Erwin Mortier – Afscheid van Congo

Moet er nog Congo zijn? Voor Jef Geeraerts niet. In Afscheid van Congo verslaat Erwin Mortier de reis die hij en zijn levenspartner Lieven Vandenhaute met hun vriend Geeraerts hebben gemaakt, terug naar de evenaar waar die ooit als koloniaal ambtenaar werkte.

Erwin Mortier – Afscheid van Congo. Met Jef Geeraerts terug naar de Evenaar

Uitgeverij: De Bezige Bij

Aantal pagina’s: 278

Prijs: 18,90 euro

ISBN: 978-80-234-5779-4

Moet er nog Congo zijn? Voor Jef Geeraerts niet. In Afscheid van Congo verslaat Erwin Mortier de reis die hij en zijn levenspartner Lieven Vandenhaute met hun vriend Geeraerts hebben gemaakt, terug naar de evenaar waar die ooit als koloniaal ambtenaar werkte.

Exact vijftig jaar geleden, kort na de onafhankelijkheid, vluchtte Geeraerts er halsoverkop vandaan. De herdenking leek dan ook een ideaal moment om te zien wat er nog uit zijn Congolese jaren terug te vinden was. Vandenhaute maakte er een reportage voor Terzake over, Mortier hield een dagboek bij waarvan eerder uittreksels in De Morgen zijn verschenen.

Van dik hout zaagt men planken, maar daar valt niemand over. Linker is de vanzelfsprekendheid waarmee Mortier en co van ‘het literair-historisch en documentair belang’ van de onder-neming uitgaan. Geeraerts’ Congolese jaren werden verbeeld in zijn meesterlijk vitalistische Gangreen-cyclus, destijds een schandaalsucces.

Vandaag een zoektocht ondernemen naar de (resterende) realia is echter een vorm van literair toerisme waarvan de anekdotiek totaal niet in verhouding staat tot de kritieke toestand van het huidige Congo. Al weet Mortier als bellettrist in de brousse wel een beeld van de chaos te schetsen waarover hij oprecht ontsteld is.

Onderliggend gaat het ook al om Geeraerts’ literaire nalatenschap. Mortier gipst het beeld dat de auteur straks moet overleven, een testamentaire waarheid over zijn verleden in Congo.

Dat beeld blijft dubbel, die waarheid verscheurend. Congo mag dan wel dood zijn in Geeraerts, zoals hij tweemaal benadrukt, de koloniale herinnering woekert niettemin voort als wild vlees.

De vrouwen blijven ‘wilde diertjes’ en het besef dat de praktijken van toen verwerpelijk waren, gaat gepaard met een ook door Congolezen gedeelde melancholie om de orde die verloren ging. Als gevoel is dat legitiem. Als bron van beeldvorming voegt Mortier er te weinig inzicht aan toe.

Tom Van Imschoot

Partner Content