Waarom zoekt justitie niet naar verdwenen non Gabrielle? ‘Best om erover te zwijgen’

Zuster Gabrielle verdween in 1982 spoorloos uit het klooster in Dendermonde. ©  GF

Waarom besliste justitie onlangs om, ondanks een gedetailleerde getuigenis over een mogelijke vindplaats, niet te zoeken naar het lichaam van de in 1982 verdwenen non Gabrielle?

Haar foto stond in gerenommeerde buitenlandse bladen als Paris Match en Time. Toch kende vrijwel niemand in Vlaanderen het verhaal van de Wetterse non Cecile Bombeke, alias zuster Godfrieda, die eind jaren zeventig minstens drie bejaarden om het leven bracht. Waarom kreeg die zaak hier zo weinig aandacht? En hoeveel slachtoffers vielen er echt?

Die vragen wilde ik beantwoorden met het boek Soeur Mourir over de zaak- Godfrieda. Uit tot nu onbekende documenten bleek dat onderzoeksrechter Leo Tas destijds niet van drie maar van zeventien overlijdens uitging, maar dat hij de veertien andere niet kon bewijzen. Bovendien bleek dat Tas’ onderzoek werd afgeremd door de tot de katholieke zuil behorende procureur des Konings Guido De Saeger en diens substituut Antoon Cordemans.

De twee namen zijn oud-onderzoeksrechter Walter De Smedt goed bekend, en hij nam contact met me op na het lezen van Soeur Mourir. De Smedt heeft zich vastgebeten in de zaak van een andere non: zuster Gabrielle, die in 1982 – amper vier jaar na Godfrieda’s arrestatie – spoorloos verdween uit het klooster van Dendermonde, op vijftien kilometer van Wetteren.

Vrijgevochten vrouw

In de school die aan het klooster verbonden was, gaf zuster Gabrielle – door iedereen ‘Gaby’ genoemd – de vakken technisch tekenen en kunstgeschiedenis. ’s Avonds, na het lesgeven, ontspande ze zich in de kelder van het gebouw, waar ze een drumstel had geïnstalleerd. Ze stond bekend als ‘zeer vrijgevochten’.

Er bleek geen vuiltje aan de lucht in het leven van de goedlachse vrouw. Maar toen de dan 56-jarige Gaby op de ochtend van vrijdag 5 maart 1982 niet opdaagde voor de ochtendmis en het ontbijt, en later ook niet present tekende in de klas, brak men ongerust haar kamer open. Het bed was onbeslapen en al haar spullen lagen er nog. Niets wees erop dat ze uit vrije wil was vertrokken. Toch ondernam het klooster niets. Pas enkele dagen later trokken twee nonnen naar Gaby’s familie om ze in te lichten over de verdwijning. ‘Maar’, zeiden de nonnen er meteen bij, ‘het is best om erover te zwijgen. Misschien is ze er wel met een man vandoor.’

De weken gingen voorbij. Het begon de familie te dagen dat de uitleg van de nonnen niet bepaald geloofwaardig was. Ze trok naar het gerecht om het op de hoogte te brengen van een onrustwekkende verdwijning. Pas na weken aandringen verkreeg de familie dat een opsporingsbericht verspreid werd. Maar dat bleek een belangrijke fout te bevatten.

Er stond te lezen dat Gaby na 5 maart nog contact had gehad met haar familie. Dat klopte absoluut niet. Later zou blijken dat procureur des Konings De Saeger enkele wijzigingen had laten aanbrengen in het oorspronkelijke opsporingsbericht, waaronder dus deze cruciale fout, die aan het grote publiek de indruk gaf dat Gaby allicht op eigen initiatief verdwenen was.

De Saeger had een band met Gaby’s klooster: hij was lid van de raad van de school waar ze les gaf. De substituut in het dossier-Gaby was dan weer Antoon Cordemans, een paar jaar daarvoor ook betrokken bij het onderzoek naar Godfrieda. Cordemans was net als De Saeger politiek benoemd door de CVP, gold als zeer katholiek en was een goede vriend van kanunnik G.M., die in 1979 door de Gentse bisschop benoemd was tot hoofd van het Dendermondse klooster van Gaby.

Het rode boekje

Nochtans was M. – ook wel ‘de Chinees’ genoemd, omdat hij een wat Aziatisch uiterlijk had – dan al lang geen onbesproken figuur meer. Na zijn priesterwijding gaf hij les in een school in Vilvoorde, waar hij in opspraak raakte wegens seksueel misbruik van een minderjarige. M. werd weggepromoveerd naar Dendermonde. Aangezien Gaby daar de enige non met een rijbewijs was, werd ze M.’s chauffeur. Ze leerde haar nieuwe directeur zo zeer goed kennen. Gaby was niet alleen op de hoogte van de seksuele escapades van ‘de Chinees’, maar ook van zijn grootschalige gesjoemel met kloostergeld. Dat bleek toen jaren na haar verdwijning een rood notitieboekje opdook waarin ze in stenografie details over M.’s handel en wandel had opgeschreven. Moeder-overste had het al die tijd achtergehouden.

Godfrieda, bekend als Zuster Insuline. De non bekende de moord op drie bewoners van een rusthuis.
Godfrieda, bekend als Zuster Insuline. De non bekende de moord op drie bewoners van een rusthuis. © GF

Het boekje toonde ook aan dat Gaby zich had ontpopt als een getalenteerde privédetective. Als M.’s chauffeur vond ze het al snel verdacht dat ze de geestelijke steevast op enkele straten van zijn bestemming moest afzetten als hij weer eens naar een lezing ging. Op een dag was ze hem gevolgd en had ze vastgesteld dat de ‘lezing’ in een homobar plaatsvond. Vanaf dan onderzocht en noteerde ze nauwgezet M.’s activiteiten: hoe hij contact- advertenties in homobladen plaatste, afsprak in sauna’s en minderjarige jongens bestelde via escortbureaus. Activiteiten die M. handenvol geld kostten.

Uit het rode notitieboekje bleek ook dat Gaby drie anonieme brieven aan M. had geschreven waarin ze dreigde zijn activiteiten openbaar te maken als hij er niet onmiddellijk mee zou stoppen. De eerste verstuurde ze een maand voor haar verdwijning. De laatste vond M. op de avond van 4 maart 1982 in zijn brievenbus. Kort daarna stormde hij de studiezaal van het klooster binnen en riep hij in het bijzijn van verscheidene nonnen dat het gedaan moest zijn met die ‘vuile brieven’. Hij slingerde ze naar Gaby’s hoofd. De non raapte ze op en vertrok. G.M. ging ziedend achter haar aan. De volgende ochtend was Gaby vermist.

Je hoeft geen Sherlock Holmes te zijn om M. als verdachte te beschouwen. Ook Gaby’s familie had vrijwel meteen door dat ‘de Chinees’ met haar verdwijning te maken had. Maar De Saeger en Cordemans hielden hem de hand boven het hoofd. ‘Iedereen heeft het recht om te verdwijnen’, zei Cordemans keer op keer tegen de familie.

In oktober 1991, bijna tien jaar na Gaby’s vermissing, kwam het Nederlandse schandaalblad Aktueel met opmerkelijke foto’s. Op de cover toonde het G.M. in vrouwenlingerie. Ernaast stond in grote letters: ‘De perverse priester’. Journalist Ko Boos onthulde dat ‘de eerwaarde zich in zijn klooster overgaf aan seks, fraude en omkoping’. Hij legde ook de link met Gaby’s verdwijning: ‘Toen zuster Gabrielle alles wilde onthullen, verdween ze spoorloos.’

De Saeger verbood onmiddellijk de verkoop van Aktueel in België. De non bleef vermist. De zaak verjaarde in 2002. M. stierf in 2011. Ook De Saeger en Cordemans zijn intussen overleden.

Put gegraven

Recent beet oud-onderzoeksrechter Walter De Smedt (75) zich in de zaak vast. Hij kwam te weten dat twee oud-rechercheurs op 29 september 2022 een mail stuurden naar het gerecht. Daarin verklaarden ze dat bouwvakker A.V. in 1999 een potentieel belangrijke getuigenis had afgelegd waar geen gevolg aan was gegeven. ‘Hij zei dat hij vanaf zijn stelling had gezien hoe moeder-overste, een novice en de tuinman een put vulden van 1,5 bij 1 meter’, zegt De Smedt. ‘Hij zag ook een kar en een tapijt. V. verklaarde dat hij bereid was de plaats aan te duiden.’

‘Waarom ging de gerechtelijke politie van Aalst toen niet onmiddellijk met V. ter plaatse?’ vraagt de oud-onderzoeksrechter zich af. ‘Het was makkelijk om er graafwerken te doen, want er stonden toen alleen bomen en struiken. Nu staat er een gebouw op die plek. En waarom werden de zusters en de tuinman niet verhoord en met de getuige geconfronteerd?’ De Smedt wijst erop dat het dossier in 1999 nog niet verjaard was.

A.V. was pas in 1999 naar de politie gestapt omdat hij ten tijde van de verdwijning van zuster Gaby uit het opsporingsbericht had afgeleid dat ‘ze haar kap over de haag had gesmeten’, staat te lezen in het pv waarover Knack beschikt. Pas toen hij in 1999 een interview met Gaby’s broer las, besefte V. dat hij mogelijk belangrijke informatie had en trok hij voor een verklaring naar de politie. Waar, tot verbazing van de twee oud- rechercheurs, niets mee gebeurde. Na een recent bezoek aan A.V. bonden ze de kat weer de bel aan, middels een e-mail.

Geen onderzoek

Ook volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke (Groen) raakte op de hoogte van de mail, en stelde begin dit jaar een parlementaire vraag aan justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘De feiten zijn verjaard, maar de waarheid achterhalen is belangrijk voor de nabestaanden en de samenleving’, aldus Van Hecke. ‘Daarnaast zijn er veel vragen over het onderzoek en hoe het gevoerd werd. Ook die vragen verdienen een antwoord.’

Van Quickenborne deelde daarop mee dat er midden 2023 een overlegvergadering gepland stond tussen het parket-generaal, de Federale Gerechtelijke Politie Oost-Vlaanderen en de Cel Vermiste Personen. Daar zou een plan uitgewerkt worden om met eenvoudige technische middelen grondonderzoek te doen ‘op relevante plaatsen op de site van het klooster’.

Maar navraag van Knack leert dat dat plan recent is afgeblazen. Volgens Chantal Lanssens van het Gentse parket laten de specifieke omstandigheden van de site een onderzoek met een grondsonar niet toe. Er zijn ook geen andere onderzoeksdaden gepland, zegt ze. Op de vraag waarom de verklaringen van A.V. destijds niet ernstig zijn genomen, antwoordt Lanssens: ‘Ik kan enkel vaststellen dat de verklaring die de heer A.V. in 1999 aflegde over wat hij “op een dag” zou hebben gezien bijzonder vaag was. In 2022, 23 jaar na zijn eerste verklaring en veertig jaar na de feiten, geeft hij dan plots veel meer specifieke gegevens. Ik kan natuurlijk niet oordelen waarom er in 1999 beslist werd om bepaalde opdrachten niet te geven, maar mogelijk was dat de reden: te vage informatie.’

In 2021 werd vergeefs gegraven in de voormalige kloostertuin.
In 2021 werd vergeefs gegraven in de voormalige kloostertuin. © GEERT DE RYCKE

Volgens De Smedt klopt die uitleg niet. ‘Te vaag? De details waren net zeer nauwkeurig. Hij kon zelfs de grootte van de put beschrijven. Bovendien: een aantal details die A.V. nu aan de oud-rechercheurs meedeelde – bijvoorbeeld dat hij moeder- overste herkend had – gaf hij naar eigen zeggen ook al in 1999 aan het gerecht, maar ze zijn toen niet opgenomen in het proces-verbaal. Uiteraard was dat geen vergissing. Er was een doofpot, en men doet er nu alles aan om die gedekt te houden. Justitie mocht en mag niet in opspraak komen. Het beste bewijs: men heeft kroongetuige A.V. nog altijd niet gehoord. Maar desondanks heeft men al beslist om dit spoor niet te volgen. Dat zou toch niet mogen in een goed functionerende rechtsstaat?’

Ook Stefaan Van Hecke reageert teleurgesteld op het feit dat er geen onderzoeksdaden gesteld zullen worden:Er is in het verleden heel wat fout gelopen in dit strafonderzoek. De familie verdient dat deze onwaarschijnlijke zaak wordt opgehelderd.’

In Soeur Mourir klinkt hetzelfde geluid bij de nabestaanden van de mogelijk veertien extra slachtoffers van zuster Godfrieda. ‘Waarom is die zaak nooit fatsoenlijk onderzocht? Ook na meer dan veertig jaar blijft dit binnen onze familie knagen.’

* Om privacyredenen wil A.V. niet met zijn volledige naam genoemd worden. Zijn identiteit is bekend bij de redactie.

Tom De Smet, Soeur Mourir, Borgerhoff & Lamberigts, 224 blz., 22,99 euro.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content