‘Er staat een groot, hoogopgeleid vrouwenleger klaar’

Kirsten van den Hul © Tom Verbruggen
Han Renard

8 maart is weer Internationale Vrouwendag. Een goed moment om stil te staan bij het feit dat de hoofdrolspelers in onze samenleving nog steeds oudere witte heteroseksuele mannen zijn, zegt de Nederlandse feministe Kirsten van den Hul.

Veel mensen denken dat we in landen als Nederland en België zo ongeveer klaar zijn met de emancipatie van vrouwen. U bent het daar niet mee eens?

Kirsten van den Hul: Nee. We hebben natuurlijk heel veel stappen gezet. Mijn grootmoeder heeft haar school nooit afgemaakt, ik heb twee studies gedaan. Toen mijn grootmoeder werd geboren, hadden vrouwen nog geen stemrecht en ik durf mijn ambitie uit te spreken om de eerste vrouwelijke premier van Nederland te worden. Er is in korte tijd dus wel degelijk enorme vooruitgang geboekt. Maar juist in het denken dat we er al zijn, schuilt het gevaar van de zelfgenoegzaamheid.

Daar is op dit moment geen reden toe, want er zijn nog heel veel dingen mis. Eén blik op het Europese politieke speelveld en je ziet dat het merendeel van onze leiders nog altijd oudere witte mannen zijn. Ook in het bedrijfsleven en de academische sector zijn alle hoofdrolspelers mannen. Macht is dus nog altijd een mannenmonopolie.

Waarom komen dan niet meer vrouwen daartegen in opstand? Waarom willen zo weinig vrouwen zich nog feministe noemen?

Van den Hul: Het woord feminisme heeft een bijzonder slechte branding gekregen. Mensen – vooral mannen – zijn vaak verbaasd als ze mij in persoon ontmoeten. ‘Jij ziet er helemaal niet uit als een feministe,’ zeggen ze dan, ‘je draagt nagellak en make-up en ook weleens sexy kleding.’ Maar ook dat is onderdeel van mijn feminisme. Ik ben erg trots op mijn vrouwelijkheid. Daarnaast is in de jaren zeventig, toen de vrouwenbeweging een stuk meer van de barricade dan van de lobby was, het beeld ontstaan dat feministen tegen mannen zijn. Ik vind het jammer dat dit beeld nog altijd bestaat, want voor mij gaat feminisme om het nastreven van gelijkheid en om samenwerking. Ik zeg niet dat vrouwen beter zijn, helemaal niet, het gaat mij juist om de mix.

Maar waarom maken niet veel meer vrouwen zich druk over de ongelijkheid die nog bestaat?

Van den Hul: Omdat heel veel vrouwen het best vinden zo, en zich niet bewust zijn van de mogelijkheden die ze hebben. Veel vrouwen zijn heel tevreden met een parttime baan, yogalessen en geld om te shoppen. Ze denken dat dat vrijheid is. Maar in Nederland is maar de helft van alle werkende vrouwen economisch zelfstandig. Dat betekent dat er ongeveer 3 miljoen vrouwen in Nederland zijn die het risico lopen om in armoede te raken als hun partner komt te overlijden of als, wat in 33 procent van de huwelijken helaas gebeurt, hun huwelijk strandt. En dan is er ook nog de heersende beeldcultuur. Die heeft ook heel veel impact op hoe vrouwen over zichzelf en hun mogelijkheden denken.

En toch bent u hoopvol gestemd. De eeuw van de vrouw is de ondertitel van uw boek (S)hevolution.

Van den Hul: Dat waren woorden van de Braziliaanse presidente Dilma Roussef toen ze als eerste vrouw in de geschiedenis de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties opende. Ik was daar toen, als Nederlandse vrouwenvertegenwoordiger bij de VN, en ik vond het een prikkelend statement. De economische crisis duwt ons in elk geval met de neus op de feiten. Op de kwetsbaarheden van vrouwen, maar ook op de kwetsbaarheden van wat ik de testosteroncratie noem. In het bedrijfsleven en zelfs in de financiële sector wordt steeds vaker erkend dat de machocultuur niet meer volstaat. Er is iets aan het bewegen en dat moet ook wel, want kijk naar een willekeurige universiteit: 60 tot 70 procent van de studenten zijn meisjes. In potentie zijn alle ingrediënten aanwezig voor een omwenteling van het oude systeem. Er staat een groot, hoogopgeleid vrouwenleger klaar om zich te mengen in de strijd. Maar nu is het de vraag of mannen bereid zullen zijn om een stap terug te zetten. Want het probleem is dat de huidige machthebbers belang hebben bij het bewaken van de status-quo.

En toch bent u hoopvol gestemd. De eeuw van de vrouw, is de ondertitel van uw boek.

Van den Hul: Dat waren de woorden van de Braziliaanse presidente Dilma Rousseff toen ze als eerste vrouw in de geschiedenis de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties opende. Ik was daar toen, als Nederlandse vrouwenvertegenwoordiger bij de VN, en ik vond het een prikkelend statement. De economische crisis duwt ons in elk geval met de neus op de feiten. Op de kwetsbaarheden van vrouwen, maar ook op de kwetsbaarheden van wat ik de testosteroncratie noem. In het bedrijfsleven en zelfs in de financiële sector wordt steeds vaker erkend dat de machocultuur niet meer volstaat. Er is iets aan het bewegen, en dat moet ook wel, want kijk naar een willekeurige universiteit: 60 tot 70 procent van de studenten zijn meisjes. In potentie zijn alle ingrediënten aanwezig voor een shevolution. Er staat een groot, hoogopgeleid vrouwenleger klaar om zich te mengen in de strijd. Maar nu is het de vraag of mannen bereid zullen zijn om een stap terug te zetten. Want het probleem is dat de huidige machthebbers belang hebben bij het bewaken van de status-quo.

Volgens Facebook-topvrouw Sheryl Sandberg ligt een en ander toch vooral aan de vrouwen zelf. Die moeten zich minder wegstoppen en beter leren onderhandelen, zegt ze. Bent u het daarmee eens?

Van den Hul: Ik ben het met haar eens dat vrouwen een deel van de oplossing zijn. Ze moeten leren hun angsten opzij te zetten en beter voor zichzelf op te komen. Dat is voor heel veel vrouwen moeilijk, en het begint al bij zoiets kleins als een salarisverhoging vragen. Maar Sandberg stapt iets te makkelijk heen over het seksisme, dat nog wel degelijk bestaat op de werkvloer en in de bestuurskamers. Als vrouw krijg je daar gedurende je leven zeker een aantal keren op cruciale momenten mee te maken. En dan kun je wel zeggen dat vrouwen beter voor zichzelf moeten opkomen, maar dat vind ik iets te kort door de bocht.

Vrouwen zijn op dit moment beter toegerust voor de economie van de toekomst, betoogt u.

Van den Hul: Dat klopt. Het is niet voor niets dat meteen na de crisis in de Verenigde Staten driekwart van de ontslagen onder mannen viel. Inmiddels werken er in Amerika ook meer vrouwen dan mannen. Dat komt omdat in onze huidige economie spierballen veel minder belangrijk zijn geworden dan denkkracht, empathie en talenkennis. Dat zijn vaardigheden die vrouwen de laatste tijd beter hebben ontwikkeld dan mannen. Je ziet het ook op business schools. Daar worden nu vrouwelijke skills en zaken als empathisch leiderschap onderwezen. Een leiderschap dat niet zozeer met de vuist op tafel slaat, maar dat werkt in de geest van teamwork en door middel van gesprek. Waarmee ik niet wil zeggen dat een bedrijf dat alleen door vrouwen wordt geleid het ideaal is, of dat de panacee erin bestaat alle mannelijke managers door vrouwelijke managers te vervangen of door mannelijke managers met een vrouwelijke leiderschapsstijl. Nee, een goede balans tussen mannen en vrouwen is de oplossing. Uit ontzettend veel academisch onderzoek blijkt ook dat de kwaliteit van een team toeneemt als er meer diversiteit is. Omdat je dan bijvoorbeeld een groter probleemoplossend vermogen hebt.

Maar hoe komen we tot zo’n goede balans? Toch maar quota?

Van den Hul: Ik was vroeger fel tegen quota. Benoemd worden omdat ik vrouw ben? Alsjeblieft niet, ik wil op eigen kracht die top bereiken. Maar inmiddels heb ik moeten erkennen dat het te lang zal duren. Dat komt door de fenomenen die zich voordoen aan de top: de oude mannen die de macht hebben zijn helemaal niet geneigd om verandering te stimuleren. Die vinden dat hun stoel heel fijn zit. Bovendien werken de bestaande selectiemechanismen tegen vrouwen. Mannen selecteren sneller iemand die op henzelf lijkt. Je ziet dan ook dat in bedrijven waar genderdiversiteit wél lukt, er vaak iemand aanwezig is die daar een prioriteit van heeft gemaakt en het top-down heeft ingevoerd.

Het volledige interview met Kirsten Van den Hul leest u deze week in Knack.

Van 10 tot 15 maart loopt in het Kaaitheater in Brussel WoWmen!, een festival met de focus op gender, maatschappij en kunst. Op 14 maart neemt Kirsten van den Hul er deel aan een debat over de rol van vrouwen in protestbewegingen. Info: www.kaaitheater.be

Partner Content