Alan Turing of de man die teveel wist

Jean Lassègue portretteert het dramatische leven van computerbouwer-ontcijferaar-homoseksueel Alan Turing.

De Brit Alan Turing bouwde de eerste computers, leverde een grote bijdrage voor de geallieerde overwinning in WO II, had als homo de keuze tussen castratie of gevangenis. Hij pleegde uiteindelijk zelfmoord.

Een veel dramatischer leven voor een genie kan je je nauwelijks voorstellen. In Manchester staat in een klein park van Turing een levensecht standbeeld. De eerste ware erkenning voor de man. Het werd, net geen vijftig jaar na zijn dood in 1954, ingewijd op initiatief van de universiteit van Manchester waar Turing na de oorlog werkte. Het is het beeld van een man die op een bank zit. Hij staart in de verte. Zijn linkerhand tegen de heup, in zijn rechter heeft hij een appel. De appel verwijst naar de dood van de informaticus avant la lettre die Alan Turing was.

Toen hij 42 was stierf hij na het eten van een appel die in cyanide was gedoopt. In zijn biografie ‘Turing: Bouwer van de eerste computers’ laat de Franse onderzoeker Jean Lassègue er geen twijfel over bestaan: Turing pleegde zelfmoord. Twee jaar voor zijn dood werd hij door de rechter in Manchester veroordeeld voor ‘herhaalde praktijken van grof onfatsoen in gezelschap van een andere man’. De verdachte heeft nooit ontkend dat hij homoseksueel was. Dat was toen in Engeland nog strafbaar. De rechter had enig begrip voor de beschuldigde, een man die Fellow is van de meest gereputeerde wetenschappelijke vereniging ter wereld: de Royal Society. En bovendien voor zijn verdiensten tijdens de oorlog gedecoreerd werd als Member of the British Empire.

Turing kon kiezen: celstraf of een hormonenbehandeling van een jaar. Bedoeling is het libido van de veroordeelde te ‘normaliseren’. Turing kiest voor de behandeling, ook al weet hij dat er borstgroei zal komen, dat hij geen erecties meer zal hebben. Belangrijk voor hem is dat hij zijn werk kan verderzetten. Anderhalf jaar later vindt de werkster Turing dood op zijn bed, het schuim op de lippen, naast zich op het nachtkastje een half opgegeten appel. De meesten denken aan zelfmoord, sommigen aan een mislukt experiment. Anderen opperen dat het best om moord kan gaan.

Alan Mathison Turing werd op 23 juni 1912 geboren in Londen. Zijn vader is koloniaal bestuurder in India, Alan groeit op in een gastgezin in Londen. Als hij 20 is gaat hij wiskunde studeren in Cambridge, maakt kennis met de kwantummechanica, volgt colleges natuurkunde, gaat naar Princeton om zich te verdiepen in mathematische logica. Terug in Engeland treedt hij in dienst van de Government Code and Cypher School in het beroemde Bletchley Park, nu een museum. Daar werkt hij met de Enigma-machine mee aan het ontcijferen van de radioberichten van Duitse onderzeeërs en redt op die manier duizenden mensenlevens. De nazi’s zijn Polen binnengevallen, de Blitzkrieg is begonnen, Turing wordt een van de code-breakers. Een wat excentrieke ‘ontcijferaar’ die zijn theemok vastmaakt aan de radiator en met een gasmasker op naar het werk fietst. Even overweegt hij te trouwen met een collega die geen problemen heeft met zijn homoseksuele neigingen. Zes maanden lang verblijft hij in de Verenigde Staten waar hij de Amerikanen bijstaat de Japanse codes te breken. Hij maakt er kennis met Claude Shannon, de grondlegger van de informatietheorie. Bij Bell gaat hij werken aan een geheim project dat de menselijke taal moet versleutelen. In Engeland kan hij een speech van Churchill coderen. Na de oorlog, in 1946, dient hij bij het Britse oorlogsbedrijf National Physical Laboratium een ontwerp voor een computer in, maar vindt uiteindelijk meer en betere samenwerking bij de universiteit van Manchester. In die stad blijft hij de rest van zijn leven.

Lassègue gaat in zijn knap geïllustreerde biografie uitvoerig in op het theoretische en wetenschappelijke werk van Turing. Aan de zelfmoordtheorie twijfelt hij niet. In een paar jaar geleden verschenen korte biografie, ‘The Man Who Knew Too Much: Alan Turing and the Invention of the Computer’, suggereert David Leavitt heel voorzichtig de mogelijkheid van een doelgerichte moord. Turing deed tijdens zijn werk in Bletchley Park veel geheime informatie op, ook over de toekomstige relatie tussen oost en west. En misschien is hem wel het zwijgen opgelegd. Toen Turing stierf was het de angstige periode van de Koude Oorlog. Maar Leavitt geeft grif toe dat er helemaal geen bewijzen zijn. Of Rob Janoff toen hij het Apple-logo bedacht Alan Turing in gedachten had, wordt nergens vermeld.

Fred Braeckman

Jean Lassègue, Turing: Bouwer van de eerste computers,

Veen Magazines, 156p., 34,50 euro. ISBN 978-90-8571-289-3

Partner Content