De babybusiness: waarom Vlamingen naar het buitenland trekken voor eicellen, sperma en embryo’s

Bij het Deense Cryos kun je een resem zoekcriteria instellen om een donor op maat te vinden: ras, haarkleur, bloedgroep, gewicht. Wie dat wil, krijgt ook een EQ-profiel en stemopname van de donor. © Stijn Felix
Ann Peuteman

Vlamingen trekken steeds vaker de grens over voor vruchtbaarheidsbehandelingen die ze hier niet kunnen krijgen. Op het internet en in buitenlandse privéklinieken is alles te koop: eicellen, spermastalen, draagmoeders, embryo’s zelfs. ‘De kwaliteit is doorgaans wel goed’, klinkt het. ‘Maar donoren worden er vaak geëxploiteerd en wensouders zijn alleen wandelende kredietkaarten.’

Tienduizend euro. Voor die prijs kun je met je partner een weekje naar een viersterrenhotel aan een Cypriotisch strand, en met wat geluk keer je zwanger terug. Op maandag gaat meneer bij een fertiliteitskliniek langs om een spermastaal af te leveren, vijf dagen later wordt mevrouw verwacht voor het inplanten van een embryo dat met behulp van een gedoneerde eicel is gemaakt.

Vruchtbaarheidstoerisme zit in de lift. Koppels en alleenstaanden die geen kinderen kunnen krijgen, zelfs niet met in-vitrofertilisatie, trekken naar het buitenland voor behandelingen die bij ons vaak verboden zijn. Ze krijgen er eicellen van jonge meisjes, selecteren spermastalen op basis van de stem en het gewicht van de donor, huren een dikbetaalde draagmoeder in of kiezen zelf het geslacht van hun baby. Ver hoeven ze daar niet voor te zoeken: op het internet steken commerciële agentschappen en klinieken uit de Verenigde Staten, Cyprus, Spanje, Tsjechië, Griekenland en Rusland elkaar de loef af. Vaak met websites in min of meer verstaanbaar Nederlands. ‘Sperma op úw maat’, klinkt het daar. Maar ook: ‘Bij ons is uw kans om zwanger te worden 100 procent.’ Natuurlijk klinkt dat wensouders als muziek in de oren, zeker als ze jarenlang tevergeefs behandeling na behandeling hebben ondergaan. ‘Ze willen die mooie beloftes zo graag geloven dat ze bereid zijn vele duizenden euro’s op tafel te leggen’, zegt Marijke Merckx, voorzitster van De Verdwaalde Ooievaar, een vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. ‘Sommigen worden ook daadwerkelijk geholpen, maar zeker niet iedereen.’

Spaanse meisjes doneren eicellen om hun studie te kunnen betalen.

Omdat het aartsmoeilijk is om het kaf online van het koren te scheiden, startte de Nederlandse Anneke Janssen vorig jaar samen met een collega FertiTravel op: een soort reisbureau voor mensen die op zoek zijn naar een geschikte vruchtbaarheidsbehandeling. ‘Aanvankelijk vonden zelfs experts als wij de weg niet door het enorme aanbod’, zegt Janssen. ‘Dus zijn we zelf klinieken gaan bezoeken in Cyprus, Spanje en Tsjechië. En gelooft u mij: in werkelijkheid zien ze er soms veel minder mooi uit dan op het internet. Alsof je dertig jaar wordt teruggeworpen in de tijd.’ Janssen lijkt een gat in de markt te hebben gevonden: elke dag lopen er nieuwe aanvragen binnen, van zowel Nederlanders als Belgen.

Lange wachtlijsten

Wat drijft mensen om in onbekende buitenlanden een vruchtbaarheidsbehandeling te ondergaan? Ongeduld vaak. Of juister: tijdsnood. Zeker als ze op eiceldonatie aangewezen zijn, want in België moet je daar lang op wachten. Dat niet veel vrouwen zich geroepen voelen om eicellen te doneren, komt om te beginnen door de gezondheidsrisico’s en de complexiteit van de behandeling: eerst worden de eierstokken van de donor hormonaal gestimuleerd en vervolgens moet ze een eicelpunctie ondergaan. Daarbij komt nog dat er geen campagnes mogen worden opgezet om donoren te ronselen, er alleen een onkostenvergoeding tegenover mag staan en de weinige kandidaat-donoren ook nog eens streng worden gescreend. ‘Daardoor duurt het al snel één tot twee jaar voor je aan de beurt bent’, zegt Marijke Merckx. ‘Veel te lang voor wensouders die het gevoel hebben dat er geen tijd te verliezen is. Vergeet niet dat de meeste koppels die voor eiceldonatie kiezen al een heel traject van behandelingen achter de rug hebben en niet meer zo jong zijn. Begrijpelijk dat die mensen hun kans willen wagen in een land waar je niet op donoreicellen hoeft te wachten.’

Vooral Spanje, waar meer dan tweehonderd fertiliteitsklinieken gevestigd zijn, is een heel populaire bestemming. Eicellen genoeg daar, want er wordt volop reclame gemaakt voor donatie. Zelfs in universiteitsgebouwen hangen affiches die studentes er warm voor moeten maken. ‘Biedt er zich hier in Gent een eiceldonor aan, dan peilen we uitgebreid naar haar motivatie en gaan we na of ze wel echt begrijpt waar ze aan begint’, zegt Petra De Sutter, hoofd van de afdeling Reproductieve Geneeskunde van het UZ Gent en auteur van De maakbare baby. ‘In veel andere landen, zoals Spanje, gebeurt dat niet. Toch niet in de praktijk. Hoe altruïstisch zijn bijvoorbeeld de motieven van een Peruviaanse studente die om de twee maanden eicellen doneert, daar telkens 1500 euro voor opstrijkt en uiteindelijk met een voor haar klein fortuin naar Peru terugkeert? Juridisch valt daar niets tegen in te brengen, maar ethisch wel.’

Niet alleen zijn er in Spanje veel meer donoreicellen beschikbaar, de donors zijn doorgaans ook jonger dan in België. ‘Bij ons heeft men liever dat de eigen kinderwens van een donor al is vervuld. Zowel met het oog op de gezondheidsrisico’s als op de mogelijke psychische gevolgen’, legt Merckx uit. ‘Daardoor zijn Belgische donoren vaak jaren ouder dan in Spanje, waar ook heel jonge vrouwen kunnen doneren. Sommigen doen dat zelfs om hun studie te financieren. Zulke eicellen zijn erg gegeerd: hoe jonger de donors zijn, hoe groter de kans op zwangerschap. Als we in België meer jonge eiceldonoren kunnen aantrekken, zou de uittocht naar buitenlandse klinieken al veel kleiner zijn.’

Op speeddates in Nederland kunnen wensouders in contact komen met spermadonoren.

Wandelende kredietkaarten

Ondertussen reizen er al zo veel wensouders naar Spanje dat veel klinieken er alleen nog buitenlandse patiënten helpen. Meestal krijgen die vruchtbaarheidstoeristen systematisch een hogere factuur voorgeschoteld dan Spanjaarden. ‘Ook tussen de klinieken zijn de prijsverschillen erg groot’, zegt Anneke Janssen. ‘Dat heeft niet alleen met de service te maken, maar ook met de kwaliteit van het embryo dat wordt teruggeplaatst: een embryo van vijf dagen kost meer dan een van drie dagen.’ Buitenlandse patiënten krijgen daar niet veel uitleg over, want die klinieken willen in de eerste plaats winst maken. ‘De artsen zijn niet meer dan radertjes in het geheel, want die centra worden door commerçanten gerund’, zegt De Sutter. ‘In alle landen waar de commercialisering erg is doorgedrongen, worden patiënten uitsluitend als wandelende kredietkaarten gezien.’

Ook Tsjechië en Cyprus liggen goed in de markt bij wensouders. Sommigen reizen zelfs naar het Turkse deel van Cyprus. Niet alleen omdat daar geen wachtlijsten zijn, maar ook omdat de leeftijdgrens voor een behandeling met donoreicellen er 55 jaar is: veel hoger dan in Europese landen toegelaten is.

Op zich zouden koppels die donoreicellen uit flexibelere landen ook kunnen laten overkomen, maar in Vlaamse ziekenhuizen kunnen ze er niet mee terecht. ‘Uit ethische overwegingen importeer ik geen eicellen uit het buitenland’, legt Petra De Sutter uit. ‘Daarvoor is het risico op commercialisering en exploitatie te groot.’ Maar niet alle Vlaamse artsen zijn zo consciëntieus. ‘In de privépraktijk van sommige dokters kun je meteen eicellen krijgen’, zegt Merckx. ‘Ik weet niet waar ze die vandaan halen, maar de kans lijkt me reëel dat ze uit het buitenland komen.’ Er zijn ook gynaecologen die patiënten die ze zelf niet meer kunnen helpen naar het buitenland doorsturen. ‘Onethisch vind ik dat niet’, zegt Merckx. ‘Het is veel erger als een arts een patiënte blijft behandelen terwijl hij heel goed weet dat ze op die manier niet meer zwanger zal raken.’ Dat er ook gynaecologen zijn die een commissie krijgen van klinieken waarnaar ze patiënten doorsturen, is dan wel weer laakbaar.

Moeder te huur

Is het al lastig om een geschikte eiceldonor te vinden, dan is de zoektocht naar een draagmoeder nog veel penibeler. Omdat er in België nog altijd geen wetgeving bestaat over draagmoederschap, is het de ethische commissie van een ziekenhuis die daarover beslist. Over één principe zijn ze het allemaal eens: commercieel draagmoederschap wordt niet getolereerd. ‘Als een koppel een draagmoeder voorstelt, gaan we na of ze het wel uit altruïsme doet’, legt Petra De Sutter uit. ‘Daarbij gaan we niet over één nacht ijs: na een tiental bezoeken aan onze psycholoog moet ze daarvoor ook nog eens langs bij een onafhankelijke psychiater.’

Wat het proces extra moeilijk maakt, is dat Vlaamse vruchtbaarheidscentra draagmoeders niet met hun eigen eicellen behandelen. Wensouders moeten zowel een draagmoeder als een eiceldonor aanbrengen. ‘Sommige mensen vinden dat we de lat op die manier te hoog leggen en trekken dan maar naar Californië’, zegt De Sutter. ‘Daar floreren commerciele agentschappen die koppels of alleenstaanden aan een draagmoeder helpen.’ Al is dat niet voor iedereen weggelegd, want de factuur kan hoog oplopen. Niet alleen door de vergoeding die de draagmoeder krijgt, maar ook door de rekeningen van de kliniek, de verzekeringspolissen én de commissie die het agentschap opstrijkt. Toch komt er keer op keer veel volk opdagen als zulke Amerikaanse agentschappen in ons land informatiedagen organiseren.

Doordat niet iedereen het zich kan veroorloven om de Atlantische oceaan over te vliegen en daar een klein fortuin aan een draagmoeder te besteden, zoeken sommigen het tegenwoordig dichter bij huis. In Griekenland, bijvoorbeeld, dat draagmoederbehandelingen pas twee jaar geleden voor buitenlanders heeft opengesteld. ‘Dat levert zo’n land natuurlijk veel inkomsten op, onder meer in de medische sector en de horeca’, aldus De Sutter. ‘Op papier is alleen altruïstisch draagmoederschap daar toegestaan, maar in de praktijk wordt er veel door de vingers gezien. Anders zouden er in Griekenland niet zo veel draagmoeders uit Georgië en Roemenië rondlopen.’

De babybusiness: waarom Vlamingen naar het buitenland trekken voor eicellen, sperma en embryo's
© Stijn Felix

Ook in Turks-Cyprus, Georgië, Rusland en Oekraïne is draagmoedertoerisme vandaag aan een opgang bezig. Vooral sinds India draagmoederschap voor buitenlandse wensouders bij wet heeft verboden. Dat gebeurde nadat er ophef was ontstaan over zogenaamde babyboerderijen, waar straatarme Indiase vrouwen en masse als draagmoeder fungeerden voor rijke buitenlanders.

Postordersperma

Wie in plaats van eicellen of een baarmoeder zaadcellen nodig heeft, moet daar veel minder moeite voor doen. Over heel Europa zijn er kwaliteitsvolle spermabanken, en onder meer in Nederland worden er geregeld speeddates georganiseerd waarbij wensouders in contact kunnen komen met zaadceldonoren. Voor een spermastaal hoef je anno 2017 zelfs de deur niet meer uit: online kun je voor een prikje een spermastaal bestellen. Vooral Deense vruchtbaarheidsklinieken hebben zich gespecialiseerd in het verschepen van zaadcellen die vrouwen uit heel Europa online bij hen bestellen. De vraag is zelfs zo groot dat veel van die centra zich alleen nog op de buitenlandse markt richten. Op de Engelstalige site van het Deense bedrijf Cryos, bijvoorbeeld, kun je een hele resem zoekcriteria instellen om een donor op maat te vinden: ras, haarkleur, bloedgroep, gewicht. Wie dat wil, krijgt er gratis nog een EQ-profiel en stemopname van de donor bovenop. De spermastalen worden op de dag van je eisprong thuisbezorgd in rietjes van 0,4 of 0,5 milliliter. Prijs voor levering binnen Europa: tussen 174 en 272 euro. Voor 12.000 tot 30.000 euro kun je exclusiviteit afkopen en heb je de garantie dat je de enige bent die zaadcellen van die ene donor krijgt.

Hoewel 70 procent van de spermastalen die Deense klinieken exporteren rechtstreeks naar particuliere klanten wordt gestuurd, zijn er ook buitenlandse vruchtbaarheidscentra die een beroep doen op hun diensten. Ook het UZ Gent. ‘Daar heb ik veel minder problemen mee, als de donatie tenminste conform de Belgische wet gebeurt’, zegt De Sutter. ‘Het doneren van sperma is helemaal niet zo ingrijpend als eiceldonatie en de vergoeding is in Denemarken ongeveer even hoog als bij ons: 70 euro. Voor zo’n bedrag zullen arme Zuid-Amerikanen echt niet naar Denemarken afzakken.’

Wat wel voor problemen kan zorgen, is dat spermadonatie in België voorlopig nog anoniem gebeurt terwijl dat in veel andere landen niet zo is. Op termijn lijkt die anonimiteit hier niet houdbaar. ‘Nu er ook in België wordt gepraat over het opheffen ervan, gaan meer wensouders donorsperma halen in landen waar de donor niet gekend is’, zegt Janssen. ‘Net zoals we in Nederland hebben zien gebeuren toen de donorwet van 2004 een einde maakte aan anonieme spermadonatie.’

Gevaarlijke combinatie

Niet alleen om zwanger te raken, kijken Vlamingen over de landsgrenzen. Ze willen er ook alles aan doen om een perfecte baby te krijgen, en ook op dat vlak zijn de mogelijkheden op het internet en in buitenlandse privéklinieken groter dan bij ons. Zo kun je met één muisklik een betrouwbare prenatale vaderschapstest bestellen. ‘In de vruchtbaarheidscentra doen we die tests niet omdat ze toch niets bijbrengen aan een zwangerschap’, zegt Jean-Jacques Cassiman, emeritus hoogleraar Menselijke Genetica (KU Leuven). ‘Het resultaat zou alleen kunnen leiden tot het afbreken van de zwangerschap, en dat kan de bedoeling niet zijn.’

Het is alleen een kwestie van tijd voor een wetenschapper ergens in Oekraïne of Mexico een gemodificeerd embryo plaatst.

Door de bloeiende onlinehandel hebben Vlaamse artsen dat echter niet meer in de hand. Net zoals ze hun patiënten er niet van kunnen weerhouden om op het internet of bij buitenlandse klinieken tests te bestellen die beloven het DNA van hun ongeboren kind in kaart te brengen. Zo is er een test op de markt die elke afwijking op de chromosomen van een foetus vanaf tien weken zwangerschap zou kunnen opsporen. ‘Technisch is dat perfect mogelijk en dus is de kans groot dat die test daadwerkelijk doet wat de verkoper belooft’, aldus Cassiman. ‘Alleen ben je daar weinig mee, want van veel van die afwijkingen kennen we de betekenis helemaal nog niet. Het enige wat je ermee kunt bereiken, is dat de moeder heel erg ongerust wordt. Eigenlijk zou men zulke tests pas ter beschikking mogen stellen zodra we in staat zijn om de resultaten echt te interpreteren. Maar in buitenlandse privéklinieken, vooral in de Verenigde Staten dan, wordt de stap van het onderzoekslaboratorium naar de medische praktijk vaak heel snel gezet. In Europa zijn we daar gelukkig voorzichtiger mee.’

Wat het tegenwoordig ook heel goed doet, is een test die nagaat of de combinatie van de genen van potentiële ouders geen problemen kan opleveren. ‘Als vader en moeder drager blijken te zijn van hetzelfde defect, zijn ze er dan al op voorbereid dat ze het aan hun kind zullen doorgeven’, aldus Cassiman. ‘Of ze kunnen beslissen om helemaal niet aan kinderen te beginnen. Toch raden we die tests in België af: ze zijn duur en de kans dat er iets wordt gevonden, is relatief klein.

Kiezen voor een jongetje

Naast de zoektocht naar donoreicellen, draagmoeders en prenatale tests, beginnen wensouders nu ook naar het buitenland te trekken om de Belgische regelgeving in verband met embryoselectie te omzeilen. ‘Embryoselectie op basis van geslacht, bijvoorbeeld, is in Europa alleen toegestaan als daar medische redenen voor zijn’, aldus Anneke Janssen. ‘Maar in Turks-Cyprus kan iedereen die voor eicel- of embryodonatie gaat voor een jongetje of een meisje kiezen. Gezinnen die na drie dochters een zoon willen of omgekeerd kunnen daar dus terecht.’

Nog een stap verder is zogenaamde embryomodificatie, waarbij embryo’s genetisch worden aangepast voor ze in de baarmoeder worden geplaatst. Vandaag is dat overal ter wereld verboden, maar Petra De Sutter vermoedt dat het niet lang meer zal duren voor iemand het toch probeert. ‘Op den duur zal er wel een Amerikaanse onderzoeker zijn die niet langer wil wachten en de techniek ergens in een kliniek buiten de VS toepast’, zegt ze.

‘Niet alleen wensouders trekken naar het buitenland. Ook wetenschappers doen dat als ze een vruchtbaarheidsbehandeling in de praktijk willen brengen die in hun eigen land nog verboden is. Het is geen toeval dat het eerste kind met drie genetische ouders in Mexico is geboren en het tweede in Oekraïne.’ Dat er altijd wel wensouders zijn die zo’n experimentele behandeling willen ondergaan, kan Marijke Merckx van De Verdwaalde Ooievaar wel begrijpen. ‘Dat houdt natuurlijk risico’s in, want sommige van die technieken zullen uiteindelijk weer worden afgevoerd’, zegt ze. ‘Maar als je geluk hebt, word je vandaag zwanger dankzij een behandeling die over tien jaar ook bij ons ingeburgerd zal zijn.’

Als alle mogelijke experimentele behandelingen, prenatale tests, donoren en draagmoeders maar een muisklik of vliegreis verwijderd zijn, lijkt het niet veel zin te hebben om er wetten en regels voor uit te werken. ‘Toch wel’, zegt Petra De Sutter. ‘Op bio-ethisch vlak is België behoorlijk progressief en het is belangrijk dat daar een strikte wetgeving met een degelijk controlemechanisme tegenover staat. Op zich zou het ook helpen als alle Europese landen zich aan dezelfde ethische normen hielden. Alleen lopen we dan het risico dat wij een paar stappen terug moeten zetten, want in België mag op dat vlak meer dan in veel andere landen. In Frankrijk kunnen lesbische koppels bijvoorbeeld geen hulp krijgen bij de voortplanting, en dan heb ik het nog niet over de regels in conservatieve landen zoals Polen. Maar zelfs als we de lat overal in Europa gelijk leggen, zullen we nooit kunnen verhinderen dat mensen in het buitenland gaan halen wat ze hier niet kunnen krijgen. Er zullen altijd koppels zijn die in Californië 100.000 euro betalen aan een draagmoeder en met een kind naar België terugkeren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content