‘Envelop met geld voor de juf: sommige scholen omzeilen maximumfactuur om kinderen te weren’

Dat sommige scholen ouders honderden euro’s aanrekenen, is niet alleen een financieel probleem. ‘Zo worden kinderen uit kansarme gezinnen uitgesloten’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘En af en toe is dat precies de bedoeling.’

Ze heeft het altijd al een beetje raar gevonden, zegt een vriendin. Gaat haar zoon op klasuitstap, dan wordt een deel van de kostprijs op de schoolrekening gezet en moet hij de rest contant aan de juf afgeven. Ontelbare keren al heeft ze de voorbije jaren zijn naam en klas geschreven op een envelop met een euro of vijf in. Onlangs heeft ze de juf gevraagd waarom ze het eigenlijk zo ingewikkeld maken. Omdat het contante deel ‘ongezien’ blijft voor de maximumfactuur, was het antwoord.

Envelop met geld voor de juf: sommige scholen omzeilen maximumfactuur om kinderen te weren.

In Vlaanderen is basisonderwijs gratis. Of dat zou het toch moeten zijn. Voor alle spullen, boeken en activiteiten die noodzakelijk zijn om de leerdoelen te behalen, hoeven ouders in principe niet te betalen. De kostprijs van andere materialen en bezoeken mag per schooljaar niet hoger oplopen dan 90 euro en meerdaagse uitstappen mogen over de hele lagere school verspreid maximaal 440 euro kosten. Maar uit een studie van het Steunpunt Onderwijsonderzoek, waarover de Mediahuis-kranten gisteren berichtten, blijkt dat het liefst 449 euro kost om een kind een jaar les te laten volgen op een lagere school. De helft van de ouders betalen ook voor materiaal dat scholen gratis zouden moeten aanbieden, zoals boeken, een passer, knutselgerief of kleurpotloden. In de praktijk is lager onderwijs dus helemaal niet gratis. Sterker nog: ook daar vormen de schoolrekeningen voor steeds meer gezinnen een probleem.

Schoolboeken kosten al snel 200 euro, de leerlingen gaan geregeld naar toneel of een museum en om de paar jaar staat er een kostelijke buitenlandse trip op het programma.

Maar dat is nog niets vergeleken bij het secundair onderwijs, waar ook in de nieuwe Vlaamse regeerperiode geen maximumfactuur wordt ingevoerd. Scholen kunnen dus blijven aanrekenen wat ze willen. In een doorsnee aso-richting kosten schoolboeken al snel 200 euro, gaan de leerlingen geregeld naar toneel of naar een museum en staat er om de paar jaar een kostelijke buitenlandse trip op het programma. In sommige technische en beroepsrichtingen loopt de rekening vooral hoog op doordat leerlingen er duur werkmateriaal nodig hebben. Nu zijn er natuurlijk heel wat scholen die de kerk zoveel mogelijk in het midden proberen te houden. Ze zorgen ervoor dat iedereen vooraf weet hoeveel het schooljaar ongeveer zal kosten, aan het begin van de zomervakantie organiseren ze een tweedehandsboekenmarkt, projectweken vinden in eigen land plaats en staat er toch een grote reis op stapel, dan kunnen ouders die in schijven afbetalen. Maar andere houden bij het plannen van allerhande ongetwijfeld boeiende activiteiten amper rekening met de financiële draagkracht van sommige ouders. Meestal kunnen gezinnen die het niet breed hebben wel een beroep doen op een sociaal tarief, maar velen weten dat niet of passen voor het stigma. ‘Waarom zou ik mijn dochters naar een school sturen waarvan ik bij voorbaat weet dat die veel te duur is?’ vroeg een alleenstaande moeder me onlangs. ‘Ofwel zullen ze elke grote schoolreis op school moeten uitzitten, ofwel moet ik mijn hand ophouden om een uitzonderingstarief te krijgen. Daar bedank ik voor.’

Nu zijn er scholen die zich nog altijd niet genoeg bewust zijn van de impact van zo’n gepeperde rekening of die gewoon niet weten hoe ze hun begroting anders rond moeten krijgen. Maar er zijn er ook, zowel in het lager als het secundair onderwijs, die hun prijzige onderwijs als een filter inzetten om kinderen te weren die door hun afkomst weleens moeilijkheden met zich zouden kunnen meebrengen. Vaak zijn dat hoog aangeschreven scholen die er prat op gaan dat hun oud-leerlingen het voortreffelijk doen in het hoger onderwijs. ‘Ik wil dat mijn dochter het later beter heeft dan ik’, mailde een werkloze vader me in het voorjaar. ‘Daarom wou ik haar inschrijven in een college met een heel goede reputatie. Maar al op de infodag zonk de moed me in de schoenen. Studieboeken van 250 euro per jaar, elk schooljaar een projectweek die een paar honderd euro’s kost en in het zesde middelbaar een reis van wel 500 euro. Over de mogelijkheid van een korting of tegemoetkoming werd met geen woord gerept. Het zal dus een andere school worden.’

Politici en onderwijsspecialisten kunnen tegenwoordig niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat onze allerbeste leerlingen de kans krijgen om te excelleren. Terecht ook. Alleen lijken sommigen te vergeten dat die grote talenten ook weleens opgroeien in gezinnen die zich geen tablet, buitenlandse wetenschapsweek of sneeuwklas kunnen veroorloven. Als we willen vermijden dat die kinderen worden ontmoedigd doordat sommige schoolpoorten voor hen gesloten blijven, moeten de schoolfacturen aan banden worden gelegd. Door ervoor te zorgen dat scholen genoeg werkingsmiddelen krijgen, maar bijwijlen ook door hen hard op de vingers te tikken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content