Willie Verhegghe – No balls no glory

Wielerdichter Willie Verhegghe viert het 25-jarig bestaat van de Lotto-wielerploeg met de bundel no balls no glory.

Willie Verhegghe – No balls no glory (25 jaar Lotto in het peleton)

Uitgeverij: Poëziecentrum, Gent

Aantal pagina’s: 80

Prijs: 14,95 euro

ISBN: 978-90-565-5394-4

Een wielerfan herkent de seizoenen aan de wielerkalender. De winter begint als de cyclocrossers de eerste keer het veld induiken.

Als die dan eind februari mogen verpozen, vangen het wegseizoen en de wielerlente aan, met april als hoogmaand: vier zondagen, evenveel klassiekers. De Tour de France geeft het startschot voor de zomer, en de herfst is het seizoen waarin Philippe Gilbert vorig jaar enkele memorabele zeges behaalde.

Gilbert is momenteel de parel aan de kroon van de Lotto-wielerploeg, die dit jaar 25 jaar bestaat, een jubileum dat wielerdichter Willie Verhegghe viert met de bundel no balls no glory. Niet toevallig koos hij de Lotto-reclameslogan als titel. Verhegghe houdt van mannen met ballen aan hun lijf, die zich in het zweet werken voor hun brood en glorie.

De eerste helft van de bundel bevat gedichten over Lotto-coryfeeën van vroeger en nu, de tweede over de zomer van 1990, toen Willie Verhegghe in de Tour de France te gast was bij de Vlaamse wielerformatie. Enige voorkennis – dat Serge Baguet een tijdlang dakwerker is geweest maar nadien zijn wielercarrière hervatte, bijvoorbeeld – is nuttig maar niet noodzakelijk.

Elk gedicht gaat vergezeld van een bijpassende foto, waarop het gedicht deels is gebaseerd. De observaties zijn raak en poëtisch. ‘De warme gloed van ondergaande zonnen / kleurt zijn wangen tot een goudrenet’ (over de jonge Mario De Clercq, in wie niemand de formidabele cyclo- crosser vermoedde die hij later zou worden), ‘De sluimerende lynx die in zijn dijen woont / ontwaakt slechts in de hitte van de strijd’ (over Peter van Petegem, die zich meestal tot de finale in de staart van het peloton schuilhield).

Aangedikte alliteraties zoals ‘een woelwater tussen wild wentelende wielen’ klinken niet ongepast in dit verhaal met mannetjesputters in de hoofdrol. De mooiste regels vinden we echter in het gedicht dat wordt opgedragen aan de betreurde Stive Vermaut: ‘Renners sterven niet, / ze verdwijnen alleen maar uit het zicht / eens zij de laatste finish hebben overschreden / en de snelheid van het leven / hen met stijve spieren achterlaat.’

Philip Hoorne

Partner Content