Dirk Draulans

‘De Boerenbond is niet sympathiek, maar hypocriet’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans ergert zich aan het feit dat de Boerenbond ineens de lokale boer en tuinder promoot.

Hebt u ze gezien, Geachte Lezer, de advertentie van de Boerenbond in Knack van (toevallig) 1 april? Ze verscheen ook in een aantal kranten. Op de achterkant van de cover van Knack presenteerde Boerenbond-voorzitster Sonja De Becker in woord en beeld voorbeelden van de duizenden Vlaamse land- en tuinbouwers die ervoor zorgen dat we ook nu kunnen genieten van voldoende en lekker voedsel. Ze vraagt waardering voor hun werk door in deze moeilijke tijden massaal hun producten te kopen: lokale land- en tuinbouwproducten van topkwaliteit.

De Boerenbond is niet sympathiek, maar hypocriet.

In een editoriaal van het Boerenbondblad Boer&Tuinder sloeg De Becker zich – een hardnekkige gewoonte van haar – zelf op de borst: de campagne had veel ‘sympathie’ gegenereerd. Maar niet bij mij. Het eerste wat in me opkwam toen ik ze zag was ‘hypocriet’. Ineens ontdekt de grote boerenbondmachine de lokale boer, noodgedwongen, want gedreven door de coronacrisis met het sputteren van internationaal transport en het sluiten van grenzen als onmiddellijk gevolg. In andere omstandigheden staat de Boerenbond voor een landbouwmodel dat steunt op globalisering, grootschaligheid en drukken van de kosten door onder meer een rücksichtslos omgaan met de rest van de leefomgeving. Nu dat systeem even onder druk komt, gaat de bond gezwind en schaamteloos compleet de andere toer op.

Ik koop al lang zoveel mogelijk producten van bij ons, bio als het kan. Een Belgisch vlaggetje op een product volstaat om het te verkiezen boven het andere aanbod (hoewel je wel wat voorzichtig moet zijn, want er is bijvoorbeeld ook tonijnsalade met een Belgisch vlaggetje op de verpakking en de discrete boodschap ‘met producten van verschillende oorsprong’).

Ik ben gelukkig relatief prijsongevoelig, zodat ik geen rekening moet houden met het feit dat die dingen eventueel wat duurder zijn dan de rest. Maar ik vind dat minder belangrijk. Ik heb liever dat onze boeren en tuinders hun producten kwijt kunnen in een lokale korte kring, indien mogelijk aan een voor hen redelijke prijs, dan dat ik moet meedraaien in het geglobaliseerde en op pure bedrijfswinst geënte landbouwmodel, waarin milieukosten tot voor kort zelden of nooit mee in rekening werden gebracht. Zo slaagt Vlaanderen er maar niet in het voor onze natuur en ons water zo schadelijke mestprobleem onder controle te brengen. Het leefmilieu werd en wordt opgeofferd aan goedkopere voedselvoorziening – zo goed als geen haan die daarnaar kraaide, en zeker niet de Boerenbond. Als de agro-industrie het maar goed had.

Wat is dat, die agro-industrie? Dat is soja waarvoor regenwoud moet verdwijnen die hier wordt geïmporteerd voor het voeder van melkkoeien in megastallen wier melk omgezet wordt in poeder dat onder meer geëxporteerd wordt naar ontwikkelingslanden waar het de lokale markten ontwricht. Dat zijn aardappelen die industrieel omgezet worden in diepvriesproducten die niet zelden de basis vormen van de junkfood die wereldwijd voor zoveel gezondheidsproblemen zorgt dat her en der de gemiddelde levensverwachting van de consument weer aan het dalen is. Dat zijn appelen en peren van bij ons die vernietigd moeten worden omdat afzetmarkten (zoals Rusland) afgesneden raken, terwijl onze supermarkten vol liggen met appelen uit Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika of Chili.

De groeiende grootschaligheid heeft grote gevolgen voor jonge boeren die nog volgens de familiale traditie willen werken, maar niet meer aan grond geraken, omdat de agro-industrie meer kapitaal heeft om wat vrij komt op te kopen. Ik heb boeren ontmoet die een schuldenlast van meer dan 3 miljoen euro meezeulen – hen aangepraat door vertegenwoordigers van de Boerenbond die hen ervan overtuigden dat ze moesten blijven investeren in hun toekomst door te blijven groeien.

Maar dat is niet zonder risico’s. Als je even grasduint door de laatste edities van Boer&Tuinder, zie je waar het in de markt om draait. ‘De wereldhandelsstromen zijn enorm belangrijk en bepalend voor de prijsvorming in de pluimveehouderij. We exporteren steeds meer, maar ook de goedkope import van pluimveevlees en eieren vanuit niet-EU-landen stijgt.’ Specifiek over braadkippen: De ‘prijzen gaan zwaar onderuit’ als gevolg van ‘moeizame export naar niet-EU-landen’, onder meer door ‘verregaande preventiemaatregelen in een aantal exportbestemmingen waardoor het moeilijker is geworden het pluimveevlees ter plaatse te krijgen’.

Een kop boven een korte analyse van de zuivelhandel: ‘Lagere prijzen door exportproblemen’. Over de aardappelhandel: ‘In België is het overgrote deel van de aardappelproductie bestemd voor verwerking tot diepgevroren aardappelproducten, waarvan het leeuwendeel bestemd is voor de export’. Hoeft het herhaald: die uitvoer is nu ‘gehypothekeerd’. Over de biggenhandel: de prijzen dalen verder, onder meer omdat ‘de export van biggen naar Spanje bijzonder stroef loopt’.

De coronacrisis heeft pijnlijk duidelijk gemaakt wat de consequenties zijn van een ondoordachte globalisering en vooral een ondoordacht omgaan met onze leefomgeving.

Het lijkt er dus sterk op dat we van een trend kunnen spreken. Bezorgde boeren (onder meer van het Algemeen Boerensyndicaat, een concurrent van de Boerenbond) hebben al hun beklag gedaan over het feit dat een te sterk op export gerichte landbouw de prijzen die de boer voor zijn producten krijgt te zwaar onder druk zet – het inkomen van de doorsnee landbouwer zou de jongste decennia niet gestegen en in veel gevallen zelfs afgenomen zijn.

Bioboer Kurt Sannen, tot voor kort voorzitter van Bioforum, de koepel van bioboeren, had het in een reactie over een analogie met het Monopolyspel: in het begin staat iedereen gelijk, halverwege heeft iedereen wat huizen en hotels, maar uiteindelijk eindigt één winnaar met alles en staat de rest er bekaaid voor. Het neoliberale model dat geënt is op eindeloze groei en winstmaximalisatie botst vandaag op zijn limieten. De coronacrisis heeft pijnlijk duidelijk gemaakt wat de consequenties zijn van een ondoordachte globalisering en vooral een ondoordacht omgaan met onze leefomgeving. Als daar de juiste conclusies uit getrokken worden, zal het virus finaal toch ook wat positieve effecten gegenereerd hebben.

Sannen pleit ervoor dat de agro-industrie geleidelijk vervangen wordt door agro-ecologie, waarbij boeren weer dichter bij de natuur en hun klanten staan, zoals vroeger. Het model dus dat de Boerenbond nu ineens als Groot Licht in Deze Duisternis gezien heeft. Het is te hopen dat de organisatie zich binnen een paar maanden, als alles weer begint te normaliseren, haar eigen actie zal herinneren. Want je voelt dat de traditionele economische lobby’s zich al aan het roeren zijn om zo snel mogelijk weer over te gaan tot business as usual, tot meer van hetzelfde, voor hun eigen glorie uiteraard, niet voor die van veel anderen (boeren inbegrepen), en zeker niet voor die van de volgende generaties, want die zullen opgezadeld raken met de gevolgen van de zware en niet in rekening gebrachte milieukosten – zie de globale klimaatopwarming.

Ze was wel mooi, de campagne van de Boerenbond. Je ziet negentien beelden van Vlaamse boeren, of in feite achttien, want het negentiende is een portret van Sonja De Becker zelf. Als enige toont zij geen product. Ze staat te blinken met de lucht in de achtergrond. Lucht kun je natuurlijk wel bakken. Dan krijg je… inderdaad.

In Knack van 15 april stond op de achterkant van de cover een nieuw en vergelijkbaar campagnebeeld voor onze boeren, onder het label #Boerentrots. Geen De Becker of Boerenbond meer te bespeuren, uitsluitend vooral jonge landbouwers die trots hun producten presenteren. Een campagne die op mijn sympathie kan rekenen. Lang leve onze familiale boeren en tuinders (van de liefde voor hun producten en van de korte keten naar de klanten)! Houden zo!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content