Bijgedachte

‘De toekomst ligt in Duffel’

Stijn Tormans over onze culturele centra: ‘Ik ben intussen in zowat elk CC in Vlaanderen geweest. En allemaal zien ze er hetzelfde uit.’

Ik ken Frans van Mechelen alleen van zijn Wikipedia-pagina. En van het fotootje dat ik op Google Photos vond: een kalende man met een vlinderdas, die angstig in de camera kijkt. Echt rock-‘n-roll zag hij er niet uit.

En toch valt zijn naam nog weleens. Oude cultuurmensen spreken die altijd met eerbied uit, omdat hij de geestelijke vader van de culturele centra was. Elk dorp kreeg er in de jaren zeventig een.

De toekomst ligt in Duffel.

Hoe visionair Van Mechelen ook was, van gezelligheid en architectuur kende de brave man niet veel. Ik ben intussen in zowat elk CC in Vlaanderen geweest. En allemaal zien ze er hetzelfde uit. Dezelfde jarenzeventigbunkers waar het betonrot helaas geen vat op krijgt. Overal dezelfde lelijkheid, dezelfde dufheid, dezelfde TL-lampen.

Soms denk ik dat die CC op mijn kaart gewoon een waarschuwing is.

Het kan ook anders. Dat bewijzen ze dezer dagen in Duffel.

De Plaza, een oude dorpsbioscoop uit het interbellum, is sinds een paar maanden weer open. Ik ben er al een paar keer geweest en elke keer ging ik er goed gehumd weer buiten. Dat lag zeker aan de onvolprezen broers Jan en Kris De Smet, die er wild ten dans speelden. En aan Lien Van de Kelder die de mooiste versie van ‘Zou Bisou Bisou’ zong die ik ooit gehoord heb.

Maar ook aan die geweldige zaal, de vriendelijke vrijwilligers en de heerlijke rode zetels.

Ik zag er Urbanus, Jacques Vermeire en Jean Blaute de polonaise dansen.

Even daarvoor hadden ze nog luidkeels: ‘De wereld is om zeep’ gezongen. Dat valt nog wel mee. Om een beroemd wijsgeer te citeren: ‘I saw the future of the CC’s en die lag in Duffel.’

'De toekomst ligt in Duffel'
© Stijn Tormans

Partner Content