‘Wie een fijne oude dag wil, verkoopt zijn huis op tijd’

© Getty Images/iStockphoto
Ann Peuteman

Veel oudere Vlamingen denken er nog niet aan om afscheid te nemen van het huis waarin ze tientallen jaren hebben gewoond. ‘Nochtans bepaalt je woonplaats voor een groot deel je zelfredzaamheid’, zegt onderzoekster Emma Volckaert.

Wil je een fijne, onafhankelijke oude dag, dan kun je beter tijdig verhuizen. Dat blijkt uit Oud vasthouden, het doctoraat dat onderzoekster Emma Volckaert bij P.PUL (Planning for People, Urbanity and Landscape) van de KU Leuven maakte. ‘Zodra je de vijftig voorbij bent, zou je al moeten beginnen na te denken waar je wilt wonen als je oud wordt’, zegt ze. ‘Ook om daadwerkelijk te verhuizen, mag je niet te lang wachten. Het is belangrijk dat je aan je nieuwe woning kunt wennen en de omgeving kunt leren kennen voor je daadwerkelijk minder mobiel en zorgbehoevend wordt.’

In tegenstelling tot in heel wat andere Europese landen is het in Vlaanderen nog niet ingeburgerd om na je pensioen op zoek te gaan naar een geschikte woning voor je oude dag. Hoe komt dat?

Emma Volckaert: Vooral doordat de overheid mensen heel erg stimuleert om zo snel mogelijk een eigen huis te kopen. Al begin jaren negentig stelde Pascal De Decker, een van de promotoren van mijn doctoraat, vast dat ons woonbeleid sinds het interbellum helemaal op eigenaarschap is afgestemd. Dat is toch wel opvallend in een welvarende regio als Vlaanderen. Normaal zijn het eerder arme gebieden, zoals sommige Zuid-Europese regio’s, waar de overheid haar inwoners zo veel mogelijk stimuleert om een eigen huis te kopen. Bezit je een woning, dan hoef je toch al geen huur meer te betalen, is de achterliggende redenering.

Er zijn twee dingen waar Vlamingen echt geen kritiek op kunnen verdragen: hun kinderen en hun huis.

En doordat zo veel Vlamingen een eigen huis bezitten, verhuizen ze minder gemakkelijk als ze ouder worden?

Volckaert: Dat klopt. Veel mensen bouwen of kopen een huis en investeren er dan jarenlang veel geld en energie in. Ze installeren een nieuwe keuken, isoleren de woning helemaal, laten een veranda optrekken en leggen zonnepanelen op het dak. Veel van die verbeteringen stimuleert de overheid met allerlei premies en subsidies. Op die manier wordt een huis op den duur iets heel persoonlijks. Eigenlijk zijn er maar twee dingen waar Vlamingen echt geen kritiek op kunnen verdragen: hun kinderen en hun woning. Als je huis je hele identiteit weerspiegelt, is het natuurlijk ook heel moeilijk om er na vijftig jaar of zelfs langer afscheid van te nemen. Daarbij komt nog dat het Vlaamse ouderenbeleid uitgaat van het idee dat iedereen zo lang mogelijk thuis moet blijven wonen. Aging in place zoals dat heet. Terwijl het natuurlijk perfect mogelijk is om na je zeventigste nog naar een nieuwe plek te verhuizen en je ook daar thuis te voelen.

Waarom is het eigenlijk nodig dat mensen op latere leeftijd nog verhuizen?

Volckaert: Omdat veel mensen vandaag op een plek wonen die niet echt geschikt is om oud te worden. Staat je huis in een rustige verkaveling, dan is de kans bijvoorbeeld groot dat er geen buurtwinkels, apotheken of huisartsenpraktijken in de buurt zijn. Terwijl het net heel belangrijk is dat je zulke voorzieningen nog vlot kunt bereiken zodra je minder mobiel bent. Net zoals je dan de dingen die je leuk vindt zou moeten kunnen blijven doen. Naar de kaartersclub, het café of een activiteit van een vereniging gaan, bijvoorbeeld. Wil je dat nog kunnen als je ouder wordt, dan is het slim om tijdig naar een centrale en interessante plek te verhuizen. Ik begrijp dat veel mensen het daar moeilijk mee hebben, maar op oudere leeftijd bepaalt je woonplaats in veel gevallen hoe zelfredzaam je nog bent en hoeveel sociale contacten je hebt. Daarnaast heeft die ook impact op de mogelijkheden op het vlak van zowel informele als professionele zorg.

Hoe bedoelt u?

Volckaert: Doordat Vlamingen erg verspreid wonen, moeten zorgwerkers vaak lange afstanden afleggen om al hun patiënten te bereiken. Uit eerder onderzoek blijkt dat alle Vlaamse thuisverpleegkundigen samen dagelijks vijftien keer rond de aarde rijden. Daar zijn de verplaatsingen van medewerkers van thuiszorgdiensten niet eens bijgerekend. Alle tijd die zorgwerkers in de auto doorbrengen, kunnen ze natuurlijk niet aan zorg besteden. Zeker nu er zo’n tekort is aan zorgpersoneel heeft dat grote gevolgen. Een andere hindernis voor thuisverpleegkundigen is dat ze vaak moeten werken in woningen die helemaal niet aan die zorgtaken zijn aangepast. Probeer maar eens iemand te wassen in een piepkleine badkamer.

Het volstaat dus niet om op een centrale plek te gaan wonen?

Volckaert: Zeker niet. Je huis moet ook binnenin aan je noden zijn aangepast. Veel mensen proberen dat vandaag wel al te doen, maar vaak weten ze niet goed hoe ze het moeten aanpakken. Dan installeren ze een badkamer met inloopdouche, maar wel op de eerste verdieping van hun huis. Ze staan er gewoon niet bij stil dat er misschien een dag komt dat ze de trap niet meer op zullen kunnen. Anderen laten een traplift plaatsen, maar doen niets aan de hoge drempels op de gelijkvloerse verdieping. Daarbij komt nog dat niet iedereen genoeg middelen heeft om de nodige aanpassingen door te voeren en dat sommige huizen zich daar ook niet toe lenen. Voor huurders is het al helemaal moeilijk, want een huisbaas heeft doorgaans weinig belang bij zulke aanpassingen. Waarom zou een verhuurder een ligbad door een inloopdouche laten vervangen als hij zijn huis over een paar jaar misschien aan een gezin met jonge kinderen zal verhuren? Ook als je het huis waarin je woont niet kunt aanpassen, is het vaak beter om te verhuizen.

Wat moet er volgens u gebeuren om ervoor te zorgen dat meer mensen op een voor hen geschikte plaats oud worden?

Volckaert: Binnenkort lanceert de stad Gent al een campagne om mensen te laten nadenken of hun huidige woonplaats wel de beste plek is om oud te worden. In het buitenland hebben zulke acties hun nut al bewezen en dus lijkt het me aangewezen om er in Vlaanderen nog meer op te zetten. Jammer genoeg komt er voorlopig weinig reactie vanuit het beleid. Tegen 2040 zal een kwart van de Vlaamse bevolking ouder dan 67 jaar zijn. De overheid zou dus dringend voorbereidingen moeten treffen, onder meer door er via bouwverordeningen voor te zorgen dat er genoeg aangepaste woningen worden gebouwd. Doet ze dat niet, dan zullen er op den duur grote problemen ontstaan. In sommige streken waar mensen heel verspreid wonen en veel huizen onaangepast zijn, dreigt er dan zelfs geen zorg meer te zijn.

Emma Volckaert, Oud vasthouden – Over vergrijzing, wonen en beleid, Gompel&Svacina, 312 blz., 37 euro.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content