Elke Neuville, televisiemaakster: ‘Rust eens als je níét moe bent, dat doet goed’

Elke Neuville: 'Het mooiste cadeau dat je kunt krijgen van je ouders en aan je kinderen kunt schenken, is een basisvertrouwen in jezelf.' © FOTO CARMEN DE VOS

Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Wat is er simpeler dan drie maanden vrij nemen? Toch deed Elke Neuville er acht jaar over. ‘Ik ben nooit tegen de muur geknald, maar hij was soms niet veraf.’

Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Altijd kwam er iets tussen, maar toen eind juni 2020 de computer van Elke Neuville crashte, deed ze wat ze al acht jaar probeerde en telkens weer voor zich uitschoof: ze nam drie maanden vrij. Een sabbatical. ‘Ik was daar al zo lang over aan het nadenken, maar vond altijd een reden om het niet te doen. Na dit project, als dit programma is afgerond, zei ik dan, maar dan kwam er een volgend project dat ik graag wilde doen en dan nam ik mezelf voor: nog dit en daarna bouw ik rust in. Als je dat vaak genoeg herhaalt, ben je ineens acht jaar verder.’

Ze lacht. ‘Half april’, gaat ze verder. ‘Dat was het officiële begin van mijn sabbatical. Zo stond het in mijn agenda. Maar toen zaten we daar, midden in die eerste lockdown. We hadden alles en iedereen nodig om ons productiehuis om te gooien, om producties aan te passen, tijdelijk op te schorten of uit te stellen. Het was ondenkbaar dat ik de boel de boel liet en voor drie maanden vertrok om mijn hoofd leeg te maken. Tegen de zomer, dacht ik, dan is die corona voorbij en dan plan ik mijn rustperiode wel weer in. Dat mijn computer crashte, beschouw ik als een teken uit het heelal. Blijkbaar had ik dat nodig. Het universum dat zei: “Nu, Elke, of het komt er nooit van.”‘

Die cultuur van lange uren kloppen als statussymbool, steeds vaker denk ik: als je nu nog niet klaar bent, heb je het slecht geregeld.

We zitten op het dakterras van de ondertussen gerestaureerde hoogbouw langs de Leuvense Vaart, waar het productiehuis De chinezen huist sinds Neuville het tien jaar geleden oprichtte met Mikhael Cops, Harald en Arnout Hauben.

Om op gure dagen als vandaag te genieten van het uitzicht over de stad, maar vooral om coronaproof te kunnen overleggen, hebben ze hier een dakkamer gebouwd, als een uitkijkpost in de lucht. Terwijl we met onze ogen de kraaien en meeuwen volgen die om ons heen tegen de zwiepende wind in vliegen, legt Neuville uit dat de drie maanden vrij er zelfs vier werden. Zo goed lukte het haar om alles los te laten.

Waarom was de nood zo hoog om te stoppen met werken?

Elke Neuville: Achttien jaar geleden ben ik begonnen bij Woestijnvis, bij Man Bijt Hond, en sindsdien ben ik altijd doorgegaan. Met De chinezen was er de eerste vijf jaar simpelweg geen denken aan om even stil te staan, we waren al blij als we eens een weekje vakantie konden nemen. Aanvankelijk had ik daar ook geen behoefte aan, maar gaandeweg is dat toch gegroeid.

Ik ben lang alleen geweest en was perfect in staat om alles op mijn werk en mezelf te zetten. Ik kon egoïstisch zijn zonder slachtoffers te maken. Maar dan ben ik in twee jaar tijd van een eenpersoonshuishouden naar een vijfpersoonshuishouden gegaan. Mijn lief had twee kinderen en samen kregen we een dochter. Het is logisch dat je prioriteiten verschuiven. Als kind droomde ik ervan heel jong moeder te worden en heel veel kinderen te krijgen, minstens vijf, maar het is een zegen dat ik pas op latere leeftijd moeder ben geworden. Ik heb me ongestraft mogen focussen op mijn werk en op mijn eigen plezier. Als ik op mijn 25e een kind had gekregen, dan was er die clash geweest tussen te veel dingen willen bereiken en het kind dat daar zat. Nu kan ik veel duidelijker kiezen. Al heeft het even geduurd om die balans te vinden. Ik had voortdurend het gevoel dat ik wel iemand tekortdeed, als het niet mijn werk was, dan was het mijn dochter of mijn lief, en helemaal op het einde van de rij stond ik. In de loop der jaren heb ik een paar keer de muur op me af voelen komen. Ik ben er nooit frontaal tegen gebotst, maar ik had wel door dat het mij en mijn omgeving deugd zou doen om even wat rust te nemen.

U bent ook met een loopbaancoach gaan praten. Dacht u er ernstig over om van job te veranderen?

Neuville: Iemand had me dat aangeraden. Het werd al snel duidelijk dat mijn job niet het probleem was, maar wel mijn eigen drang om me te smijten en alles te willen doen. Ik ben gewoon gulzig. Vroeger kon ik daar beter mee om, nu heb ik een paar handvatten nodig. Het is een kwestie van maat houden. Dat heb ik geleerd. Klinkt dat nu saai?

Fomo, de angst om iets te missen: is dat herkenbaar?

Neuville:Dat is het helemaal. Ik heb dat op alle vlakken. Als ik bestel op restaurant, heb ik al spijt voor de andere tien gerechten op de menukaart die ik niet besteld heb. Mijn relatieve kracht is altijd geweest dat ik redelijk wat kan combineren, maar op de duur wordt dat toch lastig om vol te houden. Ik ben graag met alles tegelijk bezig. Tijdens die drie maanden heb ik gemerkt dat het kan, genieten van enkel wandelen met mijn driejarige dochter. Maar het is een leerproces op lange termijn. In dat opzicht kwam het coronajaar me goed uit. Er was niets om te missen.

‘Ik wil alles’, zei u in een interview van een paar jaar geleden.

Neuville: Soms kom ik zo’n ouder interview met mij tegen en dan word ik vooral moe van mezelf. Ik was een bulldozer. Ik moest ook. Ik zat in een tunnel, midden in de opstart van een bedrijf, ik kon mezelf niet toestaan op of om te kijken. Ondertussen ben ik wat gekalmeerd. Ik besef dat er niets zal instorten als ik niet dit en dat en dat combineer. Ik heb geen kind op de wereld gezet om de hele tijd babysits te bellen om voor haar te zorgen. Ook dat heeft me tijd gekost. Ze is drieënhalf en nu pas durf ik zonder schuldgevoelens om halfvier aan de schoolpoort te staan. Het opbod van mensen die stoer zeggen dat ze om halftien nog bezig zijn, die cultuur van lange uren kloppen als statussymbool, steeds vaker denk ik: als je nu nog niet klaar bent, heb je het slecht geregeld.

De cultuur van hard werken lijkt me zeker in de mediawereld nog springlevend.

Neuville: Het is ook prima om hard te werken voor de duur van een productie, maar daarna moet er een cesuur zijn. Ik moedig dat bij ons ook aan. Het is wel een beetje de stroper die boswachter wordt, want als iemand dat tegen mij zei toen ik jonger was, dacht ik ook: is die nu onnozel? Doorgaan, ja.

Het voorbije jaar is me ook opgevallen hoe die cultuur van hard werken wordt opgedrongen. Alles werd zo geregeld dat we konden doorwerken, dat we konden winkelen, dat dat deel van de economie bleef draaien, maar ondertussen kon ik maandenlang mijn vader niet zien. Alsof er geen belangrijkere zaken zijn dan werken. Het is de typische boutade: op je sterfbed herinner je je niet het fantastische programma dat je in 2005 maakte, maar wel dat je je kinderen vol vertrouwen hebt opgevoed, dat er een lieve man naast jou zit en dat je omringd bent door fijne vrienden. Dat blijft hangen.

Bent u nu een pleitbezorger van minder werken geworden?

Neuville: Een collega heeft me al gezegd dat hij nu ook een sabbatical plant. Ik heb hier een soort toverflesje opengetrokken. ‘Doen’, zeg ik. Die drie maanden hebben me niets nieuws geleerd, ze hebben wel mijn focus aangescherpt. Ik weet weer wat ik echt graag doe en wat je me beter uit handen neemt omdat ik er niet goed in ben en er niet gelukkig van word.

Ik denk dat het voor iedereen goed is om zonder schroom niets te doen. Ik vind het niet erg dat ik die gave heb. Ik kan op de bank liggen, ook al staat er nog een berg afwas. Hoe bizar is het dat we onszelf pas rust gunnen als we helemaal kapot zijn? Dat is trouwens geen rust, dat is herstel. Rusten moet je verdienen, is het idee. Rust eens als je niet moe bent, dat doet goed.

Tien jaar geleden is er bij u reumatoïde artritis, een auto-immuunziekte, vastgesteld. Heeft die diagnose uw kijk op leven en werken aangescherpt?

Neuville: Die diagnose kwam op het slechtst denkbare moment in mijn leven, waardoor ik die vooral verdrongen heb. Ik was nog geen dertig en we zaten midden in de opstart van De chinezen. Ik was moe, had pijn van de constante ontstekingen aan mijn gewrichten. ‘Reumatoïde artritis’, zei de dokter. Of ik voltijds werkte, was zijn volgende vraag. Je moest eens weten, dacht ik, over twee maanden richt ik een bedrijf op. Ik kreeg folders mee naar huis over de ziekte, las links en rechts een getuigenis op internet van mensen met dezelfde aandoening die niet meer konden werken. Het waren horrorverhalen waarmee ik niet geconfronteerd wilde worden. Ik koos radicaal de kant van de ontkenning. Ik moest dat doen in mijn hoofd, om het te kunnen verwerken.

Ik geef het toe: ik ben een wereldverbeteraar.

Hoe gaat het nu?

Neuville: Goed. De ziekte is in remissie. Het heeft me een aantal jaren gekost om de medicatie af te bouwen. Dat is gelukt. Nu is het afwachten. Ik heb al vijf jaar geen last meer, maar ik weet dat ik niet te hard grenzen moet opzoeken.

Doorgaan, niet zeuren, het lijkt wel uw manier om met tegenslag om te gaan.

Neuville: Dat is deels een resultaat van mijn opvoeding, vermoed ik. Flink zijn, niet te veel janken. Ik merk dat ik het aan het doorgeven ben. Ik heb een dochter die op haar knieën valt en geen kik geeft. Ik wil nu ook geen spartaan van haar maken. Huilen mag. Maar ik ben geen held in emoties. Ik relativeer graag en daarin schuilt het gevaar dat je alles kapot relativeert en er niets meer van belang is. Soms probeer ik me te trainen in emoties. Dan kijk ik naar iets en denk: hier moet ik nu toch blij, boos, bang of triest van worden. Zo basaal is het bij mij. Waardoor ik ook merk dat ik niet goed om kan met grote emoties, dat ik ervan wegloop. Daar heb ik nog geen handvat voor gevonden. Alles op zijn tijd.

Hoe zorgt u voor uw lichaam?

Neuville: Vertraging is toch het codewoord. Minder activiteiten op het lijstje van de dag. Ik ben absoluut geen sporter of wandelaar, maar doordat het nog het enige mogelijke tijdverdrijf was, ben ik dat toch tof gaan vinden. Ik kan het niet zo goed, want ik loop nogal makkelijk verloren, maar het is toch de ontdekking van het voorbije jaar: wandelen en podcasts luisteren.

Een harde klap op het terras. We schrikken op en kijken om. Een omgevallen stoel, meer is het niet, een man raapt hem op. ‘Is dat?’ vraag ik. Neuville knikt. ‘Jordy’, zegt ze. Uit De Kemping, het programma op Eén waar Tijs Vanneste met langdurig werkloze jongeren een camping in de Kempen opbouwt en uitbaat. Jordy is een van de jongeren. ‘Hij werkt tijdelijk bij ons’, vertelt Neuville. ‘Een heel getalenteerde gast.’ De Kemping, legt ze uit, is niet zomaar een tv-programma. Het is een vzw waarmee het productiehuis – en dat klinkt gewichtig – daadwerkelijk een verschil wil maken in de wereld.

Waarom?

Neuville: Omdat we dat nodig hebben. Het is een meerwaarde als er buiten het tv-programma iets ontstaat in de wereld, of dat mensen inzicht krijgen in een problematiek die slechts een statistiek is. We waren niet noodzakelijk bezig met jeugdwerkloosheid, maar Tijs waaide binnen en werkte in een mum van tijd met een aantal mensen een programma-idee uit. Nu zie je daar negen jongeren staan die iets kunnen, die iets willen, maar blijkbaar is er geen plek voor hen. Het is makkelijk om door te razen en daar de ogen voor te sluiten. We zijn een maatschappij waarin je je plan moet trekken als je niet mee kunt. De trein raast door en je mag je handjes kussen dat je aan boord zit. Maar als je eens omkijkt naar wie er allemaal achterblijft, besef je dat het een harde wereld is voor sommigen. Als we dan met een tv-programma kunnen bijdragen aan een beter begrip, worden wij daar warm van. Neem bijvoorbeeld Meer vrouw op straat. Ik was blij met het programma, maar ik was nog blijer met de tweehonderd straten die nu naar een vrouw vernoemd zijn of met de steden die nog altijd mailen dat ze ermee bezig zijn. Dan weet je: we hebben iets in beweging gezet. Het verantwoordt ook dat je er zo veel tijd in steekt.

Ik haal er nog even een oud interview bij. Daarin zegt u klaar en duidelijk: ‘Ik ben geen wereldverbeteraar.’ Hoe moet ik het verlangen om de wereld een beetje beter maken dan begrijpen?

Neuville: Oei. Heb ik dat gezegd? Ik was echt een ander mens vroeger. Want ik ben absoluut wel een wereldverbeteraar en dat is ook het frustrerende. Als dat op je to-dolijstje staat, stopt het nooit. Ik los graag op. En dat is problematisch.

Het schijnt dat dat erg mannelijk is. Dingen willen oplossen.

Neuville: Is dat zo? Ik heb dat heel erg. Als mensen hun hart bij mij uitstorten, dan denk ik al snel: hoe gaan we dat oplossen? Wat is anders het nut van je problemen delen? Ik ken dat niet, het gevoel van opluchting als je je hart lucht. Ik doe dat zelf nooit en heb daar ook geen behoefte aan. Ondertussen probeer ik daarop te letten en leer ik dat gewoon luisteren soms voldoende is. Maar ik besef dat ik vaker aan de mannelijke kant van de schaal zit dan aan de vrouwelijke.

Ook al kom ik uit een gezin met drie vrouwen en een man. Mijn moeder was erg dominant en mijn zus is ook een haantje.

Enig idee hoe dat komt?

Neuville: Geen idee. Ik vermoed dat het een karaktertrek is. Al besef ik ook dat mijn ouders ons altijd heel veel vertrouwen hebben gegeven. Volgens mij is dat het mooiste cadeau dat je kunt krijgen van je ouders en aan je kinderen kunt schenken: een basisvertrouwen in jezelf. Met het gevaar op zelfoverschatting. Maar het is makkelijker om de ladder van de zelfoverschatting af te dalen dan om het gat te vullen dat een gebrek aan zelfvertrouwen veroorzaakt.

Om nog even terug te komen op dat verlangen de wereld te verbeteren. Hoe vermijdt u daarbij het risico op levenslange frustratie omdat het niet helemaal lukt?

Neuville: Door realistische doelen te stellen? Als je begint te piekeren over de toestand van de wereld, beland je snel in een draaikolk van mogelijke doemscenario’s. Met ouder te worden, heb ik beseft dat je ook op het vlak van de wereld verbeteren beter je tijd steekt in zaken die je werkelijk in beweging kunt brengen dan in het verlangen de armoede uit de wereld te helpen of ervoor te zorgen dat er nooit meer vrouwen verkracht worden. Maar ik durf zonder schroom toe te geven: ik ben een wereldverbeteraar op mijn kleine, bescheiden manier. Ik ben ook een wereldverbeteraar die graag in het weekend vrijaf neemt. Een nine-to-five wereldverbeteraar.

Elke Neuville

– geboren in Leuven in 1980

– woont in Leuven met lief, dochter en twee pluskinderen

– Acteerde even, maar stopte omdat ze nooit de beste zou worden

– Studeerde politieke wetenschappen

– Werkte voor Man Bijt Hond bij Woestijnvis

– Richtte samen met Harald en Arnout Hauben en Mikhael Cops De chinezen op

– Maakt graag programma’s die iets betekenen voor de wereld

– Beperkt het verbeteren van de wereld tot weekdagen, kwestie van het vol te houden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content