Ignace Demaerel

‘De essentie van de paasboodschap is dat geen berg te hoog is’

Ignace Demaerel Godsdienstleraar en auteur

‘Hoe relevant geloof is blijkt precies in crisissen waarin alle menselijke zekerheden wegvallen’, schrijft godsdiensleraar Ignace Demaerel in een bijdrage naar aanleiding van Pasen.

Pasen is, ondanks de toenemende vervreemding van onze 1500 jaar oude spirituele erfenis, nog steeds het belangrijkste christelijke feest. Voor christenen is het geloof in de opstanding, hoe haaks het ook staat op onze moderne cultuur, de kern van het geloof. Filosoof en atheïst Maarten Boudry viel ooit de katholieke intellectueel Rik Torfs aan met de bijtende vraag: “Hoe kan een intelligent mens nu geloven dat een lijk na drie dagen weer levend wordt?” Maar hij mist het punt: het gaat niet om intelligent of dom: een christen weet best dat dat volgens de natuurwetten ‘normaal gezien’ niet kan.

De vraag is echter of de natuurwetten en rationaliteit állesbepalend zijn, of dat er ook hogere realiteiten en krachten zijn. Als er een God bestaat, moét Hij – per definitie – almachtig zijn; anders is het maar een halve god, een fake god, door mensen geconstrueerd. Als Hij met één woord triljarden sterren kan scheppen, is een dode opwekken voor Hem een peulschil. Blaise Pascal (1623-1662) zei al: Waarom vinden wij een dodenopwekking het allermoeilijkste wonder? Elke dag worden duizenden kinderen geboren uit quasi niets: dat is een véél groter wonder, want bij een dode ís er al een volledig lichaam, dat enkel weer moet beginnen ademen. Het is maar hoe je het bekijkt.

De essentie van de paasboodschap is dat geen berg te hoog is.

De paasboodschap is precies dat álles mogelijk is voor God. Dat dus niets hopeloos is: geen enkele situatie is te problematisch, geen mens té verloren, geen berg te hoog, geen put te diep. En Jezus gaat zelfs nog verder: “Alles is mogelijk voor wie gelooft” (Markus 9:23). Hij wandelde op water, stopte een storm, vermenigvuldigde brood, wekte drie doden op… alsof het kinderspel was. En, zei hij, voor ons geldt hetzelfde… Maar wie van zijn volgelingen kan dit geloof ‘pakken’? Zijn onze harten te verhard of afgestompt, onze geestelijke ogen te dof en blind?

Het probleem is vooral dat dit in de westerse wereld botst met wat men vaak een ‘Grieks denken’ noemt: een dualistisch wereldbeeld dat geest tegenóver lichaam stelt. Volgens de Griekse filosofen moest de mens gered worden door kennis en inzicht: als we de problemen maar begrijpen, kunnen we ze ook oplossen. Toen de apostel Paulus op de areopagus in Athene de opstanding van Jezus predikte, botste hij op onbegrip en spot: twee denkwerelden botsten frontaal met elkaar. In het Hebreeuwse denken – dat meer holistisch is – staat het hart centraal, niet het hoofd, de liefde en niet de kennis.

Het probleem om de mens te redden ligt dieper, want ook ons denken is aangetast, besmet met het virus van de zonde, ons gebrek aan goede wil. Dus moet de oplossing radicaler zijn: dit overstijgt onze menselijke – aangetaste – vermogens. Achter de kruisdood van Jezus zit een hogere logica, die van de liefde: “Niemand heeft grotere liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Johannes 15:13). Omdat onze hardnekkige zelfgerichtheid de kern van het probleem is, niet onze onwetendheid. De mens heeft een totaal nieuwe geboorte nodig: een nieuw hart en nieuwe geest. Maar dan moet er eerst iets sterven: er is geen opstanding zonder kruisiging. Wil iemand een nieuw hart ingeplant krijgen, dan moet eerst het oude, falende hart eruit. Het goede nieuws is dat ook datgene in ons leven wat morsdood is, weer kan opstaan: onze hoop, onze moed, onze dromen, onze passies, onze liefdes…

Dit kunnen allemaal mooie praatjes lijken, indrukwekkende luchtkastelen, maar wat is de relevantie van zulk geloof in deze tijd? Wat heeft Jan-met-de-pet eraan in zijn dagelijks leven? Wel, de oorlog in Oekraïne drukt onze neus pijnlijk op de rauwe werkelijkheid. Ze stelt ons allemaal weer voor een fundamentele vraag: hoe is dit mogelijk? Dachten we niet dat we allemaal zo beschaafd geworden waren dat dit soort barbaarse gruwelen definitief verleden tijd waren, dankzij onze superieure rationaliteit en verfijnde diplomatie? Helaas, het ís opnieuw gebeurd, en zoiets zal in de toekomst ook altijd mogelijk blijven. Er zijn grenzen aan redelijkheid: de rede stuurt ons slechts voor 15%, als het al zoveel is. Ronkende mensenrechtenverklaringen, zelfs al zijn ze officieel ondertekend, zullen zulk soort dingen niet uitsluiten: ze blijken een vodje papier te zijn wanneer bepaalde demonen – zoals fervent nationalisme – ontketend zijn. Twee wereldoorlogen waren niet genoeg om ons deze les te leren.

Onze westerse wereld kreunt in al haar geledingen: na een aanslepende coronacrisis en klimaatcrisis – en we kunnen hier nog een serie aan toevoegen – komt er een oorlog in onze achtertuin bovenop. Hoe kwetsbaar zijn we: één virus dat ontsnapt in China of één gek/megalomaan die aan de knoppen zit in Rusland, en de hele wereld voelt de schokgolven. Wat komt hierna? Is dit nog maar het begin van de weeën? Is er hoop voor deze wereld? Of beter: waarop stellen u en ik onze hoop voor deze wereld? Op de goede wil van mensen? Op onze rationaliteit? De wetenschap? Diplomatie? Een nieuwe wereldorde? Universele verklaringen? Deze kunnen aardig helpen, tot bijv. een 6 of 7 op de schaal van richter: wanneer de wereld heftiger geschud worden, stuiken ze als een kaartenhuisje in elkaar.

Hier komen we bij de kernvraag: waarop bouwen wij onze hoop en ons geloof? Wat is ons fundament? Het bekende verhaal van Jezus over de man die zijn huis bouwde op een rots en deze die zijn huis bouwde op zand. Waarop is onze cultuur en beschaving gebouwd? Hebben we überhaupt een fundament? “Waarop je ten diepste vertrouwt, dat is jouw god”, zei Luther. Arm is… wie niets meer heeft om in te geloven. Wanneer enkel nog nihilisme en cynisme resten.

Hoe relevant geloof is, moet precies blijken in zulk soort crisissen: wat wanneer alle menselijke zekerheden wegvallen? Blijft er iets over? Godsdienst boort in diepere lagen dan de filosofie of de rationaliteit. Als dénken, hoe belangrijk ook, deze wereld zou kunnen redden, waarom is dat dan nog altijd niet gebeurd na 2500 jaar hoogintellectuele filosofieën? De mens wordt gestuurd door veel diepere krachten waar de rede geen vat op heeft, zelfs geen weet van heeft.

Geloof heeft het potentieel om de allersterkste vredesfactor te zijn: om mensen hun nationalisme en alle andere tegenstellingen te helpen overstijgen. Tenminste wanneer gelovigen God boven eigen ras, nationaliteit of groepsbelang plaatsen. Paulus zei 2000 jaar geleden al: “Er is in Christus geen Jood of Griek, man of vrouw, slaaf of vrije” (Galaten 3:28); vandaag zou hij zeggen: “Er is geen Rus of Oekraïner…” wanneer zij allemaal kinderen zijn van één Vader.

In Rwanda heb ik initiatieven bezocht van Hutu’s en Tutsi’s die op grond van hun gezamenlijke christelijke geloof verzoening brachten en genezing van de diepe wonden na de genocide: de getuigenissen gingen door merg en been, en je ogen konden niet droog blijven als je de indringende verhalen hoorde. Ik was ooit op bezoek in de grootste kerk ter wereld, in Seoul, Zuid-Korea: daar baden ze élke zondagmorgen voor Noord-Korea. U leest het goed: niet tégen Noord-Korea, maar vóór hen. Richard Wurmbrand (1909-2001) was een lutherse predikant in Roemenië in de tijd van de communistische onderdrukking en vreselijke vervolging van kerken. Toen in 1944 de Russische soldaten zijn land bezetten, ging hij het goede nieuws van het evangelie aan deze ‘vijandige’ soldaten brengen, op gevaar van eigen leven. Uiteindelijk heeft hij 13,5 jaar in de gevangenis gezeten, maar hij heeft altijd zijn liefde voor het Russische volk beleden, ook na alle folteringen. Corrie Ten Boom (1892-1983), de Nederlandse vrouw die joden verstopte in Haarlem en daardoor in de nazi-concentratiekampen belandde, ging daarna als evangeliste de wereld rondreizen met de boodschap dat men de Duitsers moest vergeven, hoezeer ze ook zelf onder hen geleden had. In Israël bestaat de organisatie Musalaha – het Arabische woord voor ‘verzoening’ – die al sinds 1990 gesprekken, dialogen en acties organiseert met joodse én Palestijnse christenen: het kán wel degelijk om zulke verschillen te overbruggen. Wie God boven zijn privé- of nationale belangen plaatst, overstijgt alle conflicten en muren. Helaas zijn er teveel christenen die hierin falen en een kleinere god (nationalisme…) boven God plaatsen. Er is geen sterkere vredesfactor dan een God die Liefde is. En geen sterker geloof dan het opstandingsgeloof.

Ook al gelooft een christen niet in de natuurlijke capaciteiten van de mens om zijn eigen rotzooi op te ruimen, om de wereldconflicten op te lossen, hij is en blijft altijd vol geloof en hoop. Als de dood overwonnen is, is de rest een peulschil.

Ignace Demaerel is godsdienstleraar en auteur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content