Filosofe Tinneke Beeckman: ‘Ik ben nog altijd ongelovig, maar ik denk daar nu anders over’

Stijn Tormans

Waarover is filosofe Tinneke Beeckman van gedachte veranderd? ‘Vroeger vond ik het irrelevant om een visie op God te hebben. Ik ben nog altijdongelovig, maar ik denk er nu toch anders over.’

In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.

‘Mijn ouders zijn in een streng katholiek milieu groot geworden’, zegt Tinneke Beeckman. ‘Later hebben ze zich van het geloof afgekeerd. Zo hebben ze mij opgevoed. Ik ben niet gedoopt en ben nauwelijks door de kerk beïnvloed. Vroeger dacht ik: God bestaat niet, God is dood, dat is afgehandeld. Tot ik Spinoza, Machiavelli en andere denkers begon te lezen. Dankzij hen ben ik van gedachte veranderd. Ik ben nog steeds ongelovig. Maar ik denk dat je altijd een standpunt inneemt over de relatie tussen de mens, de natuur en wat die natuur overstijgt. Zelfs mensen die zeggen dat ze niet in God geloven, maken toch een metafysische keuze.’

Dat moet u eens verklaren.

TINNEKE BEECKMAN: Misschien kan ik dat het best doen door uit te leggen hoe filosofen als Spinoza en Ayn Rand erover denken en waar het verschil zit. Ze zijn allebei atheïst, maar bekijken de rol van de mens op een andere manier. Spinoza vergelijkt je lot met een schip op zee. Je moet je richten op je eigen kracht, en zo goed mogelijk proberen te varen: je schip optuigen, navigeren, het weer inschatten… Maar uiteindelijk controleer je niet alles. Je bent God niet, je bent een deel van een groter geheel. Spinoza zegt dus: leer jezelf kennen, je beperkingen en sterktes, je passies. En hoe de wereld in elkaar zit. Daarbij moet je aanvaarden dat sommige dingen je nu eenmaal overstijgen. Ook heb je in het leven anderen nodig, je bent een sociaal wezen.

Zelfs mensen die zeggen dat ze niet in God geloven, maken toch een metafysische keuze.

Rands ideale mens, daarentegen, krijgt een goddelijke allure. Hij is volstrekt rationeel en autonoom. Hij bepaalt zijn eigen morele wet. Hij is aan niemand iets verschuldigd, niet aan familie, niet aan de samenleving. Hij kan zichzelf als het ware uitvinden. En hij kan door technologie en wetenschap de wereld naar zijn hand zetten. Spinoza en Rand geloven dus niet in de joods-christelijke God, maar ze maken wel andere metafysische keuzes over de relatie tussen mens en natuur. En over wat het individu zou kunnen bereiken.

Er zijn dus verschillende vormen van atheïsme. Maar heeft dat ook gevolgen?

BEECKMAN: Ja. Ik besef nu dat die keuze bepaalt hoe ruim je je mogelijkheid tot handelen inschat. Hoe maakbaar je denkt dat je eigen lot is. Toen ze depressief werd, zuchtte Rand naar verluidt dat haar ideale held zich nooit zo angstig en machteloos zou voelen. Want haar perfecte man kan zich beheersen. Spinoza’s filosofie helpt wel om met depressieve gevoelens om te gaan. Dat je je verdrietig of angstig voelt, is geen falen. Elke mens heeft passies en verbeelding. Je hoeft jezelf dus niet streng te beoordelen. Hetzelfde geldt voor politieke macht. Spinoza’s visie op God leidt tot gelijkheid, democratie en pluralisme. Dat is niet zo voor Rand. Zij aanbidt de held, die de politieke en morele autoriteit krijgt om de samenleving te bepalen.

Twijfelt een filosofe zoals u ook weleens?

BEECKMAN: O ja, als ik een gedachte ontwikkel, vraag ik soms aan mijn man: zou het niet kunnen dat ik ernaast zit? Als ik anderen bekritiseer, voeg ik er vaak aan toe: misschien lijdt mijn werk aan soortgelijke gebreken. Je ziet gemakkelijk de tekortkomingen bij anderen, terwijl je ze bij jezelf veel moeilijker ontdekt.

Partner Content