Benjamin Verdonck neemt afscheid van Toneelhuis: ‘Ik heb goesting in vrolijkheid, ondanks alles’
Benjamin Verdonck neemt, geflankeerd door Mauro Pawlowski, met Down the Rabbit Hole afscheid van Toneelhuis.
In 1994 gebruikte Benjamin Verdonck dEUS’ zalige schreeuwsong Shake Your Hip tijdens een van zijn eerste stukken aan het conservatorium in Antwerpen. Nu hijst hij dEUS-gitarist Mauro Pawlowski aan boord voor zijn laatste Toneelhuisstuk. In 1994 was Verdonck een belofte, intussen is hij een gretig kunstenaar die net zo graag in het theater als op de straat speelt. Of erboven. Want tijdens de pandemie huurde hij een hoogtewerker om voor de ramen van flatbewoners te spelen met zijn kleinste kijkkastje.
Wat hebt u met kijkkasten?
Benjamin Verdonck: In 2014 maakte ik de eerste kast. Ik zette als speler een stap opzij. Vanaf dan stond een houten miniatuurtheatertje centraal, waarin ik vormen als driehoeken en rechthoeken via touwtjes liet ‘opkomen’. Ik wilde een ruimte creëren waar mensen even geen positie hoefden in te nemen, een plek waar je niet langer ergens voor of tegen hoeft te zijn. Nu sluit ik de kijkkastperiode af met Down the Rabbit Hole. De titel verwijst naar Alice in Wonderland. Via een konijnenpijp valt Alice van het ene avontuur in het andere. De voorstelling beleven – én maken – voelt als tuimelen in een wonderwereld.
Ik verzamel al heel mijn leven dingen die betekenisloos lijken.
Welke rol speelt Mauro Pawlowski?
Verdonck: Mijn vorige kijkkaststukken waren zacht en meditatief, dit stuk is uitbundig en energiek. Mede dankzij Mauro’s muziek. Hij staat naast de kast. Die kast is gigantisch – vier meter bij vier – en het wordt hard werken om in mijn eentje alle touwen te bedienen. De kast bestaat uit 32 felgekleurde luiken die achter elkaar staan. Via de touwen schuif ik telkens een paar luiken open. Het publiek staat voor de kast en ik neem hen mee op een vrolijke trip vol levensdrift en verwondering. Ondanks alles, ja. Ik had hier goesting in. Kunst is er ook om energie te geven.
Het is na vijftien jaar uw laatste stuk bij Toneelhuis, dat mogelijk zijn subsidies verliest. Wat nu?
Verdonck: Ik weet al twee jaar dat ik moet vertrekken. Daardoor volgde ik de subsidieperikelen van een afstand. Maar dit broodnodige huis in het hart van de stad geeft zo veel kansen aan zo veel verschillende artiesten. Mijn opvolgers verdienen wat ik hier kon doen: in alle vrijheid voor, in en met de stad werken.
Wat gaat u doen?
Verdonck: Ik word vijftig. In plaats van een motor te kopen, ga ik uitzoeken wat er nog allemaal te doen is. (lacht) Ik trek op tournee met mijn kijkkasten, zoals muzikanten op tournee gaan met hun repertoire. Ik verzamel al heel mijn leven dingen die betekenisloos lijken. Gewoon, door tijdens wandelingen dingetjes op te rapen. Rondelletjes, één stukje confetti, een touwtje, steentjes. We leven in een wereld waarin we kleiner moeten worden. Ik wil me bekwamen in de kracht van dat gebaar en onderzoeken wat de consequentie is voor mijn werk. Vroeger raapte ik de dingen op en gaf ik ze een plaats in mijn atelier of werk. Nu wil ik erover vertellen. Ik kies zo voor licht, wendbaar werk. En voor nabijheid.
Wat bedoelt u met ‘nabijheid’?
Verdonck: Ik woon in Kapellen. Vlak bij mijn huis is er een asielcentrum en een psychotherapeutisch centrum. Met die mensen wil ik kijken wat ik daar kan betekenen. Ik word geen sociaal werker. Maar mijn werk groeit bij mensen die ik iets wil geven. Dankbaarheid in de vorm van een zelfgebakken taart, bijvoorbeeld. Maar ook verwarring, verwondering of, zoals nu met Mauro, energie en plezier.
Down the Rabbit Hole is op 2, 3 en 4 juni te zien in de Bourlaschouwburg in Antwerpen, en speelt in augustus op het Theaterfestival Boulevard in Den Bosch. Volgend seizoen op reis door Vlaanderen en Nederland. Info: toneelhuis.be en benjamin-verdonck.be