Terwijl tienduizenden gezinnen wanhopig zoeken naar kinderopvang, slepen de structurele problemen aan: te weinig personeel, ruimte en middelen. Ook het Grondwettelijk Hof verwijst de nieuwe voorrangsregels van de Vlaamse regering nu naar de prullenmand.
‘Van een Vlaamse regering mogen we verwachten dat ze ongrondwettelijk beleid erkent en er alles aan doet om haar fout recht te zetten. Zo zou ze wat mij betreft actief op zoek mogen gaan naar mensen die getroffen zijn. Maar op dat vlak zie ik weinig gebeuren.’
Dagen na het arrest van het Grondwettelijk Hof zit het Lies Michielsen nog hoog. De advocate van Progress Lawyers Network vertegenwoordigde de Kinderopvangzaak, een coalitie van twintig groepen waaronder de drie grote vakbonden en de Vrouwenraad. Met succes vochten ze de nieuwe voorrangsregels in de kinderopvang aan, die onder de Vlaamse regering-Jambon werden ingevoerd.
Die regels moesten absolute voorrang geven aan werkende ouders. Gezinnen die minstens vier vijfde werkten of een dagopleiding volgden, kregen voorrang op de rest. Verder hoefden kinderdagverblijven niet langer minimaal 20 procent van hun plaatsen voor te behouden voor kwetsbare gezinnen. In het nieuwe decreet werd dat maximaal 10 procent – het mocht dus ook nul procent zijn.
De nieuwe regels werden overspoeld met negatieve adviezen van instellingen zoals de Raad van State en de SERV, het overleg van de Vlaamse vakbonden en werkgevers. Toenmalig minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) hield voet bij stuk. ‘De Vlaamse regering heeft de vingers in de oren gestoken en alle experts genegeerd’, zegt Michielsen. De twaalf rechters van het Grondwettelijk Hof roepen de regering in hun arrest nu een halt toe.
Schadeclaims
De vernietigde voorrangsregels gaven blijk van een te nauwe kijk van de politiek op kinderopvang, vindt professor gezinspedagogiek Jochen Devlieghere (UGent). ‘De opvang wordt gereduceerd tot een parkeerplaats waar je je kinderen kwijt kunt terwijl je gaat werken. En zeker, die economische functie is belangrijk. Maar naar mijn mening erkent het Hof ook dat de opvang een pedagogische én een sociale rol vervult. Kwaliteitsvolle kinderopvang helpt bij de ontwikkeling, en die positieve effecten zijn het sterkst bij kinderen in een kwetsbare situatie.’
‘Wie gedwongen moest thuisblijven en dus inkomen misliep door de vernietigde voorrangsregels, kan een schadeclaim indienen.’
De ironie wil dat de oude regels, die nu opnieuw van kracht zijn, óók voorzagen in voorrang voor werkenden. Ruim 90 procent van de kinderen in de opvang zit er op basis van het werk van de ouders. ‘Uiteraard is het belangrijk dat meer mensen aan het werk gaan’, zegt Jeroen Sleurs, directeur van de Gezinsbond. ‘Maar als je een harde knip doorvoert bij vier vijfde werken, vallen mensen die pakweg halftijds werken uit de boot. Bovendien werden alleenstaande ouders disproportioneel getroffen. Als kinderen in een kwetsbare situatie niet naar de opvang kunnen, stijgt het risico op een achterstand qua sociale vaardigheden en taal.’
De vernietiging van de voorrangsregels krijgt mogelijk nog een juridisch staartje. ‘Wie gedwongen moest thuisblijven en dus inkomen misliep, kan een schadeclaim indienen’, zegt advocate Michielsen. Hoeveel ouders getroffen zouden zijn, is niet bekend.
Passieven
Minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) neemt de tijd om het arrest ‘grondig te bestuderen’. Binnen de meerderheid van N-VA, Vooruit en CD&V valt te horen dat een nieuwe voorrangsregeling nodig is. ‘Minister Gennez is gebonden door het regeerakkoord: er moet een nieuw decreet komen’, zegt N-VA-parlementslid Koen Daniëls.
Om de juridische toets ditmaal wél te doorstaan, zou er binnen de categorie van werkenden meer nuancering gecreëerd kunnen worden, zegt CD&V-politica Katrien Schryvers. ‘Ouders mogen niet gedwongen worden om minder te gaan werken omdat ze geen opvang hebben. De beoordeling moet gebeuren in functie van de behoefte. Zo moet iemand die maar halftijds werkt slechts voorrang krijgen voor datzelfde aantal dagen kinderopvang.’ Ook zou er extra aandacht moeten komen voor de alleenstaanden. Voor oppositielid Egbert Lachaert (Open VLD) dringt de tijd: ‘Zonder oplossing geeft de Vlaamse regering de werkenden deels op voor de passieven.’
Opvallend is dat Gennezs partij Vooruit fel gekant was tegen de voorrangsregels in de vorige beleidsperiode, iets waar Groen en PVDA haar graag aan herinneren. Nu moet de socialistische minister redden wat er te redden valt. ‘Welzijn is een moeilijk beleidsdomein. Ik denk dat ze beseft dat het gemakkelijk is om hard te roepen, zoals Vooruit in de oppositie deed, maar dat oplossingen moeilijker zijn’, zegt Schryvers. ‘Vooruit wordt nu met de neus op de feiten gedrukt. Noem het een realitycheck.’
Zoals Gennez zelf meermaals herhaalt: in een wereld zonder tekort aan plaatsen, zijn voorrangsregels overbodig. Maar het capaciteitstekort blijft acuut, en dat zal wellicht niet gauw veranderen. Het huidige aanbod van ruim 93.000 plaatsen volstaat geenszins, zeggen experts.
Geïrriteerde De Gucht
‘We hebben ongeveer 30.000 plaatsen te kort’, zegt professor Devlieghere. ‘De impact is gigantisch. Uit onze bevraging blijkt dat in gezinnen die geen opvang vinden, in 90 procent van de gevallen de moeder het gelag betaalt.’ Dat betekent dat ze niet of minder zal gaan werken, of haar studie stopzet. ‘Deze crisis heeft een grote genderdimensie.’
Na dramatische gebeurtenissen in de kinderopvang, met de dood van een baby in de Gentse deelgemeente Mariakerke in 2022 als triest dieptepunt, gingen alle alarmbellen af. Een Toekomstgroep van experts en belanghebbenden tekende langetermijnplannen uit. Onder Crevits werd er 370 miljoen euro extra uitgetrokken. 5000 extra plaatsen was de doelstelling.
In het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse regering van Matthias Diependaele (N-VA) komt daar nog eens 200 miljoen euro bij. Onlangs kondigde Gennez aan dat zij 10.000 extra plaatsen wil creëren.
En toch volstaat die investering niet, zegt Heleen Struyven. Zij richtte het Crisiskabinet Kinderopvang op, bekend van de actie waarbij ouders wekenlang hun kinderen meenamen naar de publiekstribune van het Vlaams Parlement. De beelden van Jean-Jacques De Gucht (Open VLD) die gepikeerd reageerde op een kirrende baby gingen Vlaanderen rond.
‘Het is niet omdat we niet meer elke week in het parlement zitten, dat de crisis is opgelost’, zegt ze. ‘In tegenstelling tot wat soms wordt gesuggereerd hebben de “ongeziene investeringen” helemaal geen soelaas gebracht. De regering investeert nu honderden miljoenen. Wel, de Toekomstgroep schatte de nodige investeringen op 2 miljard.’ Struyven verwijst naar studies die aantonen dat elke geïnvesteerde euro op termijn een veelvoud oplevert.
Ook Jochen Devlieghere vreest dat de plannen tekortschieten. Hij schetst de sector als een ingewikkeld geheel waarbij de ene schakel onlosmakelijk verbonden is met de andere. Om te beginnen: tussen 2019 en 2024 zijn er geen plaatsen bij gekomen, maar net verloren gegaan – 1852 plekken om precies te zijn.
‘Extra plaatsen creëren is lovenswaardig, maar daarvoor heb je personeel nodig. Je opent toch ook geen klassen als er geen leerkrachten voor zijn?’ Volgens Devlieghere zijn er voor 10.000 extra plaatsen tussen de 2000 à 2500 extra begeleiders nodig. ‘En dat terwijl er nu al bijna 1500 vacatures openstaan bij de VDAB.’
1000 euro per maand
De kinderopvang is lang niet de enige sector die met personeelstekorten kampt. Alleen maakt het subsidiesysteem het extra moeilijk om gemotiveerd personeel te vinden én te houden.
Op dit moment valt de kinderopvang uiteen in twee grote categorieën. 85 procent van alle plaatsen betreft inkomensgerelateerde opvang: daar betalen ouders naar gelang van hun inkomen. De prijzen variëren tussen 6,5 en 36 euro per dag. In de niet-inkomensgerelateerde opvang, die minder overheidssubsidie ontvangt, betalen ouders meer. In Brussel zijn er crèches die 1000 euro per maand vragen.
Opvallend genoeg wordt personeel in die laatste categorie slechter betaald dan in de eerste. ‘Inkomensgerelateerde opvang biedt bovendien een hogere kwaliteit voor de kinderen dankzij de subsidies’, zegt Devlieghere.
En toch zal de Vlaamse regering ‘maar’ 6000 van de 10.000 nieuwe plaatsen voorbehouden aan de inkomensgerelateerde opvang. In de meerderheid wordt gewezen op de rol van de N-VA. Koen Daniëls: ‘Mogen ouders nog zélf kiezen naar welke opvang ze hun kind sturen? Als we al het geld in inkomensgerelateerde opvang zouden steken, zou dat minder renderen, want de niet-inkomensgerelateerde opvang kan met hetzelfde geld meer plekken openen.’
‘Door de subsidieregeling had ik medewerkers die voor krek hetzelfde werk een brutoloonverschil van 900 euro telden.’
De subsidieregeling leidt tot schrijnende situaties, zegt Evi Bercx, directeur van De Vijfling, dat drie kinderdagverblijven in Mechelen en één in Putte telt. Op een bepaald moment werkten verschillende van haar opvanglocaties via andere subsidiesystemen. ‘Ik had medewerkers die voor krek hetzelfde werk een brutoloonverschil van 900 euro telden. Bovendien hadden zij minder verlof en geen eindejaarspremie.’
Dat de Vlaamse regering niet snel korte metten maakt met het systeem, kan er bij Bercx niet in. ‘Waarom trekt de regering nog geld uit voor 4000 extra plaatsen in de niet-inkomensgerelateerde opvang? Er zijn nu al volop vacatures die niet worden ingevuld. Je zou wel gek zijn om op zo’n karig loon in te gaan.’
Kindratio
Nog zo’n schakel in het geheel: de beruchte kindratio. In 2014 werd die onder CD&V-minister Jo Vandeurzen opgetrokken tot 8 à 9 kinderen per begeleider. Een studie wees uit dat Vlaanderen de hoogste ratio telt in vergelijking met andere welvarende regio’s. De vorige regering besliste al om die stelselmatig te verlagen: vanaf 2027 naar een ratio van 1 op 5 voor leefgroepen met baby’s tot 1 jaar, 1 op 7 voor gemengde leefgroepen en 1 op 8 voor groepen met kinderen van minstens 1 jaar.
Devlieghere: ‘Een lagere kindratio staat garant voor een betere kwaliteit voor de kinderen én voor betere arbeidsvoorwaarden voor het personeel.’ Maar laat dat nu net de grote paradox zijn. Om meer personeel aan te trekken is er een lagere ratio nodig. En die kindratio kan alleen maar dalen door meer personeel.
Om dat te verwezenlijken, is er een gedetailleerd plan nodig, zegt directeur Bercx. ‘Ik ben dankbaar voor de stappen in de goede richting, maar veel organisaties zijn niet klaar voor de verlaging van de kindratio. Zelfs als je bijkomend personeel vindt, is het mogelijk dat de extra kinderen niet genoeg subsidies opleveren om het loon van dat nieuwe personeel te betalen.’
Kartonnen crèche
Er is ook de kwestie van de fysieke opvanglocatie, legt Filip Standaert uit. Als directeur Kinderopvang binnen de welzijnsgroep Helan overschouwt hij 69 crèches. ‘Voor 10.000 extra opvangplaatsen hebben we 130.000 vierkante meter nodig. En nu is het al verschrikkelijk moeilijk om geschikte panden te vinden.’
Kinderopvanglocaties moeten niet alleen betaalbaar zijn, maar liefst ook op gelijkvloers liggen en beschikken over een aansluitende buitenruimte. ‘Bovendien treden wij vaak in concurrentie met warenhuizen of andere commerciële actoren. Dat maakt het er niet makkelijker op.’
Als protestactie opende Helan op 1 april een crèche van kartonnen dozen in Gent. ‘De stad heeft ons twee jaar geleden plaatsen toegewezen in de wijk Dampoort. Nog steeds hebben wij niks gevonden. Dat is vooral jammer voor de ouders in de buurt.’ Volgens Standaert zouden lokale besturen meer kunnen doen in het aanbieden van hun patrimonium, zoals dat al gebeurt in Antwerpen.
‘Eigenlijk’, zegt Devlieghere, ‘zouden de politici eerlijk moeten zijn tegenover de bevolking. Het zou hen sieren als ze zouden zeggen dat ze nog 10 à 15 jaar nodig zullen hebben. Maar dan zullen ze wel de juiste lessen moeten trekken, ook uit het buitenland. Een historisch ondergefinancierde sector is niet één, twee, drie gered.’
De crisis in de opvang is dus niet voorbij. Nog jaren zullen ouders in spe – zodra er twee streepjes verschijnen op de zwangerschapstest – moeten beginnen rond te bellen om een crèche te vinden. Nog jaren zullen werkgevers kersverse ouders – en dan vooral moeders – langer moeten missen dan ze zouden willen. En nog jaren zullen grootouders, familieleden of vrienden onmisbaar blijven als noodopvang.