Naar aanleiding van de start van de onderhandelingen voor de budgetten van de Regie der Gebouwen staat N-VA-Kamerlid Lieve Truyman stil bij de staat van het federaal vastgoedpatrimonium.
Vlamingen dwepen met het ideaalbeeld van “huisje, tuintje, boompje”. Dat is een huizenhoog cliché, maar laat wel sterk uitschemeren welke waarden wij als volk koesteren. Het weerspiegelt niet alleen een individuele levensstijl maar vooral ook een gemeenschappelijke visie op samenleven waarbij we zorg dragen voor ons gezin, onze buurt en ons stukje grond. Daar kan onze federale overheid nog iets van leren.
De Belgische Staat bezit meer dan 7 miljoen vierkante meter aan vastgoed. De Regie der Gebouwen is daarvoor verantwoordelijk. Dat vastgoed wordt gebruikt door onze federale instellingen en administratieve diensten, zoals justitie, politie, musea, enzovoort. Maar wie denkt dat dit beheer ergens op lijkt, komt bedrogen uit. Schimmel op muren, lekkende daken, verouderde elektriciteitsleidingen, loskomende plafonds zijn méér regel dan uitzondering. Energie ontsnapt er vaak langs alle kanten.
De erbarmelijke staat van de meeste gevangenissen en gerechtsgebouwen is alom bekend. De stellingen rond het Justitiepaleis in Brussel moesten enkele jaren geleden zelfs al zélf gerestaureerd worden.
De Regie had tot voor kort niet eens een degelijke inventaris van haar gebouwen.
Laat dat even doordringen: de federale overheid wist gewoon niet wat ze bezit. Daarom heeft N-VA erop aangedrongen om in het federaal regeerakkoord op te nemen dat de Regie der Gebouwen prioritair werk diende te maken van een volledig vastgoedkadaster.
In de beleidsnota van bevoegd minister Vanessa Matz werd aangekondigd dat dit kadaster pas op het einde van de legislatuur zou gepubliceerd worden. Oktober 2025 was de deadline om in een eerste fase van dit proces de structuur van het toekomstige kadaster uit te bouwen.
In de kamercommissie Mobiliteit en Overheidsbedrijven stelde ik deze tijdslijn herhaaldelijk in vraag. Dit kadaster is immers een absolute must om de efficiëntie van de Regie te verbeteren. Er is fundamenteel nood aan duidelijkheid. Investeringen, duurzaamheidsstrategieën en herbestemmingen kunnen pas degelijk uitgevoerd worden wanneer je weet wat er exact in je mand ligt.
Eindelijk een kadaster
Op 1 oktober kondigde de minister dan toch plots de publicatie aan van dit vastgoedkadaster. Voorlopig wel enkel te raadplegen door parlementsleden.
Onze partij is zeer tevreden dat er nu eindelijk een eerste stap gezet is naar meer transparantie. Uit het kadaster blijkt alvast dat 4,8% van de gebouwen gewoon leegstaat. Dit komt overeen met ruwweg 330.000 m² of 50 voetbalvelden. Dat kost handenvol geld aan onderhoud, onbenutte ruimte en buurten die moeten worden opgewaardeerd. Want niet alleen alleen het gebouw zelf verloedert, ook de buurt. Het trekt vandalisme aan en creëert een gevoel van onveiligheid.
Van leegstand naar herwaardering
Leegstand moet aangepakt worden met doortastende keuzes: verkopen wat niet meer nodig is, herbestemmen wat potentieel heeft, en investeren in wat toekomst heeft. Maak daarom de Regie ook zélf verantwoordelijk voor de opbrengsten van verkocht vastgoed. Die opbrengsten kunnen dan dienen voor broodnodige renovaties: gevangenissen, administratieve gebouwen, musea.
Voor de herbestemming van leegstaande gebouwen is ook een coherente samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus onontbeerlijk. Die kan enkel bereikt worden door een transparant en open beheer bij de Regie.
De federale overheid zou het goede voorbeeld moeten geven: door haar patrimonium duurzaam en maatschappelijk relevant in te zetten. Gebouwen zijn geen passieve hoop stenen, ze hebben een potentieel aan publieke waarde. Maar dan moet je ze natuurlijk ook wel beheren zoals een goede huisvader.
Dit kadaster is een eerste goede stap maar er is nog werk aan de winkel.
De hervorming van de Regie is een andere belangrijke pijler uit het regeerakkoord.
Ik blijf dit opvolgen. Het kadaster moet nu nog verder aangevuld worden met alle belangrijke bijkomende gegevens van élk overheidsgebouw. Zodat het een nuttig werkinstrument wordt voor het federaal vastgoedbeheer. En de Regie zelf moet een daadkrachtige en efficiënte overheidsdienst worden.