Onkostennota’s Europarlementsleden blijven geheim

Europees Parlement © Belga
Kristof Clerix

Europarlementsleden hoeven hun onkostennota’s niet publiek te maken. Dat heeft het Europees Hof van Justitie beslist. Het Europees Parlement had de toegang tot die documenten geweigerd aan 29 journalisten uit alle EU-lidstaten. De rechtbank geeft het Parlement gelijk, omwille van privacyredenen.

Het proces tegen het Europees Parlement werd in november 2015 opgestart door een team van 29 journalisten van Knack, Newsweek Poland, de NOS, Stern en andere Europese media. Op basis van de Wet op de openbaarheid van bestuur hadden de journalisten van The MEPs Project (MEP staat voor Members of European Parliament, nvdr.) bij het Europees Parlement documenten opgevraagd over de onkostenvergoedingen van de 748 Europarlementsleden. Bovenop hun loon krijgen die immers verschillende onkosten terugbetaald: algemene onkosten, een vaste dagvergoeding, reisonkosten en personeelstoelagen.

Ongeacht dit arrest ben ik ervan overtuigd dat wij gelijk hebben en zij niet. Overheidsuitgaven van Europarlementsleden moeten open staan voor publieke controle.

Anuska Delic, The MEPs Project

Het Europees Parlement weigerde de documenten publiek te maken. Het schermde met privacy- bekommernissen en een vermeende buitensporige werklast die het gevolg zou zijn van het vrijgeven van de documenten. Bovendien argumenteerde het parlement dat het geen documenten bijhoudt over hoe de Europarlementsleden hun algemene onkostenvergoedingen besteden.

‘Nood om documenten vrij te geven niet aangetoond’

Daarop stapten de journalisten naar het Europees Hof van Justitie in Luxemburg, dat er onder meer op toeziet dat de EU-wetgeving in alle lidstaten op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast. Vandaag, drie jaar later, maakte de rechtbank zijn arrest bekend.

‘Het hof bevestigt de weigering van het Parlement om toegang te geven tot documenten met betrekking tot de algemene onkosten, reisonkosten en personeelstoelagen van de Europarlementsleden’, schrijft het Hof in een persbericht. ‘Het Parlement argumenteerde terecht dat de documenten persoonsgegevens bevatten, aangezien [de journalisten] niet konden aantonen waarom het nodig was om ze vrij te geven.’

‘Het Hof herinnert eraan dat instellingen de toegang tot een document moeten weigeren wanneer de vrijgave de bescherming van privacy en integriteit van het individu zou ondermijnen’, aldus het persbericht. ‘Alle opgevraagde documenten bevatten gegevens over natuurlijke personen (namelijk Europarlementsleden). Het simpele feit dat die persoonsgegevens nauw verbonden zijn met publieke gegevens over die personen, betekent niet dat het niet zou gaan om persoonlijke data.’

‘Overmatige administratieve last’

Het Hof wijst er ook op dat toegang tot documenten met persoonsgegevens toch kan gegeven worden wanneer aangetoond wordt dat die vrijgave noodzakelijk is, én er geen reden is om aan te nemen dat de vrijgave de belangen van de personen zou kunnen schaden. Het Hof oordeelde dat die voorwaarden niet vervuld zijn.

De journalisten hebben volgens het Hof niet aangetoond dat de vrijgave van de persoonsgegevens ‘noodzakelijk is om een adequate controle te garanderen op de onkostenvergoedingen die de Europarlementsleden krijgen om hun mandaat te vervullen.’

Het Hof stelt dat de journalisten tekortkomingen in en de ineffectiviteit van bestaande controlemechanismen willen aankaarten. ‘Maar het is niet aan het Hof om dat punt te beoordelen in de context van deze procedure.’

Wat een gedeeltelijke toegang tot de onkostennota’s betreft -waarbij de persoonsgegevens zouden worden geanonimiseerd in de documenten- stelt het Hof dat dat het ‘nuttige effect’ van de vrijgave zou ontnemen. Zo’n gedeeltelijke toegang zou de journalisten immers niet toelaten om de uitgaven van Europarlementsleden individueel te monitoren. Bovendien is het Hof van oordeel dat het weghalen van alle persoonsgegevens in die documenten een ‘overmatige administratieve last’ zou betekenen, gelet op het totale aantal documenten -meer dan vier miljoen in totaal.

‘We gaan in beroep. We hebben geen andere keuze’

De Sloveense journaliste Anuska Delic, de teamleader die het initiatief nam voor The MEPs Project, noemt het arrest van het Hof ‘beschamend’:

‘In combinatie met de duidelijk aangetoonde onwil van de Europarlementsleden om hun uitgaven te laten controleren, speelt dit rechtstreeks in de kaart van EU-sceptici. Het toont dat de enige verkozen vertegenwoordigers van EU-burgers, namelijk de Europarlementsleden, een klasse apart vormen en aan niemand antwoord moeten geven -ook niet aan het publiek.’

‘Bovendien lijkt het erop dat de rechtbank de argumenten van het Europees Parlement heeft gecopy-pasted’, zegt Delic. ‘Daarom vraag ik me af wat ze tijdens drie jaar beraadslaging eigenlijk hebben gedaan. Een van onze belangrijkste argumenten -dat de door ons gevraagde documenten géén persoonlijke gegevens van de Europarlementsleden betreffen- werd door het Hof volledig over het hoofd gezien.’

‘Ongeacht dit arrest ben ik ervan overtuigd dat wij gelijk hebben en zij niet. Overheidsuitgaven van Europarlementsleden moeten open staan voor publieke controle -net als bijna alle overheidsuitgaven, met uitzondering van die van defensie of inlichtingendiensten. We zullen in beroep gaan. We hebben geen andere keuze.’

Het Europees Hof van Justitie heeft vandaag een grote slag toegebracht aan transparantie.

Nick Aiossa, Transparancy International EU

‘Je kan argumenteren dat de Europarlementsleden tijdens de uitoefening van hun functie niet dat recht op gegevensbescherming hebben zoals anderen’, reageert Natasa Pirc Musar, de advocate van het team journalisten (en voormalig Informatiecommissaris van Slovenië). ‘Dit arrest stelt eigenlijk dat Europarlementsleden kunnen claimen, wanneer dat politiek nodig is, dat de bescherming van persoonsgegevens wint van transparantie.’

De advocate benadrukt dat het gaat om een enorm bedrag aan publieke middelen: ’62 miljoen euro per jaar. Door dit arrest zijn die compleet geheim voor het publiek. (…) Vandaag hebben niet enkel de journalisten verloren, maar ook het grote publiek, én transparantie als standaard in een moderne democratische maatschappij -om nog te zwijgen over gezond verstand.’

‘Gevaarlijk precedent’

De non-profit Transparency International EU noemt het arrest een ‘gevaarlijk precedent’: ‘Het is onverdedigbaar dat het Europees Parlement transparantie blijft blokkeren over hoe publiek geld wordt uitgegeven door de verkozen Europarlementsleden.’

Nick Aiossa van Transparency International EU: ‘Het Europees Hof van Justitie heeft vandaag een grote slag toegebracht aan transparantie door het Europees Parlement toe te staan de uitgaven van Europarlementsleden volledig geheim te houden voor het publiek. De journalisten die de zaak hebben aangespannen, stellen terecht dat het in het algemeen belang is burgers toe te staan na te gaan hoe Europarlementsleden het geld van de belastingbetaler gebruiken. In een tijd waarin het vertrouwen in de EU-instellingen zo laag is, is dit een belachelijke boodschap om uit te sturen in de aanloop naar de Europese verkiezingen van volgend jaar.’

Andere Europese instellingen trekken wél de kaart van transparantie. De Europese Commissie publiceert sinds december 2017 online de reisonkosten die de Eurocommissarissen maken in het kader van hun mandaat. En in mei 2018 maakten ook de toplui van meer dan 50 EU-agentschappen hun reiskosten publiek.

Stemmen uit het parlement

Bart Staes, Europarlementslid voor Groen, respecteert maar betreurt dit vonnis. ‘Het is duidelijk dat er meer transparantie nodig is wat betreft uitgaven van Europarlementsleden en het is jammer dat de ambtelijke leiding van het parlement dat niet wil inzien, ook al krijgen ze nu juridisch gelijk.’ Volgens Staes is een grote meerderheid van de parlementsleden ‘akkoord met het feit dat er een nood is aan meer transparantie’, maar liggen het Bureau en de Voorzitter van het Europees Parlement, Antonio Tajani, in de weg.

Lees hier het volledige arrest.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content