‘De sociale druk om altijd vrolijk te zijn maakt veel mensen net ongelukkig’

© iStock

Bekijk de toekomst positief, en alles komt goed. Die mantra wordt ons via alle wegen door de strot geduwd. En toch is optimisme niet altijd een zegen. ‘Wie van nature angstig is, denkt beter aan doemscenario’s dan geforceerd te glimlachen.’

‘Benoem drie dingen die vandaag goed gingen of je blij maakten. Pieker niet omdat je een opdracht nog niet afkreeg, maar geef jezelf een schouderklopje: “Fijn dat ik al zo ver gevorderd ben!”‘ Voor u denkt dat u in een zelfhulprubriek bent beland: we citeren gewoon even de Christelijke Mutualiteit. Die probeert het gemoed van de gemiddelde Vlaming al een tijdlang op te krikken met het ‘Pluk je geluk’-doeboek. Carpe diem in zijn zuiverste vorm. Het christelijke ziekenfonds is lang niet de enige uitdrager van die ideeën. Ook in het bedrijfsleven, op televisie en in de boekhandel worden we om de oren geslagen met positief denken. ‘Een van mijn vrienden omschrijft het als de tirannie van het optimisme’, lacht Julie Norem, professor psychologie aan het Amerikaanse Wellesley College en gespecialiseerd in de materie. ‘Zeker in de Verenigde Staten hebben veel mensen het gevoel dat ze constant vrolijk moeten zijn. In Oost-Azië bestaat dat idee veel minder. Toch denk ik niet dat de Amerikanen daardoor ook gelukkiger zijn. Als glimlachen een verplichting is, zegt het weinig over je gemoedstoestand.’

'De sociale druk om altijd vrolijk te zijn maakt veel mensen net ongelukkig'
© Bart Schoofs

Die obsessie met positivisme heeft volgens Norem haar wortels in het calvinisme. ‘Toen kwam er een sterke focus op individuele verantwoordelijkheid. Als je maar hard genoeg werkt, wordt alles vanzelf beter. Giet daar dan nog een new-agesaus over – met boeken à la The Secret, die ons wijsmaken dat het goede ons vanzelf overkomt als we dat maar hard genoeg geloven – en je komt uit bij die huidige optimismetirannie. En dat is wel degelijk problematisch. Want negatieve gevoelens lijken daardoor minderwaardig. Nochtans zijn die emoties minstens even belangrijk. Als we onszelf toelaten om ook ongelukkig te zijn en problemen te zien, dan hebben we tenminste een drijfveer om die op te lossen. Onze eigen problemen, maar ook onrechtvaardigheid op een hoger niveau. Diehard optimisten, die geloven dat alles goed komt, kunnen zichzelf en hun omgeving soms ernstig tekortdoen. Wanneer iemand z’n ziel bij je blootlegt, getuigt het van weinig empathie om die een schouderklopje te geven en te zeggen dat hij zich niet druk hoeft te maken.’

Keep on smiling

Of u een optimist of een pessimist bent, heeft deels met genetica en deels met omstandigheden te maken: het typische nature/nurture-verhaal. En op zich heeft het weinig zin om dat te willen veranderen, aldus Norem. ‘Het ene is niet beter dan het andere, het zijn gewoon variaties in de psychologie. Die maken het leven boeiend. In plaats van jezelf te veranderen – of erger nog: anderen – kun je er beter mee leren om te gaan, en je omgeving er niet mee lastigvallen.’ Soms kan geforceerd optimisme zelfs ronduit schadelijk zijn. ‘Wie ongelukkig of angstig is, maar toch wil faken dat alles goed gaat, kan natuurlijk niet authentiek communiceren over zijn gevoelens. Daardoor komt er ook minder sociale steun, wat het risico op depressies verhoogt. Bovendien maakt die sociale druk om altijd vrolijk te zijn veel mensen net ongelukkig: ze slagen er niet in en voelen zich een mislukkeling.’

'De sociale druk om altijd vrolijk te zijn maakt veel mensen net ongelukkig'
© Bart Schoofs

In plaats van dat vreselijke ‘keep on smiling’, is het soms niet slecht om de innerlijke pessimist in uzelf naar boven te halen. Professor Norem deed onderzoek naar defensief pessimisme, een mechanisme dat voor angstige mensen zeer zinvol kan zijn. ‘Zij stellen zich allerlei doemscenario’s voor, en kunnen zich daardoor goed voorbereiden op de toekomst. Uit onderzoek blijkt dat dit voor hen beter werkt dan positief denken. Al moet het wel bij concrete scenario’s blijven. Wie het leven als één grote catastrofe begint te zien, zal niet gelukkig worden.’ In enquêtes omschrijven deze ‘defensieve pessimisten’ zich meestal als ‘niet ongelukkig’, maar gelukkig zijn is voor hen ook geen streefdoel op zich. ‘Er zijn nu eenmaal omstandigheden waar je niet spontaan vrolijk van wordt’, zegt Norem. ‘Neem nu vrijwilligers die dag in dag uit in vluchtelingenkampen werken. Echt blij word je daar niet van. Maar het geeft wel betekenis aan je leven, en aan dat van anderen.’ Enkele eeuwen geleden zou Norem waarschijnlijk bijval gekregen hebben van de stoïcijnen, die dweepten met ‘negatieve visualisatie’. Met name Epictetus ging daar nogal ver in. Hij raadde zijn volgelingen aan om zich ’s avonds, wanneer ze hun kind te slapen legden, in te beelden dat het de volgende dag zou sterven. Qua carpe diem kan dat tellen. Al zal die tip niet snel de volgende ‘Pluk je geluk’-kalender halen, vermoeden we zo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content