Line De Witte (PVDA)
‘CETA als voorspel op TTIP: de strijd is nog niet gestreden’
‘De schermutselingen rond CETA zullen hun stempel zetten op het verdere verloop van de TTIP-strijd’, schrijft Line De Witte van PVDA. Volgende week wordt in het Europees parlement gestemd over het handelsverdrag met Canada.
Op 15 februari wordt in het Europees Parlement gestemd over CETA, het omstreden vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada. Naar alle waarschijnlijkheid zal het verdrag erdoor komen, en dat ondanks het enorme protest van miljoenen Europeanen. Dat wil echter niet zeggen dat de strijd gestreden is, zowel CETA als het nog meer omstreden TTIP (tussen de EU en de VS) kunnen nog worden tegengehouden.
‘CETA als voorspel op TTIP: de strijd is nog niet gestreden’
Mutualiteiten, vakbonden, vrouwenorganisaties, consumentenorganisaties, KMO’s, burgerbewegingen, milieubewegingen, boeren en Noord-Zuid bewegingen, ze vinden elkaar ondanks hun verscheidenheid in hun kritiek op CETA en TTIP. 3 miljoen Europeanen ondertekenden een petitie tegen deze vrijhandelsakkoorden. 2000 steden en gemeenten verklaarden zich TTIP- en CETA-vrij. Van Barcelona, tot Luik, over Amsterdam tot Milaan, allemaal keerden ze zich tegen de akkoorden. Zaterdag 21 januari kwam die brede tegenbeweging nogmaals op straat in heel Europa. Ook in Brussel verzamelden honderden mensen.
CETA en TTIP zijn verdragen die de verschillen in normen en regelgeving tussen de EU en Canada, respectievelijk de VS willen verkleinen. Het zijn de lobbygroepen van grote bedrijven die een prominente plaats kregen in de onderhandelingen. Zij gaven hun verlanglijstje door aan onderhandelaars, en die voerden uit, ver weg van middenveldorganisaties en mensen op de straat. Al twintig jaar lobbyen multinationals zoals Monsanto, Deutsche bank en BASF voor de komst van een transnationale markt, die alle mogelijke handelsbelemmeringen voor hen zou weghalen. Het gaat dus niet in de eerste plaats over de grootte van autobumpers of tests over de veiligheid van auto’s zoals onderhandelaars ons willen doen geloven. Het is de regelgeving die winsten van bedrijven kan verminderen die moet worden aangepast. En heel vaak is dat net regelgeving om mens en milieu te beschermen. Denk maar aan de omstreden GGO’s, die in Canada en de VS de norm zijn, maar in Europa voorlopig nog worden geweerd omdat de veiligheid ervan niet is bewezen.
Openbare diensten zoals onderwijs, openbaar vervoer en diensten van algemeen belang zoals de ziekenfondsen zijn in België op dit moment gestoeld op solidariteit. Ook daar willen CETA en TTIP een einde aan maken. Dit zal een effect hebben op de dienstverlening en op de prijzen. We zien dat nu al in private rusthuizen, waar mensen veel betalen om hun pampers herbruikt te zien en een lunch krijgen die bestaat uit twee witte boterhammen. Veel betalen voor weinig dienstverlening, dat is de private markt.
Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen multinationals naast al die beloftes, ook nog eens een mechanisme om dit alles af te dwingen, ICS genaamd. Waar de afspraken over het klimaat en de werkomstandigheden de juridische waarde hebben van een vakantiebrochure, krijgen multinationals uitzonderingsrechtbanken waar ze staten kunnen aanklagen als die beslissingen nemen die ingaan tegen hun winsten en tegen het akkoord. Reden tot ongerustheid, zoveel is zeker.
Strijd loont
De strijd tegen CETA en TTIP is niet ongemerkt voorbijgegaan. In oktober brachten de Waalse en Brusselse regering onder druk van de beweging een stem uit tegen CETA. Dit zorgde voor een extra toegeving van de onderhandelaars: België mocht een interpretatieve verklaring toevoegen aan het CETA en ondertekende nadien het akkoord. Verder werden een aantal politieke beloftes gemaakt. Het Europees Hof van Justitie zou worden bevraagd over of zo’n uitzonderingsrechtbank wel aanvaardbaar is. Tot dan zou die rechtbank er niet komen. Verder beloofde de Commissie ook ICS om te vormen tot een echte openbare rechtbank met onafhankelijke rechters. Het blijft echter hoe dan ook een uitzonderingsrechtbank waarin multinationals rechten krijgen die niemand anders krijgt. Aan CETA zelf werd ook geen letter gewijzigd. Alle bevraagde juristen stellen dan ook dat als de interpretatieve verklaring in strijd is met het akkoord zelf, het akkoord voorrang zal krijgen. CETA nu stemmen, betekent dan ook ingaan tegen de belangen van miljoenen Europeanen en Canadezen.
De strijd is nog niet gestreden. Om echt te winnen, is de sociale beweging cruciaal. En hoe breder en Europeser die beweging wordt, hoe moeilijker het voor politici wordt om aan die druk te weerstaan. Eén regio alleen kan veel minder aanrichten dan verschillende landen samen. Landen moeten CETA na de stemming in het Europees Parlement nog ratificeren en daar kan nog alles gebeuren. In Ierland komt er misschien een referendum omdat CETA in strijd is met de Europese grondwet. In Nederland wordt een referendum voorbereid, in Oostenrijk is er veel weerstand, het Duitse Grondwettelijk Hof gaat de tekst nog bestuderen. En België stemt niets vooraleer er duidelijkheid is over die uitzonderingsrechtbank. Er rommelt dus wat.
Wat met TTIP?
De schermutselingen rond CETA zullen hun stempel zetten op het verdere verloop van de TTIP-strijd. Het ‘kleine’ CETA is een voorspel voor het ‘grote’ TTIP verdrag. Verschillende onderhandelaars krabbelen nu al terug. Beweren dat het Trump is die TTIP niet wil, en hopen op die manier het verzet de mond te snoeren. De de Franse en Oostenrijkse ministers van Handel pleitten eerder al voor een “nieuwe start”, met een nieuwe naam. Volgens de betrokken ministers is de naam TTIP te aangebrand. Het is niet Trump die TTIP wil beëindigen, het zijn de Europese onderhandelaars die terugkrabbellen, het protest willen omzeilen en TTIP in de koelkast steken of van naam doen veranderen. We zullen onze oren en ogen moeten openhouden voor wat volgt. Onder welke naam en wanneer het debat weer oplaait. Maar oplaaien zal het. It ain’t over til it’s over.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier