Defensieminister Ludivine Dedonder (PS) vraagt enkele weken tijd voor details begroting

Ludivine Dedonder (PS) © belga

Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) heeft de Kamerleden woensdag twee tot drie weken de tijd gevraagd alvorens details te geven over haar beleid en de middelen die daar tegenover staan. Oppositieleden van N-VA en Vlaams Belang die haar daarover aan de tand wilden voelen, bleven op hun honger zitten.

‘We bevinden ons op het niveau van de begrotingsbesprekingen, maar die zitten momenteel bij de regering. Ik vraag een beetje geduld, enkele weken, alvorens we dat debat kunnen voeren’, zei minister Dedonder tijdens haar eerste vragenronde in de commissie Defensie. ‘Het gaat om twee tot drie weken’, antwoordde ze op vragen van Theo Francken (N-VA) en Annick Ponthier (VB) naar de middelen waarover het departement deze legislatuur zal kunnen beschikken. ‘Het is te vroeg om te zeggen of ons departement al dan niet zal meedoen aan de begrotingsinspanningen’ die staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) heeft aangekondigd, aldus nog de minister. Wel gaf ze toe dat het bedrag dat in het regeerakkoord voorzien is voor de optimalisering van het globale veiligheidsbeleid ‘in principe’ gereserveerd is voor de federale politie en justitie.

De regering-De Croo kondigde dinsdag aan dat ze haar begroting op 30 oktober zal indienen bij de Europese Commissie. Francken voelde minister Dedonder aan de tand over de begrotingstabel die het parlement had gekregen tijdens de regeerverklaring. Hij citeerde een bedrag van 64 miljoen euro extra voor Defensie in 2021 en van 200 miljoen euro in 2022, 2023 en 2024. En dat terwijl de voormalige Chef Defensie Marc Compernol 2,4 miljard euro extra naar voren had geschoven voor de volledige legislatuur. ‘Als we naar 1,3 procent (van het bbp dat wordt gespendeerd aan Defensie) gaan, zoals in de Strategische Visie staat, dan hebben we per jaar 6,6 miljard euro structureel nodig en u hebt momenteel 0 euro voor de komende vier jaar. Bonne chance’, lanceerde Francken richting de minister.

Zij benadrukte dat de regering zich ertoe heeft geëngageerd – mits een ‘actualisering’ – de Strategische Visie die dateert van 2016 en de daaruitvloeiende wet houdende de militaire programmering van investeringen tot 2030 voort te zetten. Ze herinnerde aan de doelstelling van de regering-De Croo om tegen 2030 de Belgische inspanning op het vlak van Defensie af te stemmen op die van de Europese, niet-nucleaire Navo-lidstaten. ‘Ik zit hier en als mijn partij dit departement heeft gekozen, dan is dat met ambitie. We zijn er niet om Defensie uiteen te rafelen, maar om het te ondersteunen’, aldus Dedonder.

De militaire tak van overheidsvakbond VSOA zet zich intussen af tegen besparingen die het personeel en de werking van Defensie zouden raken. ‘Het departement is de voorbije 20 jaar vaak de variabele geweest binnen de begroting. Sinds 2003 is er geen enkele stap gezet op het vlak van verloning of initiatief om de aantrekkelijkheid te verhogen. Het is iets systematisch en onaanvaardbaar’, aldus voorzitter Boris Morenville. ‘Defensie kan geen nieuwe besparingen meer aan, zeker niet bij het personeel.’

Partner Content