De problemen van Spanje en Griekenland krijgen oppervlakkige behandeling en ook de ECB gooit steeds nadrukkelijker de handdoek.
Gisteren vergaderde de zogenaamde eurogroep, zijnde de ministers van Financiën van de eurozone, in Luxemburg. Rond Spanje en Griekenland tekent zich een consensus af die qua inhoud en ernst in schril contrast staat met de teneur van de verklaringen afgelegd nadien.
Zo verklaarde Europees commissaris Olli Rehn dat de monetaire unie eigenlijk terug van voor af aan dient te worden opgebouwd. Rehn geeft daarmede toe wat vele andere euroleiders blijven ontkennen, nl. dat we volop in een systeemcrisis zitten omdat deze monetaire unie van bij de start compleet fout in elkaar gestoken is.
Het grenst aan het onwaarschijnlijke dat iemand als Commissievoorzitter José Manuel Barroso de dag voordien nog met een uitgestreken gezicht verklaarde dat “de oorsprong van deze crisis niet in Europa zelf moet gezocht worden”.
Een andere opvallende verklaring in het zog van de eurogroep-top van gisteren kwam van Christiane Lagarde, de topvrouw van het IMF. Ook zij ventileerde nog maar eens de stelling dat de eurolanden nu echt de handen aan de ploeg moeten slaan om deze crisis structureel aan te pakken. “De leefbaarheid van de eurozone staat ter discussie”, aldus Lagarde.
De credibiliteit van mevrouw Lagarde is niet onbesproken. Zij was van medio 2007 tot medio 2011 de Franse minister van Financiën. Vanuit die functie speelde ze een eersterangsrol in de eerste jaren van de eurocrisis. Lagarde wees er in die periode onverdroten op, onder meer, dat er niks fundamenteels fout zit met de eurozone (“de markten begrijpen de euro niet”, was één van haar favoriete uitspraken) en dat Griekenland of eender welke andere eurolidstaat nooit zou defaulten. Lagarde was geruime tijd de verpersoonlijking van de ontkenning van de ernst van de eurocrisis.
Inhoudelijk krijgen de contouren van de volgende acties naar Griekenland en Spanje stilaan vorm. Wat Spanje betreft, geven de twee auditors aan dat de Spaanse banken zelfs bij extreme stress maximaal 62 miljard euro vers kapitaal nodig hebben. Volledig in de lijn van voorgaande Europese stress tests op de banken is dit compleet ongeloofwaardig, onder meer omdat de omvang en de impact van de te verwachten verdere daling van de vastgoedprijzen in Spanje niet ernstig zijn. Geloofwaardigere schattingen van de echte kapitaalbehoefte van de Spaanse banken landen tussen de 150 en de 250 miljard euro (zie bijvoorbeeld Juan Ramon Rallo, de adviseur van de Bank of Spain, in Trends). Toen de Europese leiders onlangs 100 miljard uittrokken voor een lening aan de Spaanse banken reageerden de markten erg negatief, onder meer vanwege het te geringe bedrag. Ook nu gaan de eerste tekenen vanuit de markten in dezelfde richting.
In de discussie rond de banken en hun kapitaalbehoeften heerst vandaag een grote spraakverwarring. Niet enkel de Spaanse maar op een zeldzame uitzondering na alle Europese banken hebben behoefte aan bijkomend vers kapitaal (cfr de downgrade van 15 grootbanken door Moody’s). Leningen zijn echter geen kapitaal, zeker niet als die leningen komen van staten die individueel of in groep in een situatie verzeild zijn geraakt van twijfelachtige kredietwaardigheid. Banken kunnen zich enkel op een geloofwaardige manier versterken als ze verse kapitalen uit de markten halen. Dat zal echter enkel maar kunnen aan koersen nog veel lager dan de huidige wat dus zou neerkomen op een decimering van de bestaande aandeelhouders. Nu decimeren de euroleiders de belastingsbetalers.
Wat Griekenland betreft gaf onze minister van Financiën Steven Van Ackere (CD&V) gisteren aan hoe het compromis met de nieuwe Griekse regering er zal gaan uitzien. Bondig samengevat: als Griekenland versneld werk maakt van structurele hervormingen van de economie kunnen de andere eurolanden zich wat coulanter opstellen inzake begrotingsdoelstellingen. Dat zal de nieuwe Griekse regering als muziek in de oren geklonken hebben. Op basis van wat we de voorbije twee jaar zagen gebeuren, vertalen de Griekse onderhandelaars dat als volgt: we gaan een aantal hervormingen beloven en dan blijft de geldkraan wel open, ook al omdat iedereen het in zijn broek doet over een mogelijke exit van Griekenland. En als dan blijkt dat Griekenland die hervormingen niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd heeft? Wel, dan moet er terug onderhandeld worden, opnieuw in een sfeer van dreigementen allerhande die Griekse politici ondertussen wel naar reële waarde kunnen inschatten.
Als klap op de euro-vuurpijl lekte gelijktijdig met de eurotop in Luxemburg uit dat de Europese Centrale Bank (ECB) papier van mindere kwaliteit zal aanvaarden voor haar financieringsoperaties. De ECB doet dit omdat een aantal banken gewoon geen papier van topkwaliteit meer op hun balans hebben. De ECB gaat dus harde (alhoewel …) euros verstrekken in ruil voor junk. Of zoals collega Rik Van Cauwelaert puntig opmerkte: “Binnenkort krijg je van de ECB geld op basis van beloftes”.
Het discours rond de eurocrisis wijzigt. Steeds meer beleidsverantwoordelijken steken hun extreme bezorgdheid niet langer onder stoelen of banken. De concrete beleidsacties blijven echter uit of gaan zelfs de verkeerde kant op. En dit terwijl de recessie binnen de eurozone gestaag verder uitdiept zoals ook bleek uit de jongste enquête van Markit onder de aankoopverantwoordelijken bij bedrijven.
Johan Van Overtveldt