Premier Bart De Wever, zo zegt hij zelf, beweegt zich steeds liever op de Europese bühne. Onder meer met dank aan zijn voorganger Alexander De Croo.
Soms hebben gezworen vijanden veel meer gemeen dan op het eerste gezicht lijkt, zeker op inhoudelijk vlak. ‘Er is bad blood tussen ons’, zei Bart De Wever vorig jaar in de aanloop naar de verkiezingen tegen toenmalig premier Alexander De Croo (Open VLD) in het televisieprogramma Het Conclaaf. De Wever verweet De Croo woordbreuk, waardoor de N-VA vanaf oktober 2020 op de oppositiebanken belandde. ‘Leugens’, zo reageerde De Wever op de uitleg van De Croo, wanneer die zei dat de coronapandemie en institutionele avonturen een samenwerking met de N-VA in de weg stonden.
Maar in de politiek is een jaar een eeuwigheid, en dat blijkt vandaag eens te meer. Intussen heeft De Wever het stokje van De Croo in de Zestien overgenomen, komen de twee naar verluidt opnieuw overeen, én voelt De Wever zich net als De Croo tijdens zijn premierschap erg goed in zijn sas op het Europese toneel. Dat laatste heeft onder meer te maken, aldus De Wever vorige week op de HJ-Schoo-lezing van EW-Magazine in Amsterdam, met het feit dat er op het vlak van migratie en industrie een ‘gunstige wind’ door Europa waait.
Handelsbeurs
Dat heeft De Wever óók te danken aan zijn voorganger. Het was De Croo die, samen met zijn Spaanse collega Pedro Sanchez, de Italiaanse ex-premier Enrico Letta in 2023 de opdracht gaf om de tekortkomingen van de Europese interne markt bloot te leggen – tekortkomingen die De Wever vandaag verantwoordelijk acht voor de stagnatie in de EU. Het was ook De Croo die Europees Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen in februari 2024 uitnodigde voor een Europese industrietop in de Antwerpse Haven. Over die industrietop, en de bijbehorende Verklaring van Antwerpen, zegt De Wever vandaag dat die Von der Leyens ogen heeft geopend.
Het was De Croo die Europees Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen in februari 2024 uitnodigde voor een Europese industrietop in de Antwerpse Haven.
Op die industrietop op het bedrijventerrein van BASF was de toenmalige burgemeester van Antwerpen nauwelijks te bespeuren, maar bij de reprise dit voorjaar was de nieuwbakken premier niet van het toneel weg te slaan. Ditmaal, in de Antwerpse Handelsbeurs, stelde Von der Leyen er haar zogenaamde Clean Industrial Deal voor – een plan om de Europese industrie te reanimeren zonder de duurzaamheidsdoelen volledig ten grave te dragen. ‘De Handelsbeurs was ooit een economische motor, vandaag is het een plek voor ontspanning. Ik hoop niet dat die transformatie symbool komt te staan voor de Europese economie’, waarschuwde De Wever de vele aanwezigen.
Inhoudelijk verschilt dat weinig van wat in de Verklaring van Antwerpen staat: ‘Plaats de industrie in het hart van de volgende Europese strategische agenda, zorg voor eengemaakte Europese energie-strategie en voorkom administratieve regeldrift.’ En ook het Letta-rapport – samen met de zorgwekkende Europese economische cijfers en de mogelijke terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis – heeft ertoe bijgedragen dat de EU-leiders eind juni 2024 de verdieping van de interne markt als een Europese prioriteit opnamen in hun strategische agenda. Niet toevallig verwees Von der Leyen in haar State of the Union van woensdag ook naar het Letta-rapport om dringend actie te ondernemen.
Caïro
Ook op migratievlak verschillen De Wever en De Croo wat minder dan op het eerste gezicht lijkt, al zat De Wever al langer op de rechtsere Europese lijn die vandaag overheerst. De premier bepleit het Australische model, dat migranten verbiedt asiel aan te vragen in de EU als ze niet via legale kanalen komen. Een strikte toepassing daarvan, stelt hij, zal zo’n afschrikkingseffect hebben dat de levensgevaarlijke tocht over de Middellandse Zee niet langer aanlokkelijk is, en bijgevolg het verdienmodel van de mensensmokkelaars breekt. Daarvoor moet volgens De Wever wel het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens anders worden geïnterpreteerd.
De Wever wil het Mensenrechtenverdrag anders doen interpreteren: kan dat zomaar?
De Croo pakte het iets anders aan. Nog voordat onder het Belgische EU-voorzitterschap vorig jaar een akkoord werd bereikt over een strenger Europees Asiel- en Migratiepact, meende hij al dat de overeenkomst niet zou volstaan om de opmars van uiterst rechts te stoppen. Tot ongenoegen van zijn linkse coalitiepartners sloot hij, samen met onder meer Von der Leyen en de Italiaanse premier Giorgia Meloni, in Caïro een omstreden akkoord met de Egyptische president Abdel Fatah al-Sisi, om te verhinderen dat migranten de overtocht überhaupt nog konden maken.
Deals met dictators: werken de Noord-Afrikaanse migratieakkoorden van premier De Croo wel?
Net als De Wever wilde De Croo de verantwoordelijkheid voor de migratiestromen meer buiten Europa leggen.
Daarbij ging het niet zozeer om ontrading, zoals De Wever met zijn Australisch model beoogt, maar wel om striktere grenscontroles in Noord-Afrika. Die moeten voorkomen dat migranten uit onder meer Soedan via Egypte in Libië raken, vanwaar ze de boot nemen naar Europa. Puur cijfermatig, aldus experts, hebben zulke akkoorden ertoe bijgedragen dat het aantal asielaanvragen op Europese bodem de voorbije maanden aanzienlijk is gedaald. De Croo wilde met zijn akkoord in Egypte weliswaar voorkomen dat het Australisch model hier werkelijkheid wordt, maar net als De Wever wilde hij de verantwoordelijkheid voor de migratiestromen meer buiten Europa leggen.
Mr. Europe
In de EU blijven de Belgische belangen ook met een andere premier doorgaans ongewijzigd. Wél lijkt de ‘Eurorealistische’ De Wever zelf te zijn veranderd. Terwijl hij zich vroeger, onder meer vanaf ‘t Schoon Verdiep, ronduit kritisch uitliet over de EU, lijkt hij als premier vooral kansen te zien. ‘Ik moet toegeven, ik had dat zelf wat onderschat. Als je in Europa een beetje kunt bewegen, dan biedt onze ligging veel mogelijkheden om met de buurlanden een agenda na te streven, en je eigen agenda er ook wat binnen te smokkelen, je eigen belangen te verdedigen’, zei hij begin september bij VOKA.
Dat een Belgische premier het Europese toneel zo snel weet te ontdekken en waarderen, is geen nieuwigheid – ook bij De Croo, Charles Michel, Elio Di Rupo en Yves Leterme ging dat in het verleden relatief vlot. Wel hadden al die voorgangers van De Wever ervaring als federaal minister, en zo ook met de directe verhouding tussen België en Europa. Vertrouwelingen van De Wever noemen hem nu al Mr. Europe – ‘en hij is nog maar pas begonnen’, klinkt het. Voor het Belgische gewicht in de EU is dat alvast een goede zaak, met dank aan De Wever, maar ook aan, onder andere, Alexander De Croo.