Historica Sophie De Schaepdrijver reconstrueert leven van Belgische spionne Gabrielle Petit

© BelgaImage
Walter Pauli

Gabrielle Petit was 23 toen de Duitsers haar in 1916 executeerden wegens spionage. Historica Sophie De Schaepdrijver reconstrueerde haar leven én haar afterlife.

Het is illustratief voor het verschil tussen de Angelsaksische herinneringscultuur en de onze: de Engelse versie van Sophie De Schaepdrijvers boek over Gabrielle Petit is al twee jaar uit, maar nu pas ligt de Nederlandse versie in de winkel. Natuurlijk publiceert de in de VS werkende De Schaepdrijver in het Engels, maar de aandacht voor zulke boeken is ginds wezenlijk anders dan hier. Landen als Groot-Brittannië koesteren Rememberance Day en de poppies. Het is een essentieel onderdeel van een nationaal zelfbeeld waarin het de historische taak van het Britse volk is om de strijd tegen tirannie aan te gaan. In België bestaat zo’n herinneringscultuur niet. Of toch niet meer.

Ze werd geëerd met standbeelden, boeken en films, maar vanaf de jaren zestig verdween Petit in de vergetelheid.

Honderd jaar geleden was dat anders. Na afloop van de Groote Oorlog had België ook behoefte aan echte helden en heldinnen. Gabrielle Petit (1893-1916) was tijdens de oorlog door de Duitsers terechtgesteld vanwege haar ondergrondse werk. In het Belgische parlement vergeleek men Petit met Jeanne d’Arc, een jonge vrouw die zich opofferde voor het vaderland en wier heldhaftige leven de volgende generaties moest inspireren. Het heeft niet mogen zijn.

Ook al werd ze ooit geëerd met standbeelden, plechtigheden, boeken en films, vanaf de jaren zestig verdween Gabrielle Petit in de vergetelheid. Vanaf die tijd is ‘sterven voor het vaderland’ geen ideaal meer, aldus Sophie De Schaepdrijver. Zeker niet in een steeds vaderlandslozer land als België, waar niemand nog behoefte lijkt te hebben aan een nationaal narratief of eigen helden.

Historica Sophie De Schaepdrijver reconstrueert leven van Belgische spionne Gabrielle Petit

Vandaar ook dat De Schaepdrijvers biografie van Petit uit twee delen bestaat. Het eigenlijke levensrelaas loopt van pagina 37 tot 195 en vult niet eens de helft van de geschreven tekst, de rest van het boek wordt besteed aan de reconstructie van de mythe. Hoe kort haar leven ook was, Petit heeft geen cadeaus gekregen. Ze was een meisje met talent en karakter, maar haar hardvochtige en ongelukkige kindertijd en jeugdjaren waren véél erger om te dragen dan wat haar te wachten stond in de oorlogsjaren. En dan was ze niet eens, zoals de legende het wil, een kind uit de arbeidersklasse. Haar familie behoorde zelfs tot de betere burgerij, de liberale minister van staat Jules Bara (die van de place Bara in Anderlecht) was een grootoom. Maar vader Jules Petit joeg zijn geld erdoor, liet na de vroege dood van zijn vrouw zijn oudste dochters achter in liefdeloze weeshuizen en instellingen, en keek niet naar hen om. Zijn dochter Gabrielle was op zichzelf aangewezen, ook om haar status te herwinnen. De Schaepdrijver: ‘Dát is wat haar dreef.’ Gemakkelijk was dat niet. Vanaf haar veertiende werkte ze hard, maar ze had niet veel geluk in de liefde, snoof cocaïne en overwoog uit het leven te stappen. De Eerste Wereldoorlog bood een jonge vrouw als Gabrielle Petit een unieke kans om iets van haar leven te maken. Het werd haar dood.

Sophie De Schaepdrijver, Gabrielle Petit. Dood en leven van een Belgische spionne tijdens de Eerste Wereldoorlog, Uitgeverij Horizon, 448 blz., 22,99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content