Federaal migratiecentrum Myria: ‘Kinderen opsluiten is altijd een rode lijn’
Het federaal migratiecentrum Myria spreekt zich met klem uit tegen de zogenaamde ‘family units’ van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA).
De kans is groot dat staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) straks opnieuw vergelijkingen met de Amerikaanse president Donald Trump zal moeten doorstaan. In de loop van de maand juli wil Francken migrantengezinnen opsluiten die zijn uitgeprocedeerd maar weigeren om teruggestuurd te worden naar hun land van herkomst. Daartoe heeft hij vijf ‘family units’ laten bouwen op het terrein van het repatriëringscentrum 127bis in Steenokkerzeel.
Francken hoopt net als Trump op een afschrikkingseffect. Dat schreef hij midden juni aan Europees commissaris voor de Mensenrechten Dunja Mijatovi. Die reageerde dat kinderen opsluiten onder geen beding aanvaardbaar is.
De Europese Commissie krijgt in België brede steun. Actievoerders bezetten vorige week de werf in Steenokkerzeel. Kamerlid Wouter Devriendt (Groen) had het na een bezoek over een ‘gouden kooi’. En bijna driehonderd organisaties, waaronder de Belgische Bisschoppenconferentie, Unicef en Child Focus, hebben zich verenigd in de actiegroep www.eenkindsluitjenietop.be, die deze week nog een protestmoment in Brussel plant. Ook het federaal migratiecentrum Myria is formeel tegen. Directeur François De Smet: ‘Kinderen opsluiten is een rode lijn. Altijd.’
Dwangmaatregelen brengen geen soelaas: ze schaden de kinderen en zijn vaak duurder.
De Smet weet waarom de regering deze drastische maatregel neemt. ‘Sinds 2008 worden gezinnen met minderjarige kinderen niet meer opgesloten in een gesloten centrum. Uitgeprocedeerde gezinnen, maar bijvoorbeeld ook gezinnen van wie de procedure nog loopt en die materiële steun aanvroegen, zitten nu in de zogenaamde terugkeerwoningen. Op voorwaarde dat er altijd één volwassene in de woning aanwezig is, mogen kinderen naar school en ouders boodschappen gaan doen of naar de advocaat. Van de 144 gezinnen die daar in 2016 werden vastgehouden, werd 38 procent van het Belgische grondgebied verwijderd, werd 27 procent in vrijheid gesteld (bijvoorbeeld omdat ze een legaal statuut kregen) en was 35 procent spoorloos verdwenen op het moment dat ze het grondgebied moesten verlaten. Die 35 procent is de regering een doorn in het oog.’
Myria gelooft dat die 35 procent omlaag te krijgen is. ‘Die ontsnappingen bewijzen in de eerste plaats dat het systeem beter kan. Dwangmaatregelen brengen geen soelaas: ze schaden de kinderen en kosten vaak meer. Er zijn al alternatieven, zoals in de woning blijven wonen, maar dan onder strenge voorwaarden.’
Zelfs al was het aantal mensen dat op de vlucht slaat écht dramatisch, dan nog zou het geen excuus zijn om kinderen op te sluiten, zegt De Smet. ‘Net als het afschrikkingseffect, dat ik niet bij voorbaat uitsluit. Geen enkel resultaat dat je zou kunnen boeken door kinderen op te sluiten, is een aanvaardbaar argument.’
De Smet benadrukt dat Francken een moeilijke evenwichtsoefening te wachten staat. ‘Een efficiënt terugkeerbeleid voeren mét respect voor de grondrechten is niet gemakkelijk. Maar die grondrechten zijn een hoeksteen van het beleid, niet een van de variabelen. Kinderen opsluiten is dus nooit een optie.’
Dit artikel verschijnt woensdag 27 juni in Knack.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier