Wat is de mooiste trein van België? De top 11 van Knack

Stijn Tormans

Harpiste Ann Eysermans quoteerde samen met Stijn Tormans elf treinen op het Belgische spoornet op schoonheid, charme en comfort. Slechts voor twee exemplaren is er geen genade: ‘Naar de schroothandelaar!’

Eeuwen geleden, toen ik nog een korte broek droeg, wandelde ik elke vrijdag na schooltijd naar de Oude Landen in Ekeren. Daar, tussen de weilanden, lag een uitkijkpunt waar ik naar treinen tuurde. Ik gaf ze punten: sommigen keurde ik af, op andere werd ik verliefd. Later, toen ik echt op die treinen zat, leerde ik dat je zoiets niet doet. Alles en iedereen in het leven krijgt punten. Leraars geven leerlingen punten, en omgekeerd. Films krijgen punten, boeken, restaurants, politici. Zelfs auto’s – sommigen van mijn vakbroeders doen niets anders.

Alleen bij treinen hoort het niet. Daar telt maar één vraag: rijdt hij of niet. Dat is, toegegeven, ook de meest essentiële vraag. Maar misschien mag het voor de verandering ook ‘s een keer over schoonheid gaan. Zeker omdat de NMBS onlangs aankondigde dat ze de M4-rijtuigen en de MR 66-79-tweetjes binnenkort uit roulatie gaat halen. Te oud, zeggen ze. Dat zal wel zijn, toch scoorden die betrouwbare rijtuigen (made in Belgium) hoog in mijn rode boekje. Ze zijn een lust voor het oog: zowel de M4 met zijn leren blauwgrijze zitplaatsen en spiegels (9/10) als de MR 66-79 met zijn formica tafels (8/10). Niet voor niets kreeg die laatste de bijnaam ‘de klassieker’.

Ik ben niet de enige die om hun heengaan treurt. Ook Ann Eysermans, dagelijks treingebruiker en een vermaarde harpiste. Vorig jaar maakte ze de magistrale plaat For trainspotters only – waarop ook locomotief 55 meespeelt. Die lp is geen toevallige bevlieging: treinen rijden dwars door haar leven. Op haar vijfde zat ze samen met haar oom in de stuurpost van de trein Antwerpen-Oostende. Daar is haar treinliefde begonnen en ze is nooit meer overgegaan.

Soms ging het behoorlijk ver, zegt ze. Toen ze op haar twaalfde een school moest kiezen, koos ze voor de strenge nonnenschool in Nijlen. Alleen maar omdat ze dan met een M2 naar de les kon, een allang verdwenen maar verrukkelijk mooi rijtuig met donkergroene leren banken. Boven de deuren hing een bordje waarop stond: ‘En cas de danger, brisez la glace. Tout abus expose à des poursuites judiciaires.’ Dat zinnetje leerde ze uit haar hoofd.

Charme zou een prioriteit moeten zijn voor de NMBS.

Ann Eysermans

Rond haar twintigste deed ze een paar zomers een vakantiejob bij Wagon-Lits in de nachttrein naar Milaan en andere zuiderse oorden. Terwijl haar collega’s zich tijdens de eindeloze ritten weleens troostten met alcohol, luisterde zij naar de geluiden van de trein. Ze schreef er haar eerste muziek. Later doctoreerde ze over het verband tussen treinen en fosforescentie. En vandaag aarzelt ze of ze haar thesis wijsbegeerte over de filosofie van het spoor zal schrijven of over vertragingen. Maar in afwachting daarvan heeft ze, op mijn verzoek, een rode balpen en een zwart boekje meegebracht. Het is tijd om weer oude dwaasheden te begaan. ‘We gaan dus treinen alleen quoteren op hun schoonheid, comfort en charme?’ vraagt ze.

Ik knik streng van ja. ‘Ook wij, treinspotters, hebben recht op een stem’, brom ik. ‘Het spoor is niet alleen van de politici, consultants en ingenieurs.’ We beginnen bij de slechtste leerlingen van de klas, de ellendigste treinen van de NMBS: twee treinen verdienen wat ons betreft zelfs geen herexamen. Alleen een enkele rit richting schroothandelaar.

De gierige pin

Desiro MR08

In dienst sinds 2011-2016

Score: 1/10

Nauwelijks de naam trein waardig, dit is een veredelde tram. Dat is ook de bedoeling: de Desiro is ontworpen voor korte afstanden, maar de NMBS zet hem vaak in op lange afstanden. Geen snuggere zet, omdat er binnenin op alle comfort bespaard is: op beenruimte, tafels, stopcontacten, gezelligheid en zelfs op het toilet. Er is er maar één, en dat is vaak defect. Blijkbaar vinden de consultants van het spoor dat naar de wc gaan niet meer van deze tijd is. Maar zelfs als het toilet wel werkt, is het absoluut géén aanrader. Tenzij voor exhibitionisten: soms gaat de automatische deur, waarop kennelijk ook op bespaard is, onverwachts open. We hebben zo al veel mensen de schrik van hun leven zien beleven, maar ook voor de andere reizigers is het allesbehalve een appetijtelijk gezicht. Vluchten naar eerste klasse is geen optie. Die is er officieel wel, maar dat is een treurige bedoening. Daarom: verlos Ons Heer van alle Desiro’s, al zal dat wel uw allergrootste mirakel vereisen. De oudste exemplaren zijn amper 13 jaar oud – snotneuzen nog. Overigens verdient niet meneer Desiro in Duitsland al onze hoon en spot, wel de NMBS. Siemens richt ze à la tête du client in – in het buitenland zijn ze beter. Helaas gedroegen onze spoorvrienden zich bij de bestelling als gierige pinnen. Toch nog één op tien: de ontwerpers dachten met hun lage vloer aan de minder mobiele medemens, waarvoor hulde.

De Playmobil

MW41

In dienst vanaf 2000

Score: 2/10

© Saskia Vanderstichele

‘Ken je de slogan van de NMBS?’ vraagt Ann. Ja: Onderweg. Naar Beter. In een reclamespotje staren reizigers uit het raam. ‘Wat wil ik later worden?’ vraagt iemand aan zichzelf. Waarop hij antwoordt: ‘… Het zal toch iets moeten zijn waar de planeet beter van wordt.’ ‘Ik vraag me dan af wat deze dieseltrein aan de wereld toevoegt’, zegt Ann. ‘Ze noemen hem terecht de Playmobiltrein: binnenin lijkt alles wel plastic, de inrichting is lelijk, de tl-lampen zijn ongezellig, de stoelen allesbehalve comfortabel en hij maakt een erg onaangenaam geluid.’ De MW41 kreeg niet toevallig ook een tweede spotnaam: de wasmachine.

De Dokterswachtzaal

M5

In dienst sinds 1984

Score: 3/10

M6

In dienst sinds 1999-2011

Score: 4/10

© Saskia Vanderstichele

Dubbeldekkers die veel volk vervoeren, tot daar het goede. Reizen met een M5 is een helletocht voor een van de treinspotters (1 meter 91): de plafonds zijn te laag, en de rest is allesbehalve comfortabel. ‘Vroeger vond ik de M5 nochtans best fascinerend’, zegt Ann. ‘Het was de eerste dubbeldekker op het Belgische net, met een atypische vorm én een koplamp. Helaas is de modernisering een ramp. In het raam bijvoorbeeld zit een grote balk in het midden. Dat hou je toch niet voor mogelijk? Als je onderweg naar buiten wilt kijken, zie je recht op die balk. De enige mogelijkheid op een fatsoenlijk uitzicht is je hals helemaal uitrekken, maar dan heb je de volgende dag gegarandeerd nekproblemen. Helemaal onderuitzakken is ook een optie, maar dan loop je kans op een hernia. Straf dat iemand zo’n treinraam kan verzinnen: volgens mij alleen mogelijk in België.’ Beste vrienden van het spoor, het zal jullie misschien verbazen, maar de middeleeuwen zijn voorbij. De mensheid is intussen in staat om een raam te maken uit één stuk dat langer is dan een halve meter.

Bon, de M6 nu. Die krijgt betere punten, al is het ook daar ongezelligheid troef: alsof je in een aftandse dokterswachtzaal in Roemenië bent beland. ‘De NMBS kiest binnenin voor grijs’, zegt Ann. ‘Een koude en nietszeggende kleur waaraan je geen enkele gedachte kunt koppelen, laat staan een filosofische. Dat geldt ook voor wachtzalen in stations, zoals die in Lier. Lang kun je daar niet verblijven of een depressie dreigt. Grote ketens als Panos of McDonald’s hebben ook een ongezellig decor, maar daar zit tenminste een bedoeling achter: blijf hier vooral niet te lang zitten, want zo brengt u niets op. Ze wíllen dat je vertrekt en plaatsmaakt voor iemand anders. Het lijkt alsof de NMBS die kapitalistische logica heeft gekopieerd. Alleen slaat het bij hen nergens op, want in een trein betaal je net om lang te zitten. Zeker nu er zo veel vertragingen zijn. Waarom het dan niet gezellig maken? Charme zou een prioriteit moeten zijn voor het spoor.’

Ooit beseften ze dat wel: in de jaren dertig hadden ze een reus als Henri van de Velde in dienst, die esthetisch adviseur was. ‘Die man moeide zich met alles’, zegt Ann. ‘Ik heb thuis prachtige fluwelen stoffen die vroeger in treinen gebruikt werden: wat een verschil met de banaliteit van vandaag. Terwijl er zo veel goede ontwerpers en designers rondlopen in dit land die ze zouden kunnen engageren.’

De Break

MS80, MS82, MS83

In dienst sinds 1981-1985

Score: 5/10

© Saskia Vanderstichele

‘De Break maakt het mooiste geluid van alle elektrische treinen, vooral als hij remt’, zegt Ann. ‘Ik heb het zelfs gebruikt op mijn plaat. Vroeger waren de rijtuigen bordeauxrood: ik zat er graag in. Ze hadden ook een ruimte waar je als reiziger niet mocht komen. Je wist niet wat daar gebeurde: een trein moet toch ook wat mysterie in zich dragen, vind ik. Helaas is deze Break ook weer slecht gemoderniseerd: zeker tijdens de hondsdagen is het niet uw ideale trein. ‘Ze smijten er miljoenen tegenaan voor de renovatie, maar er is dan geen geld voor airco. Onbegrijpelijk.’ Toch delibereren we de Break: er rijden veel slechtere treinen op het net.

‘Vroeger had de NMBS een reus als Henri van de Velde in dienst als esthetisch adviseur. Het verschil met de banaliteit van vandaag is enorm.’

‘Ze zijn ook vaak beklad met graffiti’, merk ik op. ‘Daar heb ik een dubbel gevoel over’, zegt Ann. ‘Enerzijds is het puur vandalisme, maar tegelijkertijd zijn sommige graffiti bijna kunstwerken. Ik heb meer respect voor een getalenteerde graffitispuiter dan voor een slechte ontwerper, zoals de mensen die die duffe New Look-style van de NMBS bedacht hebben.’

De Duikbril

MS 86

In dienst sinds 1988

Score: 6/10

‘Mijn treinvrienden beweren weleens dat treinen een ziel hebben’, zegt Ann. Dat geldt ook voor deze kornuit, die vooral op korte afstanden sprint. Hij heeft een hele specifieke snoet, alsof we gaan duiken in de oceaan, en maakt ook een bijzonder geluid als hij vertrekt. Onze vrienden van den buiten beweren dat het lijkt ‘op de doodskreet van een koe’, al hebben we nog nooit een koe horen sterven. ‘Toen de MS 86 eind jaren tachtig op het spoor kwam, was dat iets nieuws’, zegt Ann. ‘Geen enkele trein zag er zo uit: met die duikbril, die grote ramen, en die turquoise banken met gele gordijnen. Ik hield ervan. Vooral op een zompige zomerdag had het iets, al die gordijnen die wapperen in de wind.’ Helaas is de charme verdwenen met de modernisering, maar de 2×2 banken gelukkig niet.

De Varkensneus

MS 75

In dienst sinds 1975-1979

Score: 7/10

Een oldtimer, al een eeuwigheid onder ons. ‘Vroeger was ik grote fan’, zegt Ann. ‘Vooral de eerste klasse was een belevenis, met die oranje stoelen waar je heerlijk in kon wegzakken.’ Het was, zegt ze, alsof je je in de jaren zeventig neervleide. ‘En in de winter was het er ook altijd heerlijk warm. Helaas zat er asbest in de treinen. De modernisering van een paar jaar geleden vind ik niet geslaagd: weer die kille grijze kleuren en harde stoelen. Geen airco, alleen een verluchtingssysteem. Maar de varkensneus is gelukkig wel gebleven, net als zijn oude geur en zijn mooie geluid.’

De Nineties

MS 96

In dienst sinds 1996-2000

I11

in dienst sinds 1995

Score: 7/10

De MS 96 heeft ook een specifieke snoet, vandaar weleens de wc-bril genoemd. Of Deense neus, naar de Deense IC3-treinen. De populairste Jos onder onze medereizigers, samen met de redelijk gelijkende I11-rijtuigen, maar wij zijn het niet helemaal eens: Ann heeft grote twijfels – ‘die kleurcombinatie vind ik niet geslaagd’, maar ik geef wel gul punten. Ze verzinnebeelden de jaren negentig, verdedig ik hen, en die waren ook wat fout: VTM kleurde nog je dag, Monica Lewinsky pijpte Bill Clinton en Francis Fukuyama verkondigde het einde van de geschiedenis. ‘Ik geef toe,’ zegt Ann, ‘ee zijn een beetje cult en tenminste geen grijze muizen.’ Ze hebben ook een paar geinige details. Zoals de verwarmingsknop waar ik altijd aan draai, als ik mijn luid taterende medereizigers subtiel naar een ander rijtuig wil jagen. En de voetsteun aan elke zitplaats is ook tiptop. Wel sneu dat je op sommige zitplaatsen tegen een wand kijkt: niet meteen een spannend uitzicht op de wereld.

De Amsterdammer

Intercityrijtuig

In dienst sinds de jaren ’80

Score: 8/10

‘We zeggen maar altijd zo: het enige goeie dat er uit Amsterdam komt, is de trein naar Eindhoven’, zei Theo Maassen ooit. Al had het ook die naar Brussel kunnen zijn. Er staat dan wel een ovalen B van de NMBS op, maar deze trein is gebouwd in de tijd dat Nederland nog een gidsland was. De Hollanders geven ons hier een masterclass van hoe een goede trein in elkaar moet zitten: aangename en smaakvolle leren stoelen, zacht licht en een rustige vormgeving. Zo simpel kan het zijn.

De Benjamin

M7

In dienst sinds 2020

Score: 8/10

The new kid on the net. ‘Vroeger lieten ze nieuwe treinen altijd eerst in Wallonië rijden’, zegt Ann. ‘Deze zag ik een paar jaar geleden voor het eerst in Luik en ik was aangenaam verrast. Veel gezelliger dan de M5 en de M6 en ook comfortabeler: de zitplaatsen zijn echt goed, hogere plafonds, meer beenruimte en meer stopcontacten.’ Ook de illusie van hout kan op ons goedkeurende geknik rekenen. Nog niet alle hoop is verdwenen, want het spoor bestelde massaal veel M7’s.

De Gele Ramen

I10

In dienst sinds 1987

Score: 9/10

‘Grote fan’, zegt Ann enthousiast. ‘Als een trein met I10-rijtuigen en gele ramen het station binnenrijdt, ga ik in eerste klasse zitten. Alleen al voor de speciale stoffen. Ook de rode gordijnen zijn geslaagd en de leeslamp.’ Het is een teer punt bij deze treinspotters: in de meeste treinen is het licht ‘s nachts veel te hevig en te wit. In zowat elk handboek over onze soort staat dat de mens niet te veel licht verdraagt in de donkere uren, alleen bij de NMBS lijkt dat boek zoek. ‘Zeker voor iemand die last heeft van migraine, zoals ik, is het echt problematisch’, zegt Ann. Maar ook anderen zien ’s avonds alleen hun eigen schijnsel in het raam, nooit het land. Dat het licht zo hard moet schijnen is trouwens geen wet van Meden en Perzen, zegt Ann. ‘In Schotse of Scandinavische treinen is dat niet zo. Daar is er warm licht en dat is zoveel aangenamer. Maar een aparte leeslamp zoals in de I10 zou nog beter zijn: wie licht nodig heeft, steekt het aan. Hoeveel kan dat kosten?’

Nog een treurige vaststelling: we zien deze rijtuigen steeds minder rijden. ‘Ik hoop dat ze niet aan hun zwanenzang begonnen zijn, zoals de prachtige M4’s en de MR 66-79’s’, zegt Ann. ‘Mijn treinhart bloedt omdat de NMBS altijd de verkeerde treinen uit roulatie haalt.’

De Mooiste

I6

In dienst sinds 1978

Score: 10/10

De natte droom van elke treinspotter. Je moet moeite doen om er nog een te zien, maar dat geduld wordt beloond. Ook al zijn de zitplaatsen helaas grijs, deze keer mokken we niet. Beter dan dit wordt het niet op het Belgische net, vrienden. Een I6-rijtuig heeft het allemaal: heerlijk zachte stoelen, een leeslamp, rode gordijnen… en vooral coupés, zoals in de film. Je kunt kiezen tussen stilte of tetteren. Zo opwindend kan treinreizen zijn. Zonde dat de NMBS er onlangs weer verkocht heeft aan Slowakije en Tsjechië. Maar alla, er rijden er nog een paar rond, soms als piekuurtrein Brussel-Oostende. Als u straks toevallig in deze trein belandt: zeg dan tegen de conducteur dat de bazen dringend weer I6’s moeten kopen. En dat ze een esthetisch adviseur moeten aanwerven, want het is nodig. Geen grijze muis a.u.b., die kleur komt ons intussen de strot uit. Dank bij voorbaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content