand van elkaar houden. ‘Wat dat betreft ben ik streng. Als deze mensen ziek worden, is dat een ramp.’

Gaan we straks door de coronaproblemen meer betalen voor onze tuinbouwproducten? Volgens Luc Vanoirbeek van het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) wordt het tekort in de verkoop door de sluiting van de horeca gecompenseerd door het feit dat mensen meer groenten en fruit kopen nu ze thuis zijn. ‘Daardoor zijn de prijzen stabiel gebleven. Maar de export is een andere factor. Meer dan 60 procent van de groenten en het fruit in Vlaanderen gaat naar het buitenland. Als de Europese eenheidsmarkt goed blijft functioneren, zal dat geen probleem zijn. Een andere vraag is of we het allemaal op tijd kunnen oogsten. Met de asperges zal het nu wel lukken, maar ik zie de coronamaatregelen nog een tijd duren. En stel dat we straks voor onze perenteelt geen plukkers kunnen vinden, dan wordt het aanbod kleiner en zullen we dat wel degelijk in onze portemonnee voelen. Het is allemaal erg onvoorspelbaar.’

Partner Content