Club Brugge-middenvelder Mats Rits: ‘Ik ben uit de vuilnisbak geklauterd’

© JELLE VERMEERSCH

Hij greep naast een selectie voor de nationale ploeg, maar onder impuls van de rustige vastheid van Mats Rits stevent Club Brugge wel recht op de titel af. ‘De kuisvrouw van Club? Dat is geen belediging.’

Twee teams met heel andere belangen treffen elkaar in Anderlecht-Club Brugge, de topper van komende zondag in het Lotto Park. Anderlecht moet vol aan de bak, of het verrassende KV Oostende stoot de Brusselaars uit play-off I. Bij Club zit er minder druk op de ketel. Een erg dominant blauw-zwart lijkt vlot op weg naar zijn zeventiende landstitel. Zelfs met de halvering van de punten in play-off I duurt het normaal niet lang meer voor de West-Vlamingen daar mathematisch zeker van zijn.

Mogen we Club al feliciteren? ‘Ik ga niet doen alsof de competitie superspannend is, maar wacht daar toch nog maar mee’, antwoordt Mats Rits. ‘Onze voorsprong lijkt ruim, maar de laatste twee matchen van de reguliere competitie blijven bijzonder belangrijk’, zegt de kwikzilverachtige middenvelder. ‘Je wilt niet dat de concurrentie hoop krijgt.’

Zeg eens eerlijk: is er in de kleedkamer al uitgeteld wanneer jullie kampioen worden?

Mats Rits: Dat mag je nooit doen. Het blijft voetbal: als je gaat rekenen, gebeurt het onberekenbare. We zijn dit seizoen niet fantastisch begonnen, al is iedereen dat allang vergeten. In wedstrijden waarin het team moeilijk onder stoom komt, kan Club rekenen op de twaalfde man om ons voorbij het dode punt te duwen. Corona sloeg dat wapen uit onze handen. Dat mag geen excuus zijn, maar het duurde een tijd voor de ploeg een antwoord vond. We hebben goede zaken gedaan na nieuwjaar. Club vond zijn beste voetbal, de concurrenten lieten steken vallen. In die weken is de kloof uitgebouwd.

Laten we zo snel mogelijk kampioen spelen, verder kijken hoeft niet.

De match van zondag is om nog een andere reden belangrijk. Jullie kunnen Anderlecht uit play-off I houden. Voor de Clubfan is dat een halve titel waard.

Rits: Haha, waarschijnlijk wel, ja. Maar voor ons is het een wedstrijd als alle andere. Of je nu wint van Anderlecht of van Moeskroen: het levert drie punten op. Een supporter mag – nee: moet – opgaan in de spanning rond zo’n topper, maar als voetballer mag je je nooit laten meeslepen door emoties. Beter koel en gefocust blijven.

Hebt u zelf dit seizoen uw niveau opgetrokken? Hugo Broos vergelijkt u met Timmy Simons. Een groot compliment, zeker in Brugge.

Rits: Voor een verdedigende middenvelder blijft Timmy de referentie. Ik had het grote geluk dat hij zich over mij ontfermde in mijn eerste seizoen bij Club. Timmy leerde me voetballen ‘in functie van’. Dat gaat om kleinigheden, zoals hoe je door slim positie te kiezen altijd beschikbaar bent als aanspeelpunt. Ik moest leren om het voetbal als het ware te lezen.

De positie van verdedigende middenvelder is niet de meest glamoureuze. Paul Van Himst noemde mij ‘de kuisvrouw’ van Club Brugge, maar dat zie ik niet als een belediging. Een nummer 6 knapt het vuile werk op. Dat is mijn taak, en ik ben trots als ik daarin slaag.

Veel analisten zagen u Rode Duivel worden, maar de bondscoach besliste anders.

Rits: Ik was natuurlijk teleurgesteld. Het leek de volgende stap. Eerst droom je ervan profvoetballer te worden, daarna hoop je terecht te komen bij een topclub. Het logische, volgende doel is de nationale ploeg. Het was fijn om genoemd te worden als mogelijke Rode Duivel. Een aantal jaren geleden had niemand dat geloofd.

U werd afgewogen tegen Albert Sambi Lokonga van Anderlecht, wat voor geen van jullie beiden prettig was.

Rits: Het is moeilijk om spelers te vergelijken. Sambi Lokonga voetbalt voor een andere ploeg in een andere tactiek. Bij Anderlecht verwachten ze dat hij het verschil maakt, mijn taak bij Club is om anderen te laten uitblinken. Maar alle respect voor de keuze van de bondscoach. Ik hoop dat de Rode Duivels het geweldig doen op het komende EK. Ik zal hun felste fan zijn. Hopelijk op een volgepakt supportersplein met een groot scherm en een drankje bij de hand.

Op de site van Sporza staat de clip van uw debuut bij Germinal Beerschot in 2009. U was amper 16: de jongste doelpuntenmaker in de Belgische competitie sinds Nii Lamptey. ‘De nieuwe Rik Coppens’, schreven de kranten.

Rits: Een avond om nooit te vergeten, maar er werden verwachtingen gecreëerd die ik onmogelijk kon inlossen. Dat besef ik nu. Ik snap de pers ook wel: een tiener valt in en scoort twee mooie goals. Uiteraard worden de superlatieven dan bovengehaald. De jonge knaap die zo de lucht in werd geprezen, viel een paar weken later naast de ploeg. Terecht. Maar ook dat besef ik nu pas.

Het ging niet alleen om die match. Bij de jeugd werd u het grote talent van de lichting van ’93 genoemd. Dat is het geboortejaar van Yannick Carrasco en Romelu Lukaku.

Rits: Je vergeet nog Thorgan Hazard, als tiener al een bijzonder sterke speler. Ik vond me toen al niet de beste van die lichting, maar de kern van de zaak blijft dat je van een vijftienjarige onmogelijk kunt zeggen hoe goed hij wordt. Ook Brandon Mechele is geboren in 1993. Bij de jeugd haalde hij de nationale selectie niet. Vandaag is Brandon een van de beste verdedigers van België.

Bij Germinal Beerschot was Philippe Clement uw ploegmaat. Ooit pinten mee gaan drinken?

Rits: Ik dronk toen nog niet. ( lacht) En Clement zou me, door het leeftijdsverschil, sowieso niet hebben meegevraagd. Je zag toen al een trainer in hem. Hij was heel plichtsgetrouw en gestructureerd. Zomaar een beetje komen trainen was niet voldoende, achter alles zat een idee. Ik herinner me dat Clement oefeningen deed voor en na de training. Dat hielp bij het herstel, had hij gelezen. Vandaag zijn zulke oefeningen gemeengoed. We praten geregeld over onze tijd bij Germinal Beerschot. Dan zegt hij: ‘Wat ben jij veranderd, Mats.’ Hij heeft me zien opgroeien, hè.

Toen ik vijftien was, tipte Juan Lozano me bij Real Madrid. Ze wilden onderhandelen, maar papa stelde zijn veto.

Na Germinal Beerschot kwam Ajax, waar u niet van de bank raakte. Spijt van die transfer?

Rits: Spijt niet, maar het is anders gelopen dan ik had gehoopt. Ik trok naar Ajax om te ontsnappen aan de verwachtingen die in België rond mij leefden. Ik was achttien en had de lichaamsbouw van een kind. Elk weekend een match op niveau spelen, was te veel gevraagd. De bedoeling was om bij de beloften van Ajax fysiek sterker te worden en buiten de schijnwerpers te werken aan mijn voetbal. In de voorbereiding merkte Frank de Boer me op. Hij wou me bij de A-kern. Daar zeg je natuurlijk geen nee tegen, maar van rustig opbouwen was niet langer sprake. Niet lang daarna liep ik een ernstige blessure op. Ajax is een voetbalfabriek, en dat zeg ik met het grootste respect voor hun werkwijze. Stel dat je derde keus bent op jouw positie. Geblesseerd? Dan ben je vanaf nu zesde in rang, en zie maar dat je terugvecht. Bikkelhard.

De jonge Toby Alderweireld had het moeilijk met de ruwe omgangsvormen in Amsterdam. Hij verging van de heimwee.

Rits: Nooit een probleem mee gehad. Ik aard makkelijk en dat botte, directe van de Nederlanders kan ik appreciëren. Je weet waar je aan toe bent. In mijn geval was dat: je zit geblesseerd op een appartement in een vreemde stad en de club rekent niet meer op jou. Heimwee had ik niet, maar ik wilde wel opnieuw iets vertrouwds. Dus tekende ik bij KV Mechelen.

Voelde dat als afzakken?

Rits: Dat vroeg iedereen, maar zo bekeek ik het niet. Ik wilde mij opnieuw goed voelen. In die logica leek een transfer naar KV Mechelen een stap hogerop. De eerste seizoenen waren lastig. Iedereen dacht: Rits komt van Ajax, die gaat hier de pannen van het dak spelen. Maar ik was nog steeds ongelooflijk bleu. De ene match speelde ik, de week nadien vloog ik naar de bank. Bij Mechelen twijfelden ze of ze met mij verder wilden. Mijn grote geluk is geweest dat clublegende en technisch directeur Fi Vanhoof in me is blijven geloven. Als Fi het niet voor mij had opgenomen, was mijn carrière toen misschien wel geëindigd.

En dan te bedenken dat u een paar jaar daarvoor misschien had kunnen tekenen bij Real Madrid.

Rits: Toen was ik vijftien. Juan Lozano had hen getipt. Real wilde onderhandelen, maar papa stelde zijn veto.

U had niks te zeggen?

Rits: We zullen het wel besproken hebben, maar ik kan me niet herinneren dat er discussie over was. ‘Voetbal is tof, vriend, maar tot je achttien gaat de school voor’, zei mijn vader. Het leek zo vanzelfsprekend dat ik niet protesteerde. Achteraf bekeken ben ik daar blij om.

Wie weet hoe een leven loopt. Misschien was u nu de ster geweest bij Real?

Rits: Dat betwijfel ik, als ik zie hoe het mij sindsdien verging. Ik ben nu twaalf jaar prof. Het begon met overdreven lof, daarna waren de mensen me vergeten en vandaag voetbal ik bij een topclub. Ik ben trots op waar ik sta. Ik zat in de vuilnisbak, en ik ben eruit geklauterd. Dat heeft me alleen maar sterker gemaakt.

Stel dat Club Brugge een contract aanbiedt tot het einde van uw carrière. Tekent u?

Rits: Meteen. Meedoen voor de titel, Champions League, alles tiptop in orde en een positieve sfeer: wat kan een voetballer meer wensen? Ik ben hier gelukkig. Al weet je in het voetbal nooit. Wat als morgen een fantastisch bod binnenvalt, waar alle partijen zich in kunnen vinden? Misschien vertrek ik dan wel. Maar ik zit er niet op te wachten.

Ajax is een voetbalfabriek, en dat zeg ik met het grootste respect voor hun werkwijze.

Is dat het geheim van dit Club Brugge? Een groot deel van de ploeg zou ja zeggen op een levenslang contract, topspelers als Hans Vanaken en Simon Mignolet inbegrepen.

Rits: Dat evenwicht weet de club goed te bewaken. Er is een stabiele kern aan clubgetrouwen, die zorgen voor houvast. En die clubgetrouwen willen presteren. Als je niet bijna elk jaar Champions League speelt, blijft een Hans Vanaken niet tevreden, denk ik. Naast dat stabiele geraamte staan spelers als Krépin Diatta (in januari voor 20 miljoen getransfereerd naar Monaco, nvdr), van wie iedereen wist: Krépin zal hier een paar jaar alles geven, uitblinken en vertrekt dan naar een grotere competitie. Zo werkt het moderne voetbal: kopen, grootmaken en verkopen. De ambitie en het talent van Diatta helpen de ploeg vooruit. Iedereen tevreden.

Club kreeg in de Champions League al straffe teams op bezoek. Welke tegenstander maakte de meeste indruk?

Rits: Als ploeg PSG. De speler met de meeste klasse was Luka Modric van Real Madrid, al speelde ik tegen hem zeker niet mijn slechtste match. Het straffe aan Modric is dat ik doorzag wat hij ging doen. Ik ging er vol in en toch kwam ik telkens te laat. Achteraf heb ik die match frame per frame teruggespoeld: ik weet nog steeds niet hoe hij het deed. Ook Bruno Fernandes van Manchester United had iets geniaals.

Europees voetbal liep dit seizoen met een sisser af. Club werd uitgeschakeld door Dynamo Kiev. U zat toen, net als het halve team, thuis met een coronabesmetting.

Rits: Verschrikkelijk was dat. Niet de besmetting zelf. Zonder test had ik niet eens geweten dat ik corona had. Ik voelde me moe toen we thuiskwamen van de heenmatch in Kiev, maar dat is een vermoeiende reis, dus dat vond ik niet raar. Ik stond klaar om gewoon te gaan trainen toen ze me lieten weten dat ik positief was. Thuis in quarantaine, zo fris als een hoentje, zag ik op tv hoe we eruitgingen in Europa én in de beker.

Er loopt bij Club een jong talent rond dat veel lof krijgt, zoals u destijds. Wat raadt u Charles De Ketelaere aan?

Rits: Vorig seizoen begon de hype aan te zwellen. Toen Charles toch eens op de bank zat, zei ik hem dat dat perfect normaal was. Misschien zelfs goed, om zijn lichaam te laten herstellen. Ik had het gevoel dat hij dat zelf allemaal al wel wist. ’t Is een slimme jongen en hij wordt erg goed begeleid. Bovendien zit hij in de ideale ploeg. Er wordt veel van Charles geëist, en dat moet ook, maar niemand verwacht dat hij week na week het team over de streep trekt. De Ketelaere gaat een enorme carrière tegemoet en dan denk ik aan de absolute top. Al bij zijn debuut zag je dat er een vonk in zat, maar vooral: hij wordt maand na maand sterker. Zijn progressie is nog niet ten einde.

U had het over de Europese match tegen Manchester United. Toen debuteerde Maxim De Cuyper. Die maakte een geweldige indruk, maar hij haalt vandaag zelden de selectie. Wat zegt u tegen zo’n jongen?

Rits: Dat is lastig, hè. Voor Maxim is het erg belangrijk dat onze belofteploeg in 1B uitkomt. Bij Club NXT speel je tenminste voetbal dat ergens om gaat, tegen volwassenen. Hopelijk schaffen ze dat nooit af. Ander voorbeeld: Ignace Van der Brempt was tijdens de corona-uitbraak bij Club de grote uitblinker. Om dan terug naar af te moeten, is hard, maar zo’n jongen mag het niet op die manier bekijken. Rustig blijven, beseffen dat je tijd nodig hebt. Als het door omstandigheden toch niet lukt, kun je nog altijd elders proberen. Dries Mertens voetbalde op zijn 22e in de Nederlandse tweede klasse. Vele wegen leiden naar Rome.

Er zitten vijf Nederlanders in de kern van Club Brugge. Zijn dat er stilaan genoeg?

Rits: Nou, ik vind het hartstikke gesellig! ( lacht) Onze Nederlanders zijn goeie kerels, die niet beantwoorden aan het cliché van de arrogante Hollander. Nederige werkers, zonder kapsones. Iemand als Noa Lang maakt voor ons het verschil met zijn techniek en zijn ingevingen, maar hij is zeker geen prima donna. De groep zou dat ook niet slikken.

Praat u tegen hen met een Nederlands accent?

Rits: Hier op de club zou me dat nooit overkomen, maar als ik de grens oversteek, gebeurt het bijna vanzelf. Andersom is bijna ondenkbaar: een Nederlander met een Vlaams accent? Zelfs niet als hij hier twintig jaar woont. Het zal toch aan het zelfvertrouwen liggen.

Het seizoen van Club kan snel voorbij zijn. Wat dan? Spelen voor records?

Rits: Daar denken we nog niet aan. Laten we zo snel mogelijk kampioen spelen, verder kijken hoeft niet. Er is geen euforie, het werk is nog niet af. Áls het ervan komt, zullen we blij zijn met die titel, zelfs al moeten we hem in een leeg stadion vieren. Een klein vreugdedansje in lockdown. ( lacht)

Mats Rits

– 1993: geboren in Mechelen

– 2009: debuut bij Germinal Beerschot

– 2011: transfer naar Ajax Amsterdam

– 2013: overstap naar KV Mechelen

– 2018: transfer naar Club Brugge

– 2020: landskampioen met Club

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content