Waarom we zo moeilijk over erfenissen praten: ‘De ruzies gaan vaak niet echt over geld’

© James Albon
Karin Eeckhout

Over nalatenschappen praten blijft voor veel Vlamingen een taboe, maar dat zwijgen heeft een prijs. ‘Families vallen uiteen door misverstanden die te vermijden waren door er vooraf over te praten’, zegt jurist en fiscalist An Deneffe.

‘Natuurlijk zijn er fijnere dingen dan na te denken over de dag dat je er niet meer bent’, zegt An Deneffe van de Gezinsbond. ‘Niemand staat graag stil bij zijn eigen eindigheid. Een erfenis regelen houdt zoveel meer in dan geld of goederen verdelen. Er kunnen veel emoties en twistpunten naar boven komen, die mensen liever uit de weg gaan, zeker in meer ingewikkelde gezinssituaties.’

Los van het taboe lijken mensen ook niet altijd goed geïnformeerd. In de VTM-reeks Over geld gesproken valt op dat sommigen geen flauw idee hebben hoe ze er na een overlijden voor staan. 

An Deneffe: Dat klopt, en het is niet dat er geen informatie beschikbaar is. Ik denk dat mensen niet genoeg moeite doen om zich te informeren over financiële zaken, net omdat ze er liever niet mee bezig zijn. Zeker in het begin van een relatie zitten ze op een roze wolk en denken ze dat het allemaal vanzelf gaat.

Daarom denken koppels ook te weinig na over hun relatievorm. Als je feitelijk gaat samenwonen, dan moet je beseffen dat je als partners in principe niet van elkaar kunt erven. En dat jij, als je intrekt bij je partner, op straat staat wanneer die sterft. Tenzij je een en ander vastlegt bij de notaris, maar daarvoor moet   je dus wel eerst praten. 

Ik sprak onlangs met een vrouw die samen met haar partner een landbouwbedrijf runt. Ze wonen al heel lang feitelijk samen, hun kinderen zijn ondertussen tieners. Maar ze zijn nooit getrouwd, want ‘ze hebben dat boterbriefje niet nodig’. Dat is onzin, zeg ik dan. Die vrouw bouwt mee een bedrijf op. Ze wordt wel vergoed voor haar werk, maar ze heeft dat boterbriefje wél nodig om recht te hebben op haar stuk van het opgebouwde vermogen, als haar man zou wegvallen.

Hoe kan het beter? Wat kunnen mensen nu alvast doen om problemen later te vermijden?

Deneffe: Om te beginnen: wees niet bang om erover te praten. Informeer je eerst bij een notaris over de mogelijkheden en ga dan het gesprek met je familie aan, bij voorkeur met iedereen samen rond de tafel. Verduidelijk waarom je bepaalde keuzes wilt maken. Wil je de langstlevende partner beschermen, leg dan aan de kinderen uit dat je dat niet doet om hen iets te ontzeggen, want dat gevoel zullen zij misschien hebben. 
Geef iedereen de kans om zijn vragen, bezorgdheden en emoties te uiten, maar besef wel dat jij het recht hebt om te beslissen over je eigen vermogen, of anderen daar nu blij mee zijn of niet. Maar weet dat het altijd beter is om je beslissingen van tevoren te communiceren, want verrassingen na een overlijden komen nóg harder aan. 

‘Eén goed advies: ­als er een erfenis moet worden ­verdeeld, laat dan geen partners aan tafel toe.’

Na een overlijden nemen de emoties soms de overhand. Hoe ga je daarmee om?

Deneffe: Het is belangrijk om te beseffen dat iedereen op zijn eigen manier rouwt. De ene kruipt huilend in een hoekje, de andere wil het ouderlijk huis zo snel mogelijk leegmaken. Die verschillen kunnen tot onbegrip en wrevel leiden. Een goede regeling, die vooraf is doorgesproken, biedt houvast op zo’n moment. 

We gaan ervan uit dat ieder kind evenveel moet krijgen van een ouder. Maar soms zijn er goede redenen om het anders te doen? 

Deneffe: Als ouder ben je wettelijk verplicht om de helft van je nalatenschap gelijk over je kinderen te verdelen. Met de andere helft van je vermogen mag je doen wat je wilt. Je kunt dus beslissen om bepaalde kinderen meer of minder te geven. Misschien omdat ze eerder al een schenking hebben gekregen als voorschot op de erfenis. Of omdat de ene al op zijn achttiende is gaan werken, terwijl de andere lang gestudeerd heeft en je dat verschil wilt compenseren via de erfenis. Of misschien is er een kind dat bijzondere zorg nodig heeft. Dan kan het een goede oplossing zijn om in de nodige middelen voor de zorg te voorzien via de nalatenschap, liever dan dat broers en zussen iedere maand de factuur moeten betalen. 

Wat als een van de broers of zussen vindt dat hij of zij recht heeft op meer?

Deneffe: Dan wordt er geschermd met argumenten als ‘hij heeft langer mogen inwonen’ of ‘zij heeft elke week boodschappen gedaan voor mama en heeft dan altijd iets voor zichzelf mogen kopen’. Soms heeft een van de kinderen jarenlang voor de ouders gezorgd en verwacht het daarom iets meer te krijgen. Ook in die gevallen geldt: bespreek dat vooraf. 

In de praktijk zie je veel ouders die alles exact gelijk willen verdelen, net omdat ze bang zijn dat er na hun dood onenigheid ontstaat. 

Deneffe: Dat is inderdaad wat je vaak ziet, tot een van de kinderen het financieel moeilijk krijgt. Zo herinner ik me een dochter die er na haar scheiding plots alleen voor stond met vier kinderen. Daarop besliste haar moeder een huis te kopen en het haar tegen een spotprijs te verhuren. Maar toen die moeder stierf, zaten de andere kinderen als mede-eigenaren nog voor jaren vast aan dat goedkope huurcontract. Wat doen ze dan, met dat voordeel dat die ene zus geniet? Want dan oppert iemand dat moeder het communiefeest heeft betaald voor de zoon van een andere dochter. En voor je het weet zit je, ondanks de goede bedoelingen van de ouders, precies in die situatie waarin niemand zijn kinderen wil zien belanden.   

Erfrecht is zo explosief omdat het niet alleen over geld gaat, maar ook over de emoties die erachter zitten: ‘Zag vader die andere liever dan ik en krijgt die daarom meer?’ Geld wordt dan een middel om de liefde aan af te meten, en dat kan de onderlinge relaties voor altijd vertroebelen.

‘Het erfrecht is niet afgestemd op situaties die afwijken van het klassieke gezin.’

Ruzie over de erfenis kan in iedere familie voorkomen?

Deneffe: Helaas wel, zelfs in families waar iedereen ontzettend goed met elkaar opschiet. Eén goed advies trouwens: wanneer een erfenis moet worden verdeeld, laat dan geen partners aan tafel toe. Bespreek dat onder broers, zussen, stiefbroers en stiefzussen en hou de partners erbuiten, ook al voelen sommigen zich sterker of comfortabeler door de aanwezigheid van hun partner.

Bij samengestelde gezinnen is alles nog veel ingewikkelder, ook bij een erfenis?

Deneffe: Absoluut. Het helpt ook niet dat de wetgeving hopeloos achterloopt. Het erfrecht vertrekt nog altijd van bloedverwantschap en is niet afgestemd op – vaak voorkomende – situaties die afwijken van het klassieke gezin. In een erfovereenkomst of in een testament kun je een clausule opnemen waarin je in een samengesteld gezin de partner meer beschermt of, omgekeerd, net de kinderen meer bescherming biedt. Dat laatste kan de nieuwe partner dan weer ervaren als een gebrek aan vertrouwen. In heel wat samengestelde gezinnen raken zulke zaken maar niet geregeld omdat het allemaal zo gevoelig ligt dat de partners het gesprek blijven uitstellen. Of, nog erger: ze regelen het zonder het er met elkaar over te hebben. Zo ken ik een vrouw in een samengesteld gezin die haar man in een testament gedeeltelijk heeft onterfd. Hij krijgt het vruchtgebruik van het gemeenschappelijke huis en het deel dat ze hem niet kan ontnemen, maar de rest gaat naar haar kinderen, omdat ze vindt dat de erfenis die zij van haar moeder kreeg uitsluitend hen toekomt. Dat is perfect legitiem, alleen wil ik mij niet voorstellen hoe de sfeer zal zijn op het moment dat die man met dat testament geconfronteerd wordt. Bovendien maakt ze het ook moeilijk voor haar kinderen, die ondertussen een warme band met hem hebben opgebouwd.

In families ontstaan vaak ruzies na het overlijden van de langstlevende ouder. Hoe verklaart u dat?

Deneffe: Zolang die laatste ouder leeft, doet iedereen zijn best om de vrede te bewaren, uit respect voor die ouder. Het is pas na het wegvallen van de pater of mater familias dat een aantal frustraties naar boven komen. Soms gaan broers en zussen al in de clinch nog voor moeder of vader begraven is.  

Meestal gaan die ruzies niet echt over geld en wordt er een andere soort van rekening gemaakt: wie kreeg de meeste aandacht van de ouders? Wie heeft er het best voor de ouders gezorgd? Mensen willen dan erkenning voor wat ze hebben gedaan, of voor wat ze hebben gemist. 

Wat doe je met spullen die niet veel waard zijn maar die een grote emotionele waarde hebben?

Deneffe: Aan mensen die het huis van een overledene moeten leegmaken geef ik altijd de tip om eerst de waardevolle spullen eruit te halen. Kunstwerken, juwelen, de auto. Laat die schatten, en laat de erfgenaam die interesse heeft er een correcte prijs voor betalen. Dat geld gaat dan in een gemeenschappelijke portefeuille die achteraf verdeeld wordt.

Bekijk het ook pragmatisch. Je kunt niet alles tot de laatste lepel gelijk verdelen. Gaat iemands zoon of dochter net op kot? Geef die het bestek mee. Zijn er zaken met een emotionele waarde die meerdere erfgenamen willen? Dat kan de suikerpot van oma zijn die een handvat mist, de pan waarin ze elke vrijdag vis bakte, je moeders trouwring of je vaders horloge. Ook op die voorwerpen kun je een bedrag plakken en iedereen laten bieden. Op die manier druk je in geld uit hoe belangrijk iets voor jou is. Respecteer daarbij ook de emoties van de anderen.  Bied niet verder op die suikerpot waar je broer zo veel meer aan gehecht blijkt te zijn dan jij. Wees blij dat hij dat voorwerp zal koesteren. 

Vijf tips om met je familie te praten over je erfenis

1. Ga tijdig het gesprek aan over je nalatenschap.

Doe dat zo vroeg mogelijk en wacht vooral niet tot je op je sterfbed ligt. Pak zo’n gesprek voorzichtig aan. Kom één keer samen, laat iedereen even nadenken en kom daarna een tweede keer samen. Als het niet lukt onderling, zoek dan iemand van buiten de familie, of schakel een notaris of een andere professionele bemiddelaar in.

2. Wees transparant.

Wat je ook beslist, communiceer er open over. Leg uit waarom je bepaalde keuzes maakt, want anders ontstaan er misschien misverstanden omdat mensen achter die beslissingen intenties vermoeden die er niet zijn.

3. Verlies de emotionele waarde niet uit het oog.

Spullen zoals een oud theeservies of een familiejuweel kunnen een grote emotionele waarde hebben. Vergeet dus niet om ook te bespreken en vast te leggen wat daarmee zal  gebeuren. 

4. Bang voor ruzie? Stap naar de notaris.

Wil je niet het risico lopen dat de familie in ruzie uiteenvalt, dan kun je kiezen om een of meerdere gesprekken bij een notaris te hebben. Die zal naar ieders bezorgdheden luisteren en een oplossing zoeken waarin iedereen zich kan vinden. Zijn er onderlinge spanningen, neem dan ieder een eigen notaris. Dat kost geen euro extra, maar soms voelen mensen zich dan beter vertegenwoordigd. Vraag aan de notarissen om onderling te overleggen en tot een regeling te komen waarmee alle partijen kunnen leven.
5. Registreer je wensen bij een notaris.

Laat je wensen vastleggen in een testament of een erfovereenkomst en laat ze officieel registreren bij een notaris. Dat geeft meer zekerheid dan een handgeschreven brief, en je vermijdt dat er discussie ontstaat over de vraag of ‘moeder wel bij haar volle verstand was’ toen ze die brief schreef of, nog erger, dat hij nooit wordt teruggevonden.


 

Partner Expertise