‘Wil je tieners aan het lezen krijgen? Lees dan voor alsof je het méént’

Ann Peuteman

Willen we dat jonge mensen weer meer boeken lezen, dan moeten we ze al vroeg beginnen voor te lezen. Maar hoe moet dat eigenlijk? ‘Zorg er vooral voor dat de kinderen of jongeren je gelóven’, zegt voorleeskunstenares Evi Rosiers.

‘Het volstaat echt niet om een boek voor je gezicht te houden en te beginnen lezen’, zegt professioneel verhalenvertelster Evi Rosiers. ‘Je moet je publiek op de een of andere manier in het verhaal kunnen binnentrekken.’ In de videoreeks De voorleeskunstenaar, die u hier kunt bekijken, geeft ze een hele rist praktische voorleestips. Ze maakte de filmpjes op verzoek van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) in het kader van het Vlaams Leesoffensief. Haar tips zijn in de eerste plaats voor leerkrachten van het secundair onderwijs bestemd, maar ook leraars uit lagere scholen én ouders kunnen er veel van opsteken. Dat de KANTL bij Rosiers aanklopte, komt doordat zij van verhalen vertellen haar beroep heeft gemaakt. Voordien werkte ze zelf in het onderwijs als leerkracht Engels en Nederlands. ‘Maar toen las ik mijn leerlingen niet voor’, zegt ze. ‘Ik had de kracht daarvan nog niet ontdekt.’

Wat is die kracht dan precies?

Rosiers: Om te beginnen is de confrontatie met verhalen – of je die nu zelf leest of ernaar luistert – heel goed voor je taalontwikkeling. Daarnaast kan voorlezen kinderen en jongeren ertoe aanzetten om zelf boeken te beginnen lezen. Een verhaal kan helemaal met je aan de haal gaan. Dan voelt het haast alsof je een tijdlang op een andere planeet hebt gezeten. Door bevlogen voor te lezen kun je dat gevoel ook doorgeven aan kinderen en jongeren die zelf niet snel geneigd zijn om een boek vast te pakken. Zodra ze dat hebben ervaren, zullen sommigen ernaar terugverlangen. Zo krijgen ze honger naar meer en worden ze nieuwsgieriger naar boeken.

Dat klinkt eenvoudig, maar niet iedereen is toch een bevlogen voorlezer?

Rosiers: Net daarom hebben we die filmpjes gemaakt. Veel mensen hebben de neiging om overdreven veel intonatie te gebruiken met af en toe een dramatische uithaal. Ze denken dat ze het zo een beetje boeiend houden terwijl ze net het omgekeerde effect bereiken: ze creëren een grotere afstand waardoor hun toehoorders alle voeling met het verhaal verliezen. Op zich is er niets mis mee om met veel emotie en intonatie te vertellen, maar dan moet dat wel authentiek zijn. Je publiek moet door je manier van voorlezen voelen wat de tekst met je doet. Zo is het heel normaal dat je even vertraagt wanneer je de woorden tot je moet laten doordringen. Maar doe zeker niet alsof, want daar prikken je leerlingen meteen doorheen. Zeker tieners, die een heel goed afgestemde bullshit detector hebben.

Niet iedereen kan goed voorlezen, maar de meeste mensen kunnen het wel leren.

Mag je het dan ook laten blijken als je als voorlezer met de tekst worstelt?

Rosiers: Natuurlijk. Je toehoorders merken het vanzelf als je zelf niet goed weet wat je aan het lezen bent. Dus is het goed om dat ook te benoemen: ‘Wat staat hier nu eigenlijk? Hebben jullie een idee?’ Hetzelfde voor passages die je heel saai vindt. Zég dat gewoon. Leerlingen zullen gemakkelijker geboeid blijven als je uitlegt dat je het een vervelend stuk vindt maar dat je toch benieuwd bent hoe het verhaal afloopt. Dat heeft veel meer effect dan gewoon doorlezen en doen alsof jij die oude, moeilijke taal wél heel interessant vindt. Als voorlezer kun je niet liegen over de beleving van een tekst. Iedereen ziet wat er bij het lezen met je gebeurt.

Nogal wat leerkrachten houden niet van voorlezen omdat ze de klas dan de hele tijd tot stilte moeten aanmanen.

Rosiers: Voor je begint voor te lezen, moet je het heel stil laten worden. Of je publiek nu uit kleuters, kinderen, tieners of volwassenen bestaat. Pas als je een speld kunt horen vallen, is iedereen in de juiste stemming om te luisteren. Wordt die sfeer tijdens het voorlezen doorbroken doordat leerlingen babbelen of met andere dingen bezig zijn, dan wacht je het best even tot de stilte is teruggekeerd. Het kan ook een goed idee zijn om na te gaan waarom het verhaal hen niet boeit. Komt dat door de manier waarop je voorleest? Ligt het aan de tekst zelf? Is er iets anders aan de hand?

En wat als ze dan nog altijd niet opletten?

Rosiers: Dan stop je gewoon met voorlezen. Het heeft geen enkele zin om het verhaal de hele tijd te onderbreken om leerlingen terecht te wijzen en op den duur zelfs met straffen te gaan dreigen. Dan heeft niemand nog zin in dat verhaal en hou je er dus beter mee op. Uiteindelijk is voorlezen geen plicht maar een gunst.

Hoe belangrijk is de keuze van de tekst die je voorleest?

Rosiers: Het moet vooral een verhaal zijn dat jou als voorlezer aanspreekt. Zelfs als het nogal ver van de leefwereld van de leerlingen afstaat. Alleen als je een tekst oprecht goed vindt, ben je in staat om die bevlogen voor te lezen zodat de vonk op de toehoorders overspringt. Sommige leerkrachten zeggen me, bijvoorbeeld, dat ze helemaal niet van literatuur houden. Dan is het niet zo’n goed idee om literaire werken voor te lezen, want de leerlingen zullen meteen merken dat je er niet dol op bent. Kies dan liever voor een boek waar je wél van houdt. Een thriller, bijvoorbeeld, of non-fictie.

In de filmpjes leest u voor uit Beatrijs, een Marialegende uit de veertiende eeuw. Dat staat toch wel erg ver van tieners af?

Rosiers: Helemaal niet! In het boek wordt Beatrijs heen en weer geslingerd tussen haar verlangen naar de liefde van een man en de druk om een deugdzaam leven te leiden. Daar kan iederéén zich toch in verplaatsen? Ook de jongeren van vandaag. Het verhaal gaat eigenlijk over een loverboy die een meisje in het verderf stort. Hoe zou je dat nu saai kunnen vinden?

Kan iedereen eigenlijk voorlezen?

Rosiers:(denkt na) Als je elke dag voor de klas staat, is de kans groot dat je over de kwaliteiten beschikt die een voorleeskunstenaar nodig heeft. Maar als je er écht geen zin in hebt of je er slecht bij voelt, doe je het beter niet. Bij het voorlezen moet je een gevoel kunnen overbrengen en mensen kunnen verbinden. Dat lukt niet als je je letterlijk achter een boek verstopt en dus een soort muur optrekt tussen jezelf en de kinderen of jongeren aan wie je voorleest. Dan zoek je beter naar andere manieren om hen met verhalen in contact te brengen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content