Watou 2014: op zoek naar de dichter Leonard Cohen

© kunstenfestivalwatou.be

Anno 2014 beleeft het literair kunstenfestival van Watou misschien wel zijn meest uitgebreide editie tot nu toe. Onze vliegende reporter zette er stevig de pas in om het hele circuit op één namiddag te belopen.

Zesde editie alweer van het Kunstenfestival Watou. Op 11 locaties wordt gezocht naar een dialoog tussen beelden kunst en poëzie. Dat levert als vanouds enkele geslaagde en minder geslaagde confrontaties op.

Het lijkt wel alsof het festival zich ieder jaar een beetje dieper nestelt in het West-Vlaamse grensdorp. De Britse kunstenaar Patrick Murphy plaatste op elke nok en dakgoot van de dorpskern een snoepjeskleurig duivenbeeldje: ‘de kunste’, zoals de locals het festival steevast noemen, is onmiskenbaar neergestreken. De organisatoren zijn erin geslaagd om nog enkele nieuwe locaties aan het parcours toe te voegen, zoals de traditie het wil huizen en hokken waar de tijd gestold lijkt te zijn.

Een van die nieuwe locaties, het huis Lenoir, doet dienst als startpunt. Het stemmige herenhuis, met antieke vloeren en wirwarrende bovenverdieping, huisvest onder andere de ‘confessional art’ van de Franse multidisciplinaire kunstenares Sophie Calle. Pijnlijk persoonlijk werk, foto’s, een boekje, de tekst van een afscheidstafereel geborduurd op wit en grijs linnen. Op de bovenverdieping mag het wat lichtvoetiger, met bontgekleurd werk van de Nederlandse Conny Kuilboer. Een tikkeltje tragikomedie ook, wanneer het gedicht ‘Lawn Chair Larry (eervolle vermelding) ‘ van Ramsey Nasr wordt geconfronteerd met Kuilboers naïeve beeld van een tuinstoeltje dat aan enkele heliumballonnen wordt opgelaten. Een van de sterkste nieuwigheden vind je eveneens in het huis Lenoir: voor de installatie ‘De Muur’ gaan doorheen de zomer telkens andere duo’s van dichters en beeldend kunstenaars de samenwerking aan, voor een tijdelijk Gesamtkunstwerk.

Information overload

Een andere geslaagde confrontatie van poëzie en beeldende kunst is te vinden in het gemeentehuis. De beelden van de Chinese fotograaf Wang Quinsong worden geplaatst tegenover gedichten van Max Temmerman en Paul van Ostaijen. Quinsong toont zijn protagonisten omringd door stapels boeken, vloeren bezaaid met proppen papier, muren vol slogans, een information overload waar de hoofdrolspelers slechts moedeloos het hoofd voor kunnen buigen. Ook de vloer van het gemeentehuis gaat schuil onder het afvalpapier, met in een hoek een naïeve sculptuur van een mannetje met twee roeispanen . Hij krijgt, op een pancarte, de ‘Melopee’ van Van Ostaijen naast zich. Probeer er maar doorheen te komen, door die berg aan informatie die door haar veelheid onleesbaar is geworden. ‘Er moeten dringend hoofdstukken worden geschreven voor een boek dat als handleiding kan dienen,’ mijmert Max Temmerman. Op de foto van Quinsong die het gedicht flankeert, vallen studenten uitgeput in slaap tussen de boeken.

Diezelfde thematiek van overdosissen aan informatie vind je ook elders op het parcours. In de Graanschuur exposeert Johan De Wit zijn onleesbaar gemaakte kranten, elke zin en elk beeld meticuleus overschilderd met Tipp-Ex. Hier bouwde de Oostenrijker Thomas Ehgartner een golf van boeken, die de vloer en de muren van de schuur beslaat. De boeken zijn met de rug naar beneden op en tegen elkaar gestapeld, waardoor het gissen blijft naar titels en thema’s. Doofstomme boeken, die niets meer mogen vertellen, en die enkel door deze recuperatie van de papiermolen werden gered – voorlopig. Wie wil, kan middenin de installatie gaan staan. Schroomvallig treed ook ik even de boeken met de voeten. Weliswaar met de verplichte beschermhoesjes over de voeten, maar toch.

Afdeling Weltschmerz

In de Douviehoeve, traditioneel een zwaartepunt in het parcours, wordt op veilig gespeeld. Hier lijkt de afdeling Weltschmerz te zijn gehuisvest, met een stevige selectie klassiekers: ‘De klacht van den oude’ van Elsschot wordt er geflankeerd door ‘Le Pont Mirabeau’ van Apollinaire en ‘Voor de verre prinses’ van Slauerhoff. Uit een coconvormige sculptuur van Henry Baumann druppelt melancholische muziek.

Cohen

Opvallende ‘eregast’ dit jaar is Leonard Cohen. De Watouse eregalerij, bij voorgaande edities gewijd aan Leonard Nolens en Herman de Coninck, focust op het dichterschap van de Canadese singer-songwriter. Cohens literaire carrière is wat ondergesneeuwd door zijn successen als zanger. Niettemin bleef Cohen doorheen de jaren dichtbundels en boeken publiceren. Een omvangrijke selectie uit dat werk is op de muren van de Douviehoeve te lezen. Het is de dichter Cohen die hier gefêteerd wordt, maar dat opzet lijkt lichtjes te worden gesaboteerd doordat Cohen-de-zanger minstens even nadrukkelijk aanwezig is: de toeschouwers kunnen zelf de LP’s met Cohens grootste successen afspelen op koffergrammofoons, of kijken naar beelden van live-optredens. De pancartes met verzen aan de muur doen er het zwijgen toe. Gelukkig wordt het evenwicht nog enigszins hersteld door de docu uit 1965, waarin Cohen nog door het leven gaat als Canada’s meest beloftevolle schrijver.

Duiventil

Het traject maakt een extra lusje rond de Kleine Markt, een pleintje aan de andere kant van de kerk, dat bij vroegere edities wat links bleef liggen. Deze Kleine Markt herbergt dit jaar de duiventil waarheen Murphy’s plastieken duiven geacht worden weer te keren. Een pancarte in algemeen beschaafd kunstwetenschaps moet aan die vrolijke bezetting een diepgang geven die met het blote oog niet valt waar te nemen. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar vanwaar die drang om de kijker zo bij het handje te nemen? Bij de geafficheerde gedichten zit toch ook geen bijsluiter?

In de wolken

Als boekreporter hoop je toch steeds dat de poëzie overeind blijft in de confrontatie met de beeldende kunst. In Watou is het altijd een gok, een dubbeltje op zijn kant. Maar het kan: in het Klooster kun je letterlijk met je hoofd in de wolken zitten, via een installatie van Matsuri Yamana, om vervolgens tot de orde te worden geroepen door Dichter des Vaderlands Charles Ducal: ‘weerloos geworpen in zo veel geluk/dat ik slechts aan mezelf nog lijd.’ Uitgebreider dan ooit is het parcours, wat van een bezoek aan Watou een fikse wandeling maakt: wil je het parcours in één namiddag doen, mag je er wel stevig de pas in zetten, zeker wanneer je nog een lezing of concert wil meepikken. De poëzie leeft in Watou vooral live en tijdens de weekends. De programmatie brengt een breed palet aan jonge en gevestigde dichters naar de ‘schreve,’ van Lies Van Gasse tot Bernard Dewulf, van de Sprekende Ezels tot Reinout Verbeke & Nevenwerking. De kans dat u eregast Cohen deze zomer aan het werk ziet in de Parochiezaal of in het achterafzaaltje van retrocafé ’t Oud Gemeentehuis, is dan weer eerder aan de kleine kant.

Kunstenfestival Watou: nog tot en met zondag 31 augustus. Opgepast: het festival is gesloten op maandag én dinsdag. Toegangsprijs bedraagt 10 euro.

Michiel Leen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content