Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘Waar extremistische populisten de lakens uitdelen, moet de rechtsstaat er als eerste aan geloven’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

‘Gelieve zich te onthouden van aanzetten tot angst en haat voor politiek gewin’, vat Kathleen Van Brempt (SP.A) een nieuw rapport samen over de fundamentele rechten in de Europese Unie. ‘Als nuance zoek is, winnen de extremen.’

Het Europees parlement vraagt “de lidstaten zich te onthouden van het aanzetten tot angst en haat onder hun bevolking ten opzichte van migranten en asielzoekers voor politiek gewin”. Het is behoorlijk ontnuchterend om deze zin te lezen in een rapport over de situatie van fundamentele rechten in de Unie in 2015 dat vorige week gestemd werd. Angst en haat als politieke wapens.

Volgens de Amerikaanse politiek psycholoog Drew Westen, auteur van The Political Brain, doet angst mensen politiek heftig naar rechts zwenken. Vooral ‘existentiële angst’, de angst voor de eigen sterfelijkheid, aangewakkerd door de terroristische aanslagen, doet mensen kiezen voor houvast en tradities die ze eerder bij rechts-conservatieve stromingen vinden.

‘Waar extremistische populisten de lakens uitdelen, moet de rechtsstaat er als eerste aan geloven’

Elke aanslag, zoals deze week opnieuw in Berlijn, versterkt die existentiële angst. Terwijl verantwoordelijke leiders trachten het hoofd koel te houden, om eendrachtig weerstand te kunnen bieden aan terroristen, misbruiken demagogen die angst om mensen woedend te maken en uit elkaar te spelen. Die woede mondt uit in hatelijkheden, zoals blijkt uit de onstuitbare stroom haatbootschappen op sociale media. Het rapport van het Europees parlement wijst dan ook nadrukkelijk op “de toename van haatpropaganda vanuit bepaalde instellingen, politieke partijen en media.”

Angst en woede zijn krachtige middelen om een bevolking politiek te manipuleren. “Politici die zeggen dat ze geen Syrische vluchtelingen meer binnen laten, zullen een belangrijk deel van de kiezers voor zich winnen,” zei Westen in 2015 in een interview met de Washington Post, “omdat het lijkt alsof ze de angst van de bevolking begrijpen. Het wordt dan steeds lastiger om genuanceerde standpunten in te nemen over vluchtelingen.” Als de nuance zoek is, winnen de extremen.

‘We zijn in Europa beland op het gevaarlijke kantelmoment waarbij de ‘politics of fear’ de instellingen ondergraven en zelfs het einde van het Europese project kunnen betekenen.’

We zijn in Europa beland op het gevaarlijke kantelmoment waarbij de ‘politics of fear’ de instellingen ondergraven en zelfs het einde van het Europese project kunnen betekenen. Populistische partijen worden slapend rijk. Nu ja, slapend is niet het juiste woord, want al lang bereiden extremisten zich voor om door te stoten naar de macht. Denk maar aan Silvio Berlusconi, de corrupte, rokkenjagende miljardair die in 1994 één miljoen extra jobs beloofde, maar in plaats daarvan Italië dieper in het moeras deed zinken. Of denk aan wijlen Jörg Haider die al in 1989 Landeshauptmann van de deelstaat Karinthië werd. De huidige Hongaarse leider Viktor Orban ‘rijpt’ al sinds 1988 in de pruttelpotten van het Europese extremisme.

De kiemen voor rechts-extremisme zijn lang geleden gezaaid, maar omdat ze slechts hier en daar de kop op staken en zelden een absolute meerderheid konden halen, bleef de schade beperkt. Maar ook daarom hebben we de mogelijke impact ervan onderschat. Volgens de Britse denktank Chatham House hebben deze extremistische groepen de afgelopen decennia strategieën en ideeën uitgewisseld, waardoor ze vandaag “in staat zijn innovatiever en effectiever in te spelen dan traditionele partijen” op de onvrede in Europa.

Het recept voor het nieuwe extremisme is merkwaardig maar zeer effectief. Het basisingrediënt is populisme, een opportunistische strategie die de bevolking opdeelt in twee groepen: de ‘corrupte elite’ en het ‘ware volk’ dat vertegenwoordigd wordt door een autocratische leider. Rechtse populisten kruiden deze populistische bouillon met een radicaal sociaal rechts én een economisch eerder links programma om een soep te bereiden die er makkelijk inlepelt. Dat geldt zowel voor het Front National in Frankrijk, Fidez in Hongarije, de PiS in Polen als bij ons het Vlaams Belang. Dat geldt trouwens evenzeer voor Trump in de VS, die zijn mosterd in Europa heeft gehaald, zoals overtuigend aangetoond werd door journalist Pieter Stockmans in MO*.

Onlosmakelijk verbonden met extremistisch populisme is de afkeer voor het pluralisme, dat in Westerse liberale democratieën beschermd wordt door instellingen die de menselijke waardigheid, vrijheid, de democratie, de rechtsstaat en het respect voor de mensenrechten verzekeren. Die ‘open Westerse samenleving’ voorziet in checks and balances om pluralisme alle kansen te bieden en minderheden te beschermen tegen de ‘dictatuur van de meerderheid’. Het is geen toeval dat de Hongaarse premier Viktor Orban zonder gène pleit voor een illiberale democratie of dat de Poolse minister van buitenlandse zaken Witold Waszczykowski waarschuwt tegen “een nieuwe mengelmoes van culturen en rassen, een wereld die bestaat uit fietsers en vegetariërs, die … alle vormen van religie bestrijden.” Het extremistisch populisme ziet het ‘ware volk’ immers als één gesloten blok van mensen die hetzelfde denken en zich op dezelfde manier gedragen.

Rechts-radicale populisten definiëren dat ‘ware volk’ langsheen etnisch-culturele lijnen die de identiteit van een volk of een natie bepalen. Die identiteitspolitiek staat haaks op het idee van universele mensenrechten. Die worden afgeleid uit het loutere feit dat iemand ‘mens’ is en daarom het recht heeft op een waardige behandeling. Universele rechten, zoals vastgelegd in internationale verdragen zijn daarom hinderlijk. Of zoals Bart De Wever het in 2015 zei voor de studenten van de UGent: “Het internationaal recht is een keurslijf dat ons belet om de dingen te doen die ik logisch vind.”

‘Waar extremistische populisten de lakens uitdelen, moet de rechtsstaat er als eerste aan geloven, zoals het geval in Hongarije of Polen.’

Het is diezelfde afkeer voor pluralisme en grondrechten die Groot-Brittannië ertoe aanzet om de Human Rights Act – de omzetting van het Europees mensenrechtenverdrag – te vervangen door een British Bill of Rights. In 2010 al zei David Cameron dat zo’n British Bill of Rights “de basiswaarden moet bepalen die ons onze identiteit geven als een vrije natie.”

Waar extremistische populisten de lakens uitdelen, moet de rechtsstaat er als eerste aan geloven, zoals het geval in Hongarije of Polen. Dat leidde in Polen het afgelopen weekend nog tot massale protesten omwille van de geplande inperking van de persvrijheid, het buiten spel zetten van de oppositie bij de stemming van de begroting en een politieke controle op het Grondwettelijk Hof.

In Hongarije verving Orban dan weer ‘activistische rechters’ door… andere activistische rechters, die ditmaal echter het activisme van de regeringspartij uitdragen. Rechters worden ‘vijanden van het volk’ zoals ook de Daily Mail hen omschreef toen het Britse Hooggerechtshof oordeelde dat het parlement de soevereine eindbeslissing heeft over het proces om de Brexit-procedure in gang te zetten. Ook in ons land wijzen populistische politici met alle gemak op het ‘wereldvreemde’ karakter van rechters.

Die aftakeling van de rechtsstaat is één van de grote bezorgdheden in het rapport over de situatie van de grondrechten in de EU. Het parlement pleit dan ook voor een EU-pact voor de democratie, de rechtsstaat en grondrechten dat jaarlijks landenspecifieke aanbevelingen geeft, zoals dat het geval is in het Europese semester. Het parlement wil ook een soort grondrechtentoetsing bij de opmaak van nieuwe wetgeving.

‘De Unie zou alvast doeltreffendere middelen moeten hebben om lidstaten die grondrechten met de voeten treden te sanctioneren.’

Europa heeft zich altijd geprofileerd als een waardenproject zoals bepaald in artikel 2 van het Verdrag – hoewel ze die pijler hopeloos heeft laten ondersneeuwen door haar economische project. Maar het blijft een feit dat Europese diplomaten overal ter wereld de rechtsstaat én fundamentele grondrechten uitdragen als een voorwaarde voor een vreedzame samenleving. Vandaag slagen we er zelfs binnen de Unie niet meer in die grondrechten te garanderen. De instrumenten die de Unie ter beschikking heeft om de afbraak van grondrechten tegen te gaan, zijn zwak, ingewikkeld en ondoeltreffend, wat extremisten die de macht hebben veroverd, nagenoeg vrij spel geeft. De Unie zou alvast doeltreffendere middelen moeten hebben om lidstaten die grondrechten met de voeten treden te sanctioneren.

Vertrouwen geven in een ‘open samenleving’

Het is eenvoudiger om de diagnose te stellen voor de situatie waarin we terecht zijn gekomen, dan het is om Europeanen weer vertrouwen te geven in een ‘open samenleving’ gebaseerd op fundamentele rechten. Europees waardenonderzoek toont aan dat Europeanen de afgelopen jaren niet beduidend xenofober of minder ‘open’ zijn geworden en dat een stem voor populistische partijen niet noodzakelijk betekent dat kiezers hun racistische waarden delen. Er zijn veel redenen waarom ze aangetrokken worden door populistische partijen. Ondermeer de bezorgdheid om hun job te verliezen of voor de vrees voor de afbrokkeling van de welvaartsstaat die voorziet in stevige sociale vangnetten. Europa moet die vrees, die inmiddels is omgeslagen naar angst ernstig nemen.

‘Europa heeft nood aan een sociaal vangnet dat in werking treedt als het vangnet van een lidstaat scheurt.’

Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt geworden voor veel Europeanen, zeker nu terrorisme, conflicten aan onze buitengrenzen en moeilijk controleerbare migratiestromen de samenleving onder druk zetten. Europa heeft de afgelopen maanden terecht werk gemaakt van een verbeterde samenwerking inzake terrorismebestrijding, Europese defensie én de gezamenlijke bescherming van de Europese buitengrenzen.

Maar we mogen ons niet laten verleiden veiligheidskwesties uitsluitend te vertalen naar repressieve veiligheid. Zoals de meeste ouders weten, is de veiligheid die hun kinderen nodig hebben, het beste gebaat bij zorgzaamheid. Dat is niet anders voor volwassenen. Zich beschermd weten tegen tegenslagen in het leven of zich geen zorgen hoeven te maken over hoe je doorheen de volgende dag zult spartelen, is minstens even belangrijk, zoniet belangrijker. Dergelijke zorgzame veiligheid moet Europa inbouwen als het gaat over sociale zekerheid of de strijd tegen ongelijkheid en armoede. Europa heeft daarom ook nood aan een sociaal vangnet dat in werking treedt als het vangnet van een lidstaat scheurt. Het Europese herverzekeringsmechanisme dat Frank Vandenbroucke daarvoor uitgewerkt heeft, opent die piste naar de versterking van een Europese Unie van Welvaartsstaten.

‘Als we er van blijven uitgaan dat Europa louter een markt is waarin burgers slechts pionnen zijn om een economie winstgevend te houden, staan ons bange tijden te wachten.’

Veiligheid heeft net zozeer te maken met de bescherming van onze welvaartsstaten tegen belastingfraude en -ontduiking of tegen het misbruik van belastingsystemen door multinationals. We kunnen niet van burgers verwachten dat ze de rechtsstaat omarmen als ze nagenoeg dagelijks ervaren dat diezelfde rechtsstaat financiële witteboordencriminelen vrij spel geeft. Op al die thema’s boekt Europa te weinig vooruitgang. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de onwil van de lidstaten, maar net zozeer met de compromispolitiek op het Europese niveau. Die leidt tot verwaterde beleidskeuzen die de Europeanen alvast niet het signaal geven dat hun bekommernissen ernstig worden genomen.

Het afspringen van de zogenaamde Grote Coalitie tussen de Europese sociaal-democraten en christen-democraten, die vaak verantwoordelijk was voor die verwaterde compromispolitiek, biedt de Europese sociaal-democratie alvast de kans om alternatieve coalities te zoeken die progressieve beleidsvoorstellen mogelijk maken. Die moeten de open samenleving die we in Europa koesteren, verzoenen met de terechte vrees en bekommernissen van de Europeanen en daarom die Europese burgers centraal stellen. Als we er van blijven uitgaan dat Europa louter een markt is waarin burgers slechts pionnen zijn om een economie winstgevend te houden, staan ons immers bange tijden te wachten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content