Walter Pauli

Walter Pauli antwoordt Fientje Moerman: ‘If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen’

Als het klopt wat Fientje Moerman zegt, spreken we niet meer over een politieke discussie of een journalistiek of maatschappelijk probleem, maar over een individueel ziektebeeld dat dringend medische opvolging verdient.

‘Ontluisd, verguisd en angstig’ is een opiniestuk van Fientje Moerman dat te lezen was in De Standaard. Moerman viseert de volkomen respectloze omgeving waarin Vlaamse politici vandaag moeten werken. Journalisten van De Standaard die over haar tekst berichtten, omschreven die als een ‘emotioneel opiniestuk’ (Bart Brinckman) of een ‘merkwaardige kreet’ (Guy Tegenbos).

Fientje Moerman zal zelf wel graag lezen dat het een cri du coeur was, want dat staat best chique. Ondergetekende las er een larmoyant betoog, zonder maat en vol zelfmedelijden in. Een pijnlijke illustratie dat politici soms niet meer in staat zijn hun eigen positie nuchter en redelijk in te schatten. Zoals Fientje Moerman: ex-schepen van de stad Gent, voormalig minister in de federale en in de Vlaamse regering en nog altijd Vlaams parlementslid voor Open VLD. Inderdaad, wat een hel van een leven heeft zo iemand toch moeten lijden.

Dat komt door mensen als ik: de ‘mediamannen’ (over de vrouwen heeft Moerman het niet), ‘blanke mannen van dertig tot vijftig jaar oud, zijnde de robotfoto van de gemiddelde Vlaamse journalist.’ Die zijn of benaderen het prototype van de ongelikte burger die politici met weinig respect benadert, al krijgen ze gezelschap van een occasionele politicoloog of (daar gaat ze weer) ‘publiciteitsman’. Krijgen ook een tik op de vingers: ‘de kiezer’ en al die andere onbeleefde burgers (dus u ook). Want echt niémand heeft nog een greintje respect voor de politici als Fientje Moerman.

Dus schimpt Moerman op de ‘loodgieter, schilder of elektricien’ die bij haar langs komen en haar moedwillig meer aanrekenen dan hun andere klanten, gewoon omdat zij politica is en alleen daarom niet durft te reclameren. Wat voor nors, wantrouwig en hoogst onliberaal mensbeeld heeft Fientje Moerman eigenlijk? Is wat zij beschrijft echt de mentaliteit bij de kmo’s en de zelfstandigen van dit land? Het moet wel, want Unizo-topman Karel Van Eetvelt twitterde hoe goed hij Fientje Moermans stuk vond. We nemen dus aan dat Van Eetvelt zijn Unizo-leden terstond laat weten dat het uit moet zijn met allerlei mensen zomaar te hoge bedragen aan te rekenen.

Dan zijn er een aantal overheidsdienaren die politici het leven zuur maken, vindt Moerman. Ze schrijft bijvoorbeeld dat ze van haar huis ‘een belegerde vesting’ heeft gemaakt, uit ‘angst, als er weer eens een gewelddadige inbraak geweest is in de buurt, omdat je nooit weet of het bij jou niet weleens wat langer zou kunnen duren voor de politie ter plaatse is.’ Zit er echt een grond van waarheid in die insinuatie dat de politiemannen van haar gemeente of haar politiezone haar bewust laten stikken bij een overval, juist omdat ze politica is? Kan een politiek mandataris dat zich in haar ergernis zomaar permitteren?

Walter Pauli antwoordt Fientje Moerman: ‘If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen’

Walter Pauli

Blijkbaar wel. Net zoals Fientje Moerman zich veroorlooft om de fiscus te vergelijken met ‘de Gestapo’ en dat die Gestapo speciaal politici viseert om hen publiek aan de schandpaal te nagelen. Zo lees ik toch: een ‘voor politici only opgerichte Gestapo-eenheid van de fiscus’ die ‘de beestjes zoekt, zelfs waar er geen zijn.’ Als dat inderdaad zo is, wie gaf daar opdracht toe? Wie duldt dat? Staatssecretaris John Crombez (SP.A)? Minister van Financiën Koen Geens (CD&V)? Of dateert dit nog uit de lange periode dat Didier Reynders (MR) verantwoordelijk was voor de fiscus? Indien er zelfs maar een kleine grond van waarheid zit in haar betoog, is het dan niet dringend nodig dat Open VLD hierover interpelleert in de federale kamer, of er gewoon een regeringszaak van maakt? En indien blijkt dat deze aantijgingen niét kloppen, niet aan het adres van de politie noch van de fiscus, zal Fientje Moerman dan die diensten en hun personeel haar excuses aanbieden en liefst asap?

Maar het is inderdaad zo dat de fiscus politici geen voorkeursbehandeling meer gunt, voor zover het publiek weet. Ten laatste sinds de dagen van Paul Vanden Boeynants is dat definitief voorbij. Als Fientje Moerman liever terug wil naar de tijd voor VdB, moet zij dat in zoveel woorden zeggen. En sommige politici voelen zich tegenwoordig geviseerd door de fiscus en spannen een rechtszaak in – zie de zaak van haar partijgenoot Karel De Gucht. Dat is zijn goed recht, want net zoals elke overheidsdienst is de fiscus niet onfeilbaar, laat staan heilig. Maar denkt Moerman echt dat alleen politici daar over klagen? Leest ze dan niet die grote en kleine berichten over bedrijfsleiders, kmo’s, zelfstandigen en sinds kort zelfs werklozen die zich onheus aangepakt voelen door de fiscus? Denkt zij echt dat politici een unieke wildsoort zijn?

Zoekt ze in de kranten dan echt niet naar ander nieuws dan over haar zelf, telkens, zo schrijft ze toch, ze om drie uur ’s nachts (!) wakker wordt en al in paniek begint te surfen? We lezen toch wat er staat: ‘Elke nacht om 3 uur wakker worden, om erop te anticiperen, dan staan immers de internetkranten online.’ Als het klopt wat hier staat, spreken we niet meer over een politieke discussie of een journalistiek of maatschappelijk probleem, maar over een individueel ziektebeeld dat dringend medische opvolging verdient.

Blijkbaar zijn wij de nagel aan de doodskist van menig politicus. Wij ‘mediamannen’, al heten we op blogs, lezersfora en allerlei mediafora steeds meer ‘journaille’ of ‘hoernalisten’. Moerman kan het zich misschien moeilijk inbeelden, maar niet alleen politici zijn voorwerp van grove taal en kwetsende beledigingen. (Vraag het maar aan het gros van de allochtonen in dit land, hoe die hebben geleerd de kaken op elkaar te klemmen bij weer een sneer die tot in de ziel snijdt.) Sinds kort heet een beetje ‘mediaman’ steeds vaker lid van de ‘regimepers’. ‘Regimepers’ is een verwijt voor journalisten die in de ogen van een aantal critici politici van de (federale) regeringspartijen juist veel te zacht aanpakken. Dat is totaal het tegenovergestelde van wat Moerman vindt.

Het is een nooit eindigend debat of de Wetstraatpers te kritisch of te mak is. Bij de Dexia-affaire vond heel het ACW bijvoorbeeld dat de pers zich liet opjagen door N-VA. En bij N-VA was men van mening dat het ACW en de regering er toch tamelijk gemakkelijk van af kwamen. Over het algemeen leeft het gevoelen bij politici uit de meerderheid dat zij ongenadig gematrakkeerd worden, dat de pers geen oog heeft voor de beperkingen eigen aan de politieke besluitvorming. En bij de oppositie vindt men over het algemeen dat ministers de media wel heel gemakkelijk kunnen inpakken, vraagt men zich af of het weer nodig is foto’s af te drukken als Hilde Crevits een fietspad opent of Bart De Wever een of andere bekende gast in Antwerpen ontvangt. Voor de enen zijn journalisten dus te hard, voor de anderen te laf. En van tijd wisselen ook de critici van mening, naargelang hun partij in de oppositie sukkelt dan wel in de regering of het stadsbestuur raakt.

Wat Moerman vooral stoort in de relatie van journalisten met de Wetstraat, is blijkbaar een stuitend gebrek aan respect. Een van de voorbeelden die ze aanhaalt is bijvoorbeeld haar ‘angst, als je ergens op buitenlandse missie moet, dat men je als een profiteur zal beschouwen en je daarom meedraait in een agenda die zelfs Stachanov overwerkt doet raken.’ Ze heeft zelfs een punt. Een paar jaar terug ben ik met minister-president Kris Peeters mee gereisd naar Brazilië, waar hij in een driedaagse blitzreis projecten ging bezoeken in en om Sao Paulo en Rio De Janeiro. Voor zo ver ik mij herinner, heb ik pas een uur voor de terugreis naar België met collega’s een warme maaltijd verorberd op de klassieke manier: zittend aan tafel uit een bord etend, met mes en vork. De twee dagen daarvoor hebben we alleen maar rechtstaand hapjes verorberd op ‘zakenrecepties’. Ontbijten waren per definitie werklunches en de agenda zat inderdaad belachelijk vol. Dus ja, het tempo tijdens die Brazilië-reis was Stachanovistisch – al blijft het zelfs dan nog aangenamer om je in Brazilië halfdood te moeten werken dan op een redactie in Brussel, laat staan in een autofabriek in Gent, een ouderlingentehuis in Leuven of een bouwwerf in Brugge.

Kris Peeters was trouwens al eerder terug naar België gekomen. Eigenlijk geroepen. In het Vlaams parlement waren vanuit de oppositie een aantal vragen gekomen bij die reis. Ook al was alles geweten en vooraf goedgekeurd, de ene politicus jent nu eenmaal graag de andere. En dat Kris Peeters in ‘Brazilië’ zat in plaats van in Brussel, was natuurlijk fijn meegenomen. Een reis naar Brazilië, dat is voor veel Vlamingen niet de werkelijkheid van bedrijfsbezoeken, geen toespraken en beleefdheidsformules, laat staan de ellenlange files. Brazilië: dat is het imago van strand, cocktails, bikini’s, samba’s, seks. En dus reisde Peeters voortijdig en in allerijl terug naar Vlaanderen, naar zijn Vlaams Parlement. Om daar vast te stellen dat geen enkel Vlaams Parlementslid hem nodig had. Het was een non-crisisje, uitgelokt door politici die alleen maar uit waren op Schadenfreude. Zo werd dat ook genoteerd in de media: dat een aantal Vlaamse parlementsleden zichzelf en hun instelling belachelijk hadden gemaakt.

Als Fientje Moerman zich opgejaagd voelt door regels die politici zélf hebben afgesproken, opgesteld en gestemd, dat ze dan haar conclusies trekt. Ook al omdat Fientje Moerman zelf nooit de meest milde politica is geweest en zelf er nooit graten in zag om één of andere vent te kwetsen, liefst tot meerdere eer en glorie van zichzelf.

Walter Pauli

Het gebrek aan respect, de voortdurende verharding van het politieke debat, de pers zal ook wel haar deel hebben, maar de politici doen het ook zichzelf aan en het land. De ene partij vit op de werklozen, de andere schimpt op bedrijfsleiders, en politici roepen voortdurend zelf dat ze aan strengere regels moeten onderworpen worden: zie het betoog van Freya Van den Bossche afgelopen weekend over schotten tussen politici en het zakenleven. En met elke invoering van elke nieuwe regel is er dus meer kans op overtredingen daarvan, dus van politici die falen. En dan zal de pers daarvan melding maken, ja. Fientje Moerman is ooit over zo’n relatief nieuw rapport van een ombudsman gevallen, omdat die had geschreven dat op haar kabinet onregelmatigheden waren gebeurd. Als Fientje Moerman zich opgejaagd voelt door regels die politici zélf hebben afgesproken, opgesteld en gestemd, dat ze dan haar conclusies trekt.

Ook al omdat Fientje Moerman zelf nooit de meest milde politica is geweest en zelf er nooit graten in zag om één of andere vent te kwetsen, liefst tot meerdere eer en glorie van zichzelf. Neen? Een paar maanden terug gaf ze een interview aan Knack. Collega Ann Peuteman noteerde toen hoe het verhaal over de allereerste tweet die ze ooit verstuurde, vanuit haar zetel in het Vlaams Parlement. Maar laten we Fientje Moerman zelf aan het woord: ‘Peeters en De Croo in de wielerkoers terwijl Maggie werkt’, was de eerste tweet die ik verzond. Meteen zag ik Gwendolyn Rutten ongemakkelijk op haar stoel heen en weer schuiven. ‘Sommigen zouden misschien beter drie keer hun tong ronddraaien voor ze een tweet versturen’, zei ze. (lacht) Maar met dat bericht haalde ik wel drie dagen na elkaar de kranten, hè. Dat marcheert nogal.’

Haha, dat marcheert nogal, haar eigen trap tegen de enkels van Kris Peeters en vader of zoon De Croo. Homo homini lupi – de mens is een wolf voor zijn medemens – nergens anders dan in het politieke milieu is die waarheid zo nadrukkelijk aanwezig. Partijgenoten zijn om de zoveel jaar regelrechte vijanden als het erop aankomt een plaats op de lijst te bemachtigen, en Fientje Moerman is tot hiertoe bepaald niet milder of wellevender geweest dan de andere liberalen (waarom zou ze ook?). En liberalen zijn niet per definitie erger dan socialisten, christendemocraten, Vlaams-nationalisten of groenen. Maar ze doen netjes mee.

Jean-Marie Dedecker werd na een georkestreerde campagne door zijn eigen partijgenoten van Open VLD politiek geliquideerd – het kan voor die partij op dat moment nodig geweest zijn, maar het was menselijk wél bikkelhard. En de pers noteert, jawel. Als Bart De Wever bang is om naar de VRT-studio te komen nadat ook hij op zijn beurt niet zo moedig was tegen Dedecker en hij neemt vrouw en kinderen een beetje als schild mee naar de Reyerslaan, dan is er een camera die dat beeld ongenadig vastlegt, ja. Net zoals er camera’s zijn bij elke triomf, van Stevaert en de andere Tubbies in 2003, op de tafel dansende CD&V’ers in 2007, en de laatste jaren overgelukkige en bijzonder zelfbewuste N-VA’ers in hun opzichtige tocht naar het Antwerpse stadhuis. Dan zijn wij er ook. Net zoals Fientje Moerman een paar keer breed heeft mogen mee staan lachen bij de presentatie van een regering, weze het Verhofstadt II of Peeters I. Dan is er geen enkele minister die klaagt over een te veel aan media-aandacht, en de vaak rooskleurige portretjes van de nieuwe bewindslieden, en over het fraaie vervolg dat hun carrière alweer krijgt.

En soms gaat de pers er inderdaad ver over. Dan tackelt zo’n mediaman à la Witsel of à la Ruytinckx: met de noppen in het been. Ik heb het ook al gedaan, zelfs op deze Knack-site, toen ik co-auteur was van een stuk dat melding maakte van weer een fout verspreide mail van (het kabinet van) Vlaams viceministerpresident Ingrid Lieten (wat klopte) waarin ministerpresident Kris Peeters een dictator zou zijn genoemd (wat helemaal fout was). Ik heb me er voor geëxcuseerd, ondermeer bij Ingrid Lieten zelf. Het enige wat ik weet (en Lieten ook) is dat Knack dat bericht niet uit de duim had gezogen, maar dat die tot ons gekomen was via een wel geïnformeerde bron, die vanzelfsprekend te situeren valt binnen de Vlaamse meerderheid. En dat zelfs na publicatie van dat foute bericht binnen de Vlaamse regering nog heel wat spelletjes gespeeld zijn over de juiste toedracht van zaken. Nogmaals: het was een journalistieke fout, zelfs een grove fout, en ik hoed me ervoor dat het me nooit meer overkomt. Maar het was in de schoot van de Vlaamse regering dat het vuurtje van de ‘zaak-Lieten’ werd aangeblazen. En daags nadien gaven ze elkaar weer een hand. Homo homini lupus. Maar laat het vooral niet merken.

Nergens in haar stuk heeft Moerman het over die onderlinge hardheid tussen politici, en hoe dat afstraalt op het algemene discours over ‘de politiek’ Zelfkritiek is haar vreemd. In de plaats voelt ze zich voortdurend zelf belaagd. En ook daarin gaat ze extreem ver. Ze is angstig op straat, schrijft ze, omdat de bevolking opgejut wordt om politici te molesteren. En ze verwijst daarbij naar de moord op de Zweedse politica Anna Lindh, in 2003. Wel, dat is onzin. Ten eerste heeft ze haar voorbeeld slecht gekozen. Lindh, zo bleek achteraf, is vermoord door een zieke, gestoorde gek. Als Moerman sinds de dood van Anna Lindh in angst leeft, dan moet sinds de raid van Kim de Gelder dus ook elke verzorgster in elke crèche van het land in doodsangst zitten te bibberen. Maar die gewone vrouwen doen dat natuurlijk niet. Die zijn best dapperder dan dit emo- en ego-gezeur van een parlementslid dat niet half beseft hoe goed ze het heeft.

Haar betoog over hoe zwaar en zelfs gevaarlijk het leven van een politicus wel is, is een belediging voor mensen met écht zware en gevaarlijke beroepen. Twee dagen op drie sterft in België iemand door een dodelijk arbeidsongeval. Dat is een realiteit van een andere orde dan het geneuzel van Moerman over de nadelen van de politieke stiel.

Walter Pauli

Is ondergetekende nu zelf niet een beetje aan het overdrijven in zijn kritiek op Moerman? Welaan dan, nog een citaat uit hogervermeld Knack-interview. Daarin klaagt Moerman over de vreselijke werkomstandigheden in het Vlaams parlement. ‘In een bureau werken, in zo’n hok, daar word ik echt gek van. In het Vlaams Parlement hebben we kantoren die met een glaswand van elkaar gescheiden zijn: aan de ene kant zit ik, aan de andere kant mijn medewerker. Je hebt er geen enkele privacy, je hoort alles van elkaar en de geur van het restaurant krijg je er gratis bij. Vreselijk.’ Ik ken de restaurants van de parlementen in dit land. Er zijn weinig bedrijfskantines waar voor die prijs zo lekker gegeten wordt. Ik ken het gebouw van de Vlaamse parlementsleden: er zullen wel mankementen aan zijn, maar als dat gebouw al niet meer knap is, wat wil ze dan wel? En hoeveel honderdduizenden mensen in dit land zouden in minder aangename kantoren werken dan de Vlaamse parlementsleden? Maar Moerman vindt het alleen maar ‘vreselijk.’ Verwend nest.

Ten tweede is haar betoog over hoe zwaar en zelfs gevaarlijk het leven van een politicus wel is, een belediging voor mensen met een écht zware en gevaarlijke beroepen. Mag ik er even cijfers van het ACV uit 2012 naast zetten en de bijhorende mededeling? ‘In België herdenkt het ACV de 164 slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen en de 19.449 slachtoffers met blijvende handicap. Twee werkdagen op drie sterft in België iemand door een dodelijk arbeidsongeval. Meer dan de helft daarvan, 94, op de arbeidsplaats zelf. Elke werkdag opnieuw worden 88 werknemers in België gehandicapt voor de rest van hun leven. Kille cijfers waar heel veel leed en verdriet achter schuilt.’ Dat is een realiteit van een andere orde dan het geneuzel van Moerman over de nadelen van de politieke stiel. Zo veel mensen, zo veel gezinnen die écht te klagen hebben. Fientje Moerman zou zich moeten schamen.

Vergeefse moeite natuurlijk. Schaamte kent ze niet. Ze verwijt ‘mediamannen’ dat wij eisen dat politici ‘schoonheidskoninginnen of Mister Worlds’ zijn. Huh? We willen niet onbeleefd doen over Maggie De Block of Bart De Wever, maar méént Fientje Moerman echt wat ze zelf schrijft?

In elk geval profiteert Fientje Moerman vooral van het ‘Mattheüs-effect der querulanten’: politici zijn bekend, dus allerlei bekende en semibekende journalisten en opiniemakers kunnen zich blijkbaar herkennen in haar geklaag en gemekker. Daarom krijgt zij meer aandacht dan zij die echt te klagen hebben, en schouderklopjes alom. Daarom ook dat blijkbaar niemand erover struikelt dat ze al de eerste paragraaf van haar stuk een wel zeer ongelukkige vergelijking maakt tussen ‘paria’s in India’ en ‘politici in Vlaanderen’. Geloof het niet: die paria’s hebben het stilaan beter, betoogt Moerman. Is Fientje Moerman eigenlijk ooit in India geweest? Heeft ze ooit paria’s gezien? Heeft ze in eender welk Derde Wereldland armoede geroken, de verwoestende effecten van honger gezien, meisjes van veertien met baby’s weten zeulen?

Ah, was die vergelijking met paria’s slechts ‘bij wijze van schrijven’? Was het slechts een beeld? Wel, dan was het een slecht beeld. Een veelzeggende metafoor, dat wel. Een ontmaskering van een dame die niet beseft hoe luxueus haar leven is, hoe geweldig haar job. En dat mag janken en klagen, en de hele wereld de schuld geven van zogenaamd ‘ongeluk’. Als de Wetstraat aan iets ziek is, dan is het aan deze mentaliteit, zo bekrompen, zo narcistisch, zo ergerlijk egoïstisch.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content