Parker, Peace en Connelly beloven spannend maart

Een paar grote namen pakken deze maand met nieuwe thrillers uit: onder meer T. Jefferson Parker, Michael Connelly en David Peace.

Eindelijk is nu ook ‘1974’, het eerste deel van David Peace’s Red Riding Quartet, in het Nederlands vertaald. Het lijkt erop dat De Bezige Bij in omgekeerde chronologische volgorde zijn romans uitgeeft. En daar is wat voor te zeggen. ‘Tokio Zero’ en ‘Bezette Stad’, zijn recentste werk, waren schitterende faction thrillers over de Amerikaanse bezetting van Japan na WO II. ‘1974’ betekende het debuut van Peace die met deze roman stilistisch nog bezig was zijn weg te vinden. Maar meteen de klasse van een James Ellroy liet vermoeden. In Yorkshire wordt een meisje vermist. De jonge misdaadjournalist Edward Dunford werpt zich dol en driest op de zaak en ziet banden met vroegere moorden. Alleen de politie wil ze niet zien. En ook Dunfords hoofdredacteur lijkt blind. Keiharde pure noir over het grauwe Engeland nu bijna veertig jaar geleden.

Een kleine twintig misdaadromans schreef de Amerikaan T. Jefferson Parker tot nu toe. Telkens bewijst de bij ons vrij onbekende Parker een briljant auteur te zijn die talentrijk onder het niveau van de thrillerplot een stevig romanfundament bouwt. Hij schrijft mooi en gevoelig, toont veel empathie voor zijn personages. Pure klasse zijn ‘California Girl’ en ‘De engeltjes van Horridus’. Parker heeft de moed geen gemakkelijke reeksen te schrijven. Op een enkele uitzondering na moet hij het van standalones hebben. ‘Bloedgeld’ is zo’n uitzondering. Adjunct-sheriff Terry Laws heeft in een vorig verhaal zijn geliefde verloren. Om wat te bekomen krijgt hij lichter werk. Maar dan wordt zijn partner neergeschoten en krijgt hij de opdracht de zaak te onderzoeken. Drugs en een corrupte politie, het is niet nieuw. Maar Parker geeft aan de klassieke noir van Zuid-Californië een moderne en stijlvolle kleur.

De nieuwste thriller van de terecht vaak gelauwerde Michael Connelly stemt tot nadenken. Bijvoorbeeld over de invloed die publieke opinie en politici kunnen hebben op een rechtzaak. Connelly brengt in ‘De herziening’ twee sterke figuren uit eerdere thrillers bij elkaar. In de eerste plaats LAPD-rechercheur en Vietnamveteraan Harry Bosch die we al kennen van zijn debuut ‘Tunnelrat’. En dan is er de cynische Mickey Haller, een bewogen rechtbankadvocaat wiens greintje integriteit hem ooit bijna fataal werd en die bovendien ook nog een halfbroer van Bosch blijkt te zijn. In ‘De herziening’ worden de rollen omgekeerd: we krijgen Haller als aanklager en Bosch als zijn helper. Waarover het gaat: een man is meer dan twintig jaar geleden veroordeeld voor de moord op een kind. Maar DNA-materiaal wijst nu op zijn onschuld. Haller en Bosch zijn van het tegendeel overtuigd.

Fred Braeckman