Corinne Van Tongerloo, transgender pionier: ‘Mijn vrouwelijkheid is mijn geluk geweest’

Corinne Van Tongerloo: 'Ik heb veel pijn gekend, maar dankzij het dansen ben ik altijd optimistisch gebleven.' © CARMEN DE VOS

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden. Corinne Van Tongerloo werd geboren als jongen, maar ontdekte als vrouw – en al dansend – de wereld. Nu leest ze Proust en kijkt ze vol verwondering naar de merel die elke dag op haar terras neerstrijkt. ‘Mijn vader dacht beslist dat ik homo was, maar ik was iets helemaal anders.’

Nog elke ochtend werkt Corinne Van Tongerloo haar reeks oefeningen af. Op bed weliswaar, niet langer op de grond. ‘Dat werd te pijnlijk voor mijn rug.’ Dan duwt ze haar benen in de lucht, als in een developpé, maakt ze haar enkels los en laat ze haar benen opnieuw zachtjes zakken. Na twintig herhalingen staat ze op en maakt ze thee. ‘Vroeger deed ik er nog een plié bovenop, maar dat lukt niet meer.’

86 is Van Tongerloo nu, en van opzij gezien heeft ze iets weg van David Bowie ten tijde van Low. Ze werd geboren als Cornelis Van Tongerloo, in een gezin met zeven kinderen in het Antwerpse Schipperskwartier, maar veranderde begin jaren zeventig van geslacht. Ze had zich altijd al vrouw gevoeld en wilde het liefst zoals haar zussen zijn.

Maar van medische of psychologische begeleiding was in die tijd nauwelijks sprake. Alles was taboe, geheim moest alles blijven. Gelukkig danste Van Tongerloo graag en goed. Het bracht haar in Parijs en Berlijn, Amsterdam en Abidjan, Beiroet en Biarritz.

‘En ik heb het geluk gehad dat ik er altijd goed heb uitgezien’, zegt ze. ‘Dat heeft me ook geholpen.’

In haar appartement vlak bij de Nationale Bank in Antwerpen zijn de boeken hoog opgestapeld. Ik zie titels over Vincent van Gogh, Marlene Dietrich en Julien Schoenaerts. Een computer heeft ze niet. ‘ I am an oldfashioned girl’, zegt ze. ‘Ik heb alles geleerd uit boeken.’

Danst u nog weleens?

Corinne Van Tongerloo: Spijtig genoeg niet, nee. Ik heb de ziekte van Ménière, ik had er nog nooit van gehoord. Maar ik heb dus al een tijdje last van evenwichtsstoornissen en daarom gebruik ik sinds kort een rollator. In het begin was het lastig, ijdel als ik ben, maar nu ben ik blij. Ik kan er mijn boodschappen mee doen, ik ga wassen in de wasserij en ben ik moe, dan kan ik er achterop gaan zitten. Elke dag stap ik naar het Operaplein om naar de mensen te kijken. Met een rechte rug, want ik hou me fier.

Toen ik hier tien jaar geleden kwam wonen, danste ik nog elke dag. Op mijn blote voeten. Maar ik riskeer het niet meer, ook al mis ik het enorm. Dansen was mijn drug, het heeft me mijn hele leven geholpen. Ik heb veel pijn gekend, maar dankzij het dansen ben ik altijd optimistisch gebleven. En zeggen dat ik niet mocht van mijn vader.

Toen u als kind voor Sinterklaas balletschoenen en een rood jurkje vroeg, werd uw vader kwaad.

Van Tongerloo: Ik had twee broers en vier zussen en mijn moeder zei altijd dat ik ‘een specialleke’ was. ‘ Tu n’es pas comme tes frères’, zei ze, want ze was Franstalig. Later heb ik haar verzorgd, toen mijn vader al lang dood was. ‘Er is iets met ons Correke’, zei mijn vader toen ik klein was. ‘We moeten er iets aan doen.’ Ik was vrouwelijk, keek jaloers naar mijn zussen toen ze zich opmaakten, streek de zakdoeken en speelde liever met de poppen dan te voetballen. Mijn vader dacht beslist dat ik homo was, maar ik was iets helemaal anders. Maar ja, ’trans’: dat bestond nog niet in die tijd. Op een dag riep hij me bij zich, op zijn knutselzolder. ‘Jongen,’ zei hij, ‘ik moet eens goed met je praten. Je bent mijn zoon, ik zie je graag. Maar je hebt een heel vrouwelijke kant en daar moet je tegen vechten. Anders ga je je hele leven last hebben met andere mensen, want mensen kunnen gemeen zijn.’ Ik snapte niet wat hij wilde zeggen. ‘Ja papa, ik ga ertegen vechten’, zei ik, en op slag kreeg ik een complex.

u0022Tu es si beauu0022, zei mijn moeder na de balletvoorstelling. En soms zei ze: u0022Tu es si belle.u0022 Dan was ik het gelukkigst.

U voelde zich niet thuis in uw eigen lichaam?

Van Tongerloo: Helemaal niet. Maar dat wist ik toen nog allemaal niet. Ik wist dat er iets was, maar wat precies? Dat niet. Ik was een dromerig kind.

Het liefst zat u in uw hoofd?

Van Tongerloo: Ja. Ik knipte alles uit de kranten wat vrouwelijk was, hield van glitter en glamour. En ik schilderde, ik maakte aquarellen. Dat vond ik veel plezieriger dan op straat te spelen. Na school maakte ik een hele omweg om niet langs de jongens op straat te hoeven passeren. Maar nooit is er iemand agressief tegen mij geweest, gelukkig. Ik denk dat ik een goede bewaarengel heb. In Abidjan, waar ik in de nachtclub van een groot hotel danste, heeft er me eens iemand gestampt, toen ik op straat aan het wachten was op een bus. Zomaar, tot bloedens toe zelfs. Maar dat was omdat ik wit was, denk ik, niet omdat ik vrouwelijk was. En in Beiroet ben ik eens moeten vluchten, omdat de baas van de danstent verliefd op me was en me in zijn bureau riep. Hij kwam binnen in zijn peignoir en ik zag dat hij een erectie had, ik denk dat hij drugs had genomen. De man beviel me wel, maar ik was toch bang: hij wist niet dat ik eigenlijk een jongen was, hoe zou hij reageren als hij me naakt zag? Ik ben naar buiten gelopen, ben in een taxi gesprongen en heb de eerste boot naar Marseille gepakt.

Maar u was over uw vader aan het vertellen.

Van Tongerloo: Juist. Op een bepaald moment had ik op school de hoofdrol gekregen in een balletvoorstelling, die normaal altijd naar een meisje ging. Alle meisjes waren boos op mij, maar ik moet toen een mooie zwaan geweest zijn. Ik zou je de foto’s willen tonen, maar ik heb die in een vlaag van woede allemaal verscheurd. Wat heb ik daar nu spijt van. Ik wilde alles vernietigen van mijn vorige leven, dat hebben wij transgenders, het zijn de hormonen die dat doen. (zwijgt even) Tijdens de balletvoorstelling hoorde ik mijn moeder wenen in de zaal, mijn vader was niet meegekomen. ‘ Tu es si beau’, zei mijn moeder na afloop. En soms zei ze: ‘ Tu es si belle.’ Dan was ik het gelukkigst.

Wat is voor u de kern van het vrouw-zijn?

Van Tongerloo: Een vrouw heeft toch andere gevoelens en een andere manier om in het leven te staan dan een man. Het is moeilijk om die gevoelens te omschrijven. Ik zou zeggen: iets zachter, niet zo brutaal, minder direct ook. Maar er was dus een Pools meisje in onze straat en haar moeder had altijd gedanst. Zij heeft me meegenomen naar de balletschool. Zo is het begonnen en na een paar jaar stond ik opeens in de Folies Bergère in Brussel, het bekende cabaret, met soms vrouwenrollen, soms mannenrollen en soms travestierollen. Ik gooide al mijn jongenskleren weg en vervalste mijn paspoort: van de ‘s’ maakte ik een ‘a’, voortaan was ik Cornelia. Niemand heeft die vervalsing ooit opgemerkt. (lacht)

In de jaren zestig startte u met een hormonenkuur. Welke veranderingen bracht die kuur lichamelijk en geestelijk teweeg?

Van Tongerloo: Eigenlijk was dat verboden, maar ik kende een apotheker die me intrigerend vond en die me aan de hormonen hielp. In plaats van 50 milligram kreeg ik 100 milligram, dat was een shock voor mijn lichaam. Eerst was ik in verwarring. Ik begon soms te wenen en ik wist niet waarom. Het zijn tranen van geluk, dacht ik, maar dat was zeker niet altijd zo. Wat een puber in een paar jaar doormaakt, gebeurde bij mij in twee maanden. Ik zag mijn lichaam zo veranderen. Het werd atletisch, helemaal rond en mooi. Ineens zag ik er heel vrouwelijk uit. Nu zal mijn leven eindelijk zijn zoals ik altijd heb gedroomd, dacht ik. En dat was ook zo. Eindelijk voelde ik me op en top vrouw.

In 1971 hebt u in Casablanca een geslachtsoperatie ondergaan. Maar helaas verliep die niet zoals het hoorde.

Van Tongerloo: Ik wist van andere transgenders dat daar een dokter was, dokter Burou, die in het grootste geheim geslachtsoperaties uitvoerde. Hij had er al honderden geopereerd. ‘Toon mij eens je merchandise’, zei hij tijdens het vooronderzoek. ‘ Ah oui, c’est petit mais c’est possible. Je te ferai un beau petit minou.’ Omdat ik twee jaar aan een stuk gewerkt had, wilde ik eerst een paar dagen uitrusten voor hij me zou opereren. Ik ging zwemmen met een vriend, in zee. Een slecht plan: ik werd bedolven door een grote golf en brak mijn schouder. In het ziekenhuis staken ze mijn schouder in het gips, ik had enorm veel pijn. Maar ik had mijn geld al aan dokter Burou gegeven, en mijn paspoort, de operatie moest dus doorgaan. Hij kwam de operatiekamer binnen in bloot bovenlijf, dat herinner ik me nog goed, met een plastic schort om en een gouden ketting rond zijn nek. Precies een beenhouwer. (lacht) Na de operatie kon ik maar niet plassen. Ook al zei de dokter dat alles in orde was, ik voelde dat het niet zo was. Ik heb dagen aan een stuk liggen huilen in mijn bed. De week erna wilden ze me opnieuw opereren, maar ik ben gaan lopen. Dankzij mijn gynaecoloog in Brussel ben ik bij een specialist in Hamburg terechtgekomen, en wat bleek: de urineleiders waren verkeerd gelegd, te veel naar links, waardoor ik de hele tijd tegen mijn eigen bil aan het plassen was en altijd maar ontstekingen kreeg. In een hotelkamer in Hamburg heeft die man me geopereerd, om alles in orde te brengen. Wat er in Casablanca precies gebeurd is, heb ik nooit geweten, maar ik vermoed dat dokter Burou me door zijn Amerikaanse assistent heeft laten opereren. Na Hamburg voelde ik me in elk geval herboren. Van toen af aan ging het helemaal fantastisch.

Dokter Burou kwam de operatiekamer binnen in bloot bovenlijf, met een plastic schort om en een gouden ketting rond zijn nek.

Geen van uw bedpartners is achter uw geheim gekomen, las ik in uw biografie.

Van Tongerloo: De dokter in Hamburg had me gezegd dat ik tijdens de seks altijd bovenaan moest liggen, omdat mijn vagina niet zo diep was. En inderdaad, niemand heeft het ooit gemerkt. Pas als ze verliefd werden, vertelde ik mijn geheim. Dan waren ze altijd zo verrast. ‘ Alors, j’ai fait l’amour avec un homme?’ vroegen ze. De meesten reageerden gelukkig erg begripvol.

Na uw zestigste hebt u besloten om geen relaties meer aan te gaan. Omdat de mannen u ontgoocheld hadden?

Van Tongerloo: Ik heb een paar goede relaties gehad, maar de laatste keer is me toch slecht bevallen. Die man was ziekelijk jaloers. Ik mocht niet meer dansen, hij werd agressief, het was vreselijk. Daarna heb ik nog wat losse flodders gehad, maar geen vaste relaties.

Van eenzaamheid hebt u nooit last gehad?

Van Tongerloo: Nee, ik ben altijd sociaal geweest. Mijn zussen kwamen vaak over de vloer, mijn transgender vrienden of andere vrienden en vriendinnen. En ik heb lang een hondje gehad, een hazewind, ik ging er elke dag mee wandelen. Helaas is hij een paar jaar geleden gestorven.

Sinds uw jeugd is er voor transgender personen veel verbeterd. Wat kan er nog beter?

Van Tongerloo:(denkt na) Jonge transgenders moeten nog wat meer geduld hebben soms. Van vandaag op morgen willen ze van geslacht veranderen. Dat is niet goed, voor zo’n verandering moet je voldoende tijd nemen. En in veel landen waar ik gewerkt heb, is het klimaat ondertussen een pak strenger geworden, dikwijls onder invloed van het geloof. Gelukkig is het hier veel verbeterd. Er wordt tenminste al over gepraat. Als ik uitgenodigd word om erover te spreken, zeg ik altijd dat de moeders en vaders zo veel mogelijk met hun kind moeten praten. Anders kan het kind depressief worden, er zijn nog veel zelfmoorden onder transgenders. (plots) Heb je de film Girl gezien? Zo mooi!

Waarom zijn we zo hard voor mensen die niet aan de norm lijken te voldoen?

Van Tongerloo: Ik weet het ook niet. Is het angst, voor het onbekende? Onwetendheid? Temperament? Schaamte, misschien? Mijn vader is nooit brutaal geweest tegen mij, maar hij heeft wel gezegd, nadat ik met mijn hormonenkuur begonnen was: ‘Je denkt toch niet dat ik dat ga accepteren?’ Maar daarna zei hij ook: ‘Je bent even mooi als je zussen.’

Wat is voor u de zin van het leven?

Van Tongerloo: Content zijn met wat je hebt, ook al is het niet veel. Tijdens de oorlog hadden we weinig, het waren moeilijke tijden, maar het ging. Daarna heb ik goed verdiend, maar ik heb bijna al mijn geld weggegeven. Ik heb veel vrienden en vriendinnen geholpen die in transitie waren, om mee hun operatie te betalen. Eentje belt me nog regelmatig. Ze woont in Honolulu en is crazy about Antwerp. Maar door corona is ze bang om nog eens te komen. Ik weet niet of ik haar ooit nog zal zien.

Hebt u een goed leven gehad?

Van Tongerloo: Ja. Ik ben verwend geweest. Mijn kinderdroom, die ik niet mocht uiten, is uitgekomen. Stel je voor dat ik naar mijn vader geluisterd had, en ertegen had gevochten, wat zou er dan van mij geworden zijn? Mijn vrouwelijkheid is mijn geluk geweest. Ik heb mijn familie ook veel geluk gebracht. Toen ze ouder waren, heb ik hen allemaal verzorgd. En ik voel me nog goed. De dokter in Hamburg had me gezegd dat ik slechts zeventig jaar zou worden, met alle hormonen die ik genomen had. Ik leefde er dus op los. Maar kijk, straks word ik 86. (lacht) Ik ben alleen bang om alzheimer te krijgen. Soms vergeet ik iets, en dan denk ik dat het zover is.

Waar vindt u schoonheid?

Van Tongerloo: O, overal. Ik krijg elke dag bezoek van een vogel, hier op mijn terras. Een merel, en soms komt er ook nog een roodborstje bij zitten. Misschien is het de ziel van mijn grootmoeder of van iemand anders, dat kan best zijn. Ik luister ook nog vaak naar Klara en ’s avonds lees ik altijd een stukje Proust. À l’ombre des jeunes filles en fleurs, telkens maar twee blaadjes, omdat het zo mooi is. In het Frans en hardop. Mijn buur zei onlangs dat ik precies veel bezoek had ’s avonds. Hij had niet door dat ik tegen mezelf aan het praten was.

Wat mag ik u nog wensen?

Van Tongerloo: Dat ik nog lang gezond blijf, want dat is een rijkdom. Geestelijk gaat het goed, lichamelijk wat minder. Maar ik mag van geluk spreken. (staat op) Nog een kopje thee? Of een boterham?

Corinne Van Tongerloo

– is 86 jaar

– Woont in Antwerpen

– Werd geboren als Cornelis Van Tongerloo, maar voelde zich al snel vrouw

– Onderging een hormonenkuur en een geslachtsoperatie, werd nadien ook officieel vrouw

– Werkte als danseres, overal in Europa en Afrika, en later als poetsvrouw in een hotel

– Was te zien in de documentaire I am a woman now, kreeg met Casablanca voorbij een biografie over haar leven (door Linda Asselbergs), en is ook te horen in de Iemand-podcast die Layla El-Dekmak voor Radio 1 maakte

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content