Dirk Draulans

Een rijk der vrijheid is geen evidentie

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Bioloog en Knack-redacteur Dirk Draulans schetst een wereld met een relatief bescheiden rol voor de mensheid in een groot geheel. Wij zijn een radertje in een onstopbare ecologische machine.

Zijn er sprankeltjes hoop op een betere wereld? Het was het voorbije jaar opvallend hoe divers het gezelschap deelnemers aan het televisieprogramma ‘De Slimste Mens ter Wereld’ was. En hoe ‘Vlaams’ – lees: van bij ons – iedereen overkwam. Het is opvallend hoeveel kleur er opduikt in reclamecampagnes, en hoe succesvol een lichtgekleurde Vlaamse fictiereeks als ‘Grond’ was. De integratie van diverse leefgemeenschappen in een mooi geheel is niet te stoppen. Variatie loont – het is een ijzeren natuurwet.

Ook inzake genderverhalen lijkt het de goede richting uit te gaan. Er is steeds meer aandacht voor vrouwensportwedstrijden, geweld tegen vrouwen wordt steeds zwaarder en consequenter aangepakt en er duiken steeds meer vrouwen aan de macht op – zelfs het mannenbastion van de Boerenbond wordt door een vrouw geleid, hoewel niet zeker is of dát wel een goede zaak is (maar dat laatste is een hoogstpersoonlijke oprisping).

Het is al zo dikwijls gezegd dat het een ongemakkelijke slogan is geworden: er zijn grenzen aan de groei.

Toch is er nog veel, en misschien ook steeds meer (of op zijn minst meer zichtbare) hardheid in de samenleving. Voetballers worden vanop de tribune nog altijd uitgescholden voor apen als ze niet in het beperkte wereldplaatje van de schelders passen – schelders die waarschijnlijk ‘primitiever’ zijn dan het voorwerp van hun aversie. De domste onder ons uiten, alsof het de normaalste zaak is, doodsbedreigingen aan het adres van mensen die vechten voor een betere wereld, zoals virologen, wolvenbeschermers of natuurbeheerders. Er zijn geen noodremmen meer voor veel ontevredenen.

Op een bepaalde, welwillende manier is de onrust te begrijpen. Te veel mensen hebben lang geleefd met het idee-fixe dat de mens de heerser van de wereld is. Dat wij met de beste bedoelingen op de wereld zijn gezet en al de rest meegekregen hebben voor ons eigen heil. Dat wij dankzij onze kennis en creativiteit de wereld zouden blijven beheersen en zelfs beter maken. Dat goddelijke fabeltje wordt de jongste jaren onherroepelijk doorprikt. Er blijft weinig van over, wat een aantal mensen, vooral oudere blanke mannen die het lang bijna exclusief voor het zeggen hadden, zenuwachtig maakt.

Het coronavirus drukt ons al twee jaar met de neus op de harde feiten: we krijgen het minuscule ding niet zomaar onder controle (ondanks het feit dat de snelle vaccinatiecampagnes wereldwijd miljoenen mensenlevens hebben gered). We hebben een grote catastrofe vermeden, maar we blijven worstelen met het feit dat het virus zich niet gewonnen geeft. We willen maar niet begrijpen dat een rijk der vrijheid niet altijd evident is. We zien stilaan ook de ecologische context in deze problematiek opduiken. Mensen wier longen al beschadigd waren als gevolg van chronische luchtvervuiling, zijn vatbaarder voor het virus dat ons vooral via de longen infecteert. Alles hangt samen, ook in ons bescheiden lichaam.

Dat wij niet meer dan een radertje in een reuzengrote ecologische machine zijn, wordt ten voeten uit geïllustreerd door de snelle klimaatopwarming, waarvan de desastreuze gevolgen ondertussen ook voor ons niet alleen zichtbaar, maar zelfs voelbaar zijn. Twee eeuwen lang hebben wij onder het masker van vooruitgang door industriële ontwikkeling zwaar boven onze stand geleefd, aanvankelijk zonder dat we ons bewust waren van de consequenties. Nu blijkt dat het comfort dat we vooral de jongste halve eeuw voor steeds meer mensen verworven hebben, ten koste ging van onze leefomgeving. Het gaat niet alleen om klimaateffecten als stormen, overstromingen en langdurige droogteperiodes, maar ook om sluipende vervuiling met stikstof en pesticiden uit vooral de landbouw en niet-afbreekbare chemicaliën als het vermaledijde PFOS uit de industrie.

De analogie met de slavernij dringt zich op. Blanke handelaars en ondernemers konden vroeger rijkdom vergaren op de rug van zwarte slaven (Untermenschen) die het harde werk moesten doen en meedogenloos opgeofferd werden – de gemiddelde levensduur van een slaaf op historische katoenplantages bedroeg amper enkele jaren. De slavernij is – alvast in theorie – afgeschaft, maar de jongste eeuw hebben we vooral aardse hulpbronnen aangesproken en overbevraagd, met onder meer een gigantisch verlies aan biodiversiteit en aan buffers tegen verdere aftakeling als kwalijke neveneffecten. Je tornt niet ongestraft aan je leefomgeving.

Het streven naar zoveel mogelijk comfort is zo hectisch geworden dat steeds meer mensen onderuitgaan door burn-out of depressie. Het streven naar een zo goedkoop mogelijk bestaan is doorgesijpeld in industriële voedingspraktijken, die zo ongezond zijn dat de gemiddelde levensverwachting in zogenaamd beschaafde landen als de Verenigde Staten en Groot-Brittannië voor het eerst sinds lang weer achteruitgaat – een proces dat al voor de coronacrisis in gang was gezet. De vele milieu- en gezondheidskosten worden schaamteloos doorgeschoven naar de maatschappij (inbegrepen de getroffen burgers dus).

Het is al zo dikwijls gezegd dat het een ongemakkelijke slogan is geworden: er zijn grenzen aan de groei. Grenzen waar helaas nog lang niet iedereen zich goed bewust van is. De rijksten der aarde, de Jeff Bezossen, Elon Musks en Richard Bransons van deze wereld, investeren massaal in het ten hemel willen stijgen, in het letterlijk boven alles en iedereen willen uitstijgen, waarbij ze amper nog oog lijken te hebben voor de aardse beslommeringen van steeds meer mensen – de onstopbare vloed aan verhalen over belastingontduiking versterken dat beeld.

Er zijn wel steeds minder écht arme mensen op de wereld, maar het contrast met de rijkeren wordt steeds groter, wat voor groeiende onvrede zorgt. Het zijn de armsten die het voornaamste slachtoffer worden van rampen als de coronapandemie en de klimaatopwarming. Het zijn de armsten die het vatbaarst worden voor absurde complottheorieën en populistische politieke partijen die geen enkel belang hebben bij behoorlijk bestuur, maar wel slapend rijk worden door de besluiteloosheid – om het woord incompetentie niet meteen te gebruiken – van de besturende klasse.

Terwijl de uitdagingen steeds groter worden, verliezen onze politici zich steeds meer in oeverloze symbolische schijngevechten over details in het grote geheel. Wat is er al niet afgeleuterd over het al dan niet sluiten van twee kerncentrales, over het al dan niet invoeren van rekeningrijden in stadskernen, over het al dan niet afbouwen van vervuilende megastallen langs kwetsbare natuurgebieden, over het al dan niet openhouden van binnenspeeltuinen in coronatijden…?

Niemand heeft een keuze. Het roer moet om! Dringend!

Het is natuurlijk niet gemakkelijk, zeker omdat de problemen decennialang onder de mat zijn geveegd, ondanks waarschuwingen van vooral wetenschappers. De urgentie zou ondertussen echter voor iedereen, en vooral de besluitvormers, zo groot mogen zijn dat er doortastend wordt optreden. Maar nee, onze bestuurders voelen zich slaaf van hun kiezers die helaas voor hen sowieso steeds meer hun heil zoeken bij politiek volk dat het ongetwijfeld nog minder goed zal doen, waardoor we nog meer in de problemen gaan komen. Het is een gevaarlijke vicieuze cirkel.

In de opmars naar een eindejaarsweek waarvoor temperaturen van liefst 15 °C zijn voorspeld (voor de duidelijkheid: boven nul en niet eronder), wil ik als laatste bijdrage van het bijna voorbije jaar nog maar eens pleiten voor enerzijds minder menselijke hoogmoed en meer besef van het ecologische plaatje waaruit zelfs wij niet kunnen ontsnappen. We moeten leren leven met de onvermijdelijke vaststelling dat wij niet boven de schepping staan, maar er inherent deel van uitmaken, en dat niet alleen wij waarde hebben (zowel ethisch als economisch), maar de rest eveneens.

Anderzijds moeten we, als we het comfort van de volgende generaties niet te zeer in het gedrang willen brengen, eindelijk efficiënte maatregelen nemen om een transitie te maken naar een leefbaar systeem voor zoveel mogelijk mensen (en andere dieren). Dat zal niet zonder slag of stoot gaan, want veel mensen zijn routinedieren die geen ander leven willen dan dat wat ze kennen. Ze zullen onderweg wel wat blijven schelden en bedreigingen uiten, maar ze hebben geen keuze. Niemand heeft een keuze. Het roer moet om! Dringend!

Tot daar het gepreek! Op naar een beter 2022, met op de achtergrond zingende koolmezen in een notenhaag die al in blad begint te komen. En dat in putteke winter!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content