E-sport-presentatrice Eefje Depoortere: ‘Computerspelletjes hebben mij gered’
Kijkcijfersuccessen, megacontracten en vedettestreken: de populariteit van e-sport blijft groeien, en daarmee ook de wereldfaam van presentatrice Eefje ‘Sjokz’ Depoortere. ‘België hinkt achterop en dat is niet door een gebrek aan talent.’
Gamefanaten houden vrijdag 22 januari hun agenda beter vrij: dan begint het Europese seizoen van de computergame League of Legends, live vanuit de studio in Berlijn. Komt veelwinnaar G2 het vertrek van Luka ‘Perkz’ Perkovic te boven? Raakt erfvijand Fnatic gedestabiliseerd door de transfer van Martin ‘Rekkles’ Larsson? Blazen de hongerige nieuwkomers van MAD Lions de concurrentie weg?
Mocht dat allemaal wartaal voor u zijn, besef dan dat er een miljoenenpubliek naar die competitie uitkijkt, zoals u dat misschien doet voor de Ronde van Vlaanderen of het EK voetbal. De cijfers achter e-sport, de verzamelnaam voor professioneel gamen, doen een mens duizelen. Wereldwijd volgen 495 miljoen kijkers computercompetities, schat marketingbureau Newzoo. Dat is goed voor 782 miljoen euro aan inkomsten.
Een Belgische vrouw van 33 is een beroemdheid binnen de immer uitdijende wereld van de e-sport. Eefje ‘Sjokz’ Depoortere presenteert de Europese competitie in League of Legends of LoL, de afkorting die op het internet in zwang is. Voor leken valt misschien moeilijk te vatten hoe bekend Depoortere is. Een indicatie: 727.000 mensen volgen de Brugse presentatrice op Twitter. Tel de volgers van Wout van Aert op met die van Bart De Wever en Koen Wauters en je zit nog niet aan de helft. Zelfs het YouTube- filmpje waarin Depoortere het internationale publiek uitlegt hoe ze haar naam moeten uitspreken, werd massaal bekeken. Als u Sjokz nog niet kent, dan is het tijd om uw achterstand in te halen.
Wie ons in 2021 nog wegzet als een onnozel curiosum, is niet meer mee. De gamingindustrie brengt meer geld op dan de filmwereld.
Hoe bent u in de e-sport verzeild geraakt?
Eefje Depoortere: Toen ik twaalf was, haalde ons gezin een pc in huis. Bij het pakket zat Tomb Raider, een spel waarin je rondtrekt in een onbegrensde wereld vol wonder en mysterie. Je kon bijvoorbeeld monsters bevechten in de jungle, met achter elke hoek een nieuw avontuur. Gewéldig! Ik werd verliefd op die ervaring. Het was de basis voor… noem het geen verslaving, want dat klinkt te negatief, maar een fascinatie voor hoe je jezelf kunt verliezen in een computerspel.
Daar kwam een laag bovenop toen ik gamen via het internet ontdekte. Ik raakte verslingerd aan Unreal Tournament, een schietspel waarbij je lid wordt van een clan: een gemeenschap van gamers die zich verenigen en het opnemen tegen andere clans. Het leven van het veertienjarige Eefje draaide om Unreal: elke maandag en woensdag training van 20.00 tot 22.00 uur, chatten met de teammaats, euforie wanneer we een competitie wonnen…
Gamen was wat ik het liefste deed, maar ik had nooit gedacht om daar carrière in te maken. Je deed dat niet, het bestond gewoon niet. Ik speelde met het idee om sportjournalist te worden, maar hoe raak je binnen in die wereld? Ik durfde zelfs niet te solliciteren. Toen ik stopte met studeren, viel ik in een zwart gat. Rond die tijd kwam League of Legends uit, en het was meteen een sensatie. Ik ontdekte dat het spel professioneel werd gespeeld, voor een groot publiek en met teams die goed betaalden. Er ontstonden journalistieke websites die het spel coverden, met matchverslagen en opiniestukken over de transfers binnen de grote teams. Ik dacht: dat kan ik ook. Het kwam al in de buurt van mijn droomjob als sportjournalist. Ik begon onbetaald stukken te schrijven en belandde in de perfecte storm. League of Legends ontplofte en de website waar ik voor schreef, vroeg of ik zin had iets voor de camera te doen. Mijn eerste reactie was dat ik daar totaal ongeschikt voor zou zijn, maar ik heb toch de sprong gewaagd. Op 7 januari 2012 – ik herinner me de dag als gisteren – vroegen ze of ik naar Keulen wilde verhuizen waar vijf dagen later de eerste officiële League of Legends-competitie zou worden uitgezonden. Zonder er stil bij te staan, pakte ik mijn koffers. Als er meer tijd was geweest, was ik misschien wel teruggekrabbeld.
De eerste uitzendingen waren verschrikkelijk amateuristisch van mijn kant, maar we vielen omver toen we de kijkcijfers zagen. We hielden een event en er kwam 2000 man opdagen – met zulke aantallen zouden we vandaag van een flop spreken. De trein was vertrokken.
Vrijdag begint de eerste speeldag van ons negende seizoen. Alle teams van de Europese topliga wonen in Berlijn en komen naar onze studio om er live de competitie af te werken. Er zijn voorbeschouwingen, analisten die de actie becommentariëren en normaal ook een enthousiast publiek. Vanwege corona spelen de teams nu uitzonderlijk vanuit hun eigen gaminghuis, waar de spelers samenwonen.
Kunt u ons een introductie geven in de e-sporten? Om welke computerspellen gaat het?
Depoortere: Als we ons beperken tot games waar een profcompetitie voor bestaat, dan is League of Legends of LoL, waar ik in werk, een van de grootste, samen met Counter-Strike, een schietspel dat in ploegverband wordt gespeeld. Sterk in opmars is Overwatch, een schietspel in een fantasiewereld, totaal anders dan het realisme van Counter-Strike. Dota 2 lijkt op League of Legends, maar is ingewikkelder. In de gamingwereld zijn dat trouwens twee kampen die elkaar rauw lusten: de Dota-fans versus de LoL-liefhebbers.
De gekste spellen worden professioneel beoefend. Ik denk aan Rocket League, waarin je een auto bent die voetbal speelt. Geschift maar populair. Dan zijn er nog de gameversies van bestaande sporten, zoals FIFA of NBA. Tijdens de lockdowns werd iRacing heel populair, ook omdat professionele rijders die thuis zaten, zoals Lando Norris of Stoffel Vandoorne, online zijn beginnen te racen.
Dat games spelen leuk is, tot daar. Maar kijken naar een ander die spelletjes speelt?
Depoortere: Vroeger kreeg een peuter een voetbal. Hij stampte ertegen, raakte verslingerd en werd zo bijvoorbeeld fan van Club Brugge. Bij games gaat het net zo: vervang ‘voetbal’ door ‘PlayStation’. De jonge generatie groeide op met computerspellen en zoals voetballiefhebbers opgaan in het meesterschap van Lionel Messi, zo kijken zij op naar straffe gamers. Je kunt fan zijn van een Counter-Strike-team zoals een ander supportert voor een voetbalclub. Het is dezelfde dynamiek. Voor een regionale finale van League of Legends verkopen wij een stadion van 12.000 zitjes in een uur uit. De fans komen gekleed in de kleuren van hun favoriete ploeg.
Wie is de Lionel Messi van de e-sport?
Depoortere: In League of Legends kun je niet om Faker heen, een Zuid-Koreaanse gamer die in het echt Lee Sang-hyeok heet. LoL speel je vijf tegen vijf, maar Faker slaagt erin in z’n eentje wedstrijden te winnen, met geschifte acties waarvan je denkt: hoe is het mogelijk? Faker heeft de allure van een rockster, met merchandising, dolle fans en al wat je je erbij kunt voorstellen. Ik heb hem verschillende keren geïnterviewd: zenuwachtig! (lacht)
Faker won drie keer het WK met zijn team SKT. De vergelijking met Messi en Barcelona klopt: SKT verzamelt het strafste talent van Zuid-Korea, dat het zelf opleidt. Het WK wordt niet gespeeld met landenteams maar tussen clubs uit Azië, Europa en de VS. De prijzenpot bedraagt meer dan 5 miljoen dollar en naar de finale kijken zo’n 80 miljoen mensen. De Koreaanse teams zijn altijd favoriet, maar het Europese Fnatic won ook al één keer de titel.
Hoe doet België het?
Depoortere: We hebben één hele goeie speler: de Bruggeling Gabriël ‘Bwipo’ Rau speelt bij topteam Fnatic. Ons land hinkt achterop en dat ligt niet aan een gebrek aan talent. In andere landen aanvaardt men dat gamen ook een carrière kan zijn. Veel goeie profgamers komen bijvoorbeeld uit Denemarken of Zweden. Denen en Zweden durven blijkbaar een leven op te bouwen rond wat die jongeren het liefste doen.
Het helpt niet dat de Belgische pers de e-sport stiefmoederlijk behandelt. Telkens als ik interviews geef, is de eerste vraag gegarandeerd: ‘Waarom zie jij er niet uit als een nerd die in zijn kelder leeft?’ E-sport is iets nieuws, maar eigenlijk al niet meer zó nieuw. Wie ons in 2021 nog wegzet als een onnozel curiosum, is niet meer mee. De gamingindustrie brengt meer geld op dan de filmwereld. Sta daar eens bij stil. Dit fenomeen gaat nooit meer weg.
Mensen denken blijkbaar: pas wanneer ik gamers zie in het televisiejournaal, telt die wereld mee. Maar de e-sporten hebben de gewone media niet nodig. Stadions verkopen uit, sponsors staan in de rij. De sector groeit en bloeit, in een tempo waar andere sporten van dromen. E-sport hoeft voor mij ook helemaal niet olympisch te worden, waar blijkbaar sprake van is. Het enige wat dat misschien verandert, is dat buitenstaanders er met een open blik naar kijken. Dat de eerste reactie niet langer is: ‘Gamen is voor nerds, daar moeten onze kinderen hun tijd niet aan verdoen.’
Wat maakt u van de eeuwige kritiek op gamen: dat zo veel stilzitten niet gezond is, dat het gewelddadig is en asociaal?
Depoortere: Dan geef ik mezelf als tegenvoorbeeld. Op de middelbare school was ik een eenzaat. Make-up, kleren en andere typische meisjesdingen boeiden me niet. Ik werd gepest. In gamen vond ik een uitlaatklep en een manier om mijn sociale angst te overwinnen. Vrienden maken lukte slecht, maar online kon ik met iedereen overweg. Wanneer ik die gamers in het echte leven ontmoette, hadden we meteen iets om over te praten. Naar mijn gevoel hebben computerspelletjes mij gered.
De nieuwste trend is dat gamers erg fit worden. De topteams investeren in koks, conditietrainers, yogaleraren en psychologen.
Zijn er periodes dat ik een week mijn rolluiken niet opendoe, omdat ik opgeslorpt wordt door mijn games? Ja, en daar ben ik niet trots op. Te veel is nooit goed. Je kunt je verliezen in games, zoals het ook kan dat iemand maniakaal gaat wielrennen of wekenlang Netflixreeksen bingewatcht. De hobby op zich is een geweldig plezier. Ouders moeten dat proberen te begrijpen. En je zit inderdaad stil, maar je hersenen níét. Gamen is een uitstekend instrument om je reactiesnelheid en je oplossend vermogen op te krikken.
Heeft corona de e-sport een boost gegeven?
Depoortere: In het begin wel. De wereld snakte naar competitie, merkten we aan de kijkcijfers. Toen de andere sporten weer op gang kwamen, zijn die nieuwe kijkers niet allemaal gebleven.
E-sporten slagen erin de jongvolwassenen te bereiken, een moeilijk maar interessant publiek voor reclamemakers. Onze community wil het een beetje speelser, niet zo ernstig als in de gewone sportverslaggeving. Ik voer bijvoorbeeld al eens een sketch op met een bekende gamer. E-sporten zijn ook interactief. Je kunt tijdens de match chatten met andere fans, en als je opmerking spits of interessant is, dan pikken wij ze op. En als je een tweet stuurt naar een bekende speler, dan is de kans groot dat hij persoonlijk antwoordt.
Voetballers zijn beroemd omdat ze bijzonder gecoördineerde voeten hebben, maar het zijn niet noodzakelijk goeie praters. Hoe is dat bij profgamers?
Depoortere: Hetzelfde. Je hebt matige spelers die boeiende mediapersoonlijkheden zijn, naast kampioenen die amper uit hun woorden komen. Of andersom. Het stigma dat gamers antisociale nerds zijn, klopt in ieder geval van geen kanten. Lopen er nerds rond in de grote gaminggemeenschap? Uiteraard. Er zijn miljoenen spelers, mensen van allerlei slag.
Profgamers moeten er altijd aan wennen dat ze sterren zijn. Stel het je voor: jongens van zestien, zeventien die opeens de wereld rondreizen, meer verdienen dan ze op krijgen, fans ontmoeten die huilen wanneer hun idool verliest. Dan krijg je de typische toestanden die ook in het voetbal gebeuren: gamers die naar de discotheek gaan de avond voor een belangrijke match, met een schandaal wanneer daar foto’s van opduiken. Soms raken ze geblesseerd, het carpaletunnelsyndroom door de computermuis komt bijvoorbeeld vaak voor. Matchfixingschandalen hebben we ook al gehad, want er wordt veel gegokt op e-sporten.
De nieuwste trend is dat gamers erg fit worden. De topteams investeren in koks, conditietrainers, yogaleraren en psychologen. Ook achter een computerscherm maakt een gezonde geest in een gezond lichaam het verschil.
Zijn veel vrouwen profgamer?
Depoortere: De competities zijn in principe gemengd, maar vrouwelijke profs blijven zeldzaam. Nochtans blijkt uit onderzoek dat er evenveel vrouwen gamen als mannen. Misogynie is jammer genoeg ook in de e-sport een probleem, net zoals vrouwelijke voetbalanalisten het moeilijk hebben om voor vol te worden aangezien. Er waren vrouwelijke gamers die een contract tekenden en twee weken later stopten omdat ze een berg bagger over zich heen kregen.
Hebt u daar zelf ook last van gehad?
Depoortere: Ik kreeg mijn kans als presentatrice omdat ik destijds het enige meisje in de organisatie was, is mij letterlijk gezegd, dus wat dat betreft, was het een troef. Maar zodra ik daar stond, heb ik me twintig keer harder moeten bewijzen. Ik word beschimpt voor een vergissing of een verspreking die mijn mannelijke collega’s net zo goed kan overkomen. De blijkbaar onvermijdelijke vooroordelen – ‘Jij staat daar omdat je een knappe vrouw bent! Of omdat je met de baas geslapen hebt!’ – doen mijn bloed koken. Maar ik heb doorgezet en ik hoop anderen te inspireren. De e-sporten kunnen meer vrouwen gebruiken.
Een van de eerste resultaten toen ik uw naam googelde, betrof een megapack met 5900 foto’s: elk beeld dat u ooit op de sociale media hebt geplaatst. Dat moet toch beangstigend zijn?
Depoortere: Ik weet dat zulke dingen bestaan, maar ik vraag mijn vrienden om me er niet meer op te wijzen. Ik wil echt niet horen dat een bikini die ik droeg op een vakantiefoto uit 2014 plots druk besproken wordt op het internet. Ik ben een tijd gebukt gegaan onder wat er over mij verscheen op de sociale media – Niet te veel schouder tonen, Eefje! Beleefd zijn! Niet vloeken op Twitter! – maar dat zet geen zoden aan de dijk. De mensen zullen toch iets vinden om op te kappen, dus doe ik maar beter waar ik zin in heb. Het hoort bij mijn job om veel te delen op het internet, maar ik scheid wat bekend mag zijn en wat ik privé houd. Vooral met locatiegegevens ben ik erg voorzichtig. Ik moest al twee keer verhuizen omdat mijn adres was uitgelekt. Ik laat de engerds mijn plezier niet vergallen. Wat zou ik ook: ik beleef een droom! Ik reis 250 dagen per jaar, presenteer shows voor uitverkochte zalen van Brazilië tot Japan. Af en toe komt er op zo’n event een mama langs met zoon of dochter aan de arm. ‘Door jou snap ik wat hun droom is, waarom dit voor hen zo belangrijk is.’ Kijk, dat geeft me energie voor een jaar.
Eefje Depoortere
– 1987: geboren in Brugge
– 2012: verhuist naar Keulen en wordt presentator van de Europese League of Legends-competitie
– 2013: presenteert het WK in het Staples Center in Los Angeles
– 2016: opgenomen in de 30 under 30-lijst van Forbes
– 2017: verkozen tot Esports Personality of the Year
– 2020: derde jaar op rij verkozen tot beste Esports Host op de Gaming Awards
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier