Van buurt­bewoner tot ‘beroeps­betoger’: wat blijft er over van het recht op protest?

Deurne, augustus 2025. 'Als een overheid vreedzaam protest niet faciliteert waar het relevant is, zoeken burgers andere wegen om protest ­voelbaar en zichtbaar te maken.' © BELGA

Noem ze nimby, beroepsactivist of idealist. Maar vergeet niet dat ze ook rechten hebben, schrijft filosoof en auteur Suzanne Roes, die zelf na vreedzaam protest in haar onderbroek in een cel belandde.

Het geroezemoes op straat wordt overstemd door een kettingzaag. Het is 19 augustus en de buurtbewoners van Deurne Zuid staan buiten in de felle zon te kijken hoe de bomen van hun straat worden uitgekleed en omgehakt. Stad Antwerpen wil een tramkeerlus in Deurne. Duizenden bezwaarschriften liggen nog op een oordeel te wachten, maar de kap van oude bomen is al in volle gang.

Een dag later loopt de handhaving van het protest volledig uit de hand. Buurtbewoners worden door de politie geduwd of in het nauw gedreven. De ambulance moet meerdere malen uitrukken. Er worden in de loop van die dagen tien burgers gearresteerd. Een van hen ben ik.

‘Geen hotel’

Ik ben nog nooit eerder gearresteerd en het machtsvertoon overvalt me. Zes politieauto’s en een arrestatiebusje rukken uit voor drie mensen. We liggen roerloos onder een boom – niemand maak aanstalten om geweld te gebruiken. Twee keer word ik gefouilleerd naast de omgekapte bomen op straat. Daarna nog een keer op het bureau.

Mijn jumpsuit is niet geschikt voor de cel, ik zou mezelf kunnen ophangen, vertelt een vrouwelijke agent niet aan mij, maar aan haar collega. Uitgekleed tot alleen een onderbroek vraag ik of er vervangende kleding beschikbaar is. De mannelijke agent in de fouilleerruimte zegt spottend ‘dat het hier geen hotel is’. Uiteindelijk krijg ik een grote, warme, onhandige deken.

De agenten laten mij achter in een groepscel samen met de vrouw met wie die onder een boom lag. Zij heeft geluk, ze kon haar shirt en broek aanhouden. Na enkele uren brengt een jonge agente me alsnog een trui. Daarna begint het wachten. In het cellencomplex is er geen manier om te zien hoe laat het is. Buiten is de zon al onder. Zo’n acht uur na onze arrestaties, als het publieke bomenprotest van de avond voorbij is, worden we samen vrijgelaten.

Activist of burger?

k blijf achter met veel vragen over dat grillige politieoptreden. Een kleine rondvraag leert dat de politie bang was van ‘beroepsbetogers’ – er was inderdaad iemand aanwezig van de activistische klimaatbeweging Extinction Rebellion (XR). In sommige kringen wijst de term ‘beroepsbetoger’ naar mensen die vaak  deelnemen aan betogingen. Open VLD-politica Gwendolyn Rutten noemde het begin oktober in De Afspraak nog ‘professioneel activisme’. Ze vond het onoprecht overkomen als mensen voor meerdere thema’s de straat opkomen.

Zelfs al zijn het ‘beroepsbetogers’, hebben zij dan niet dezelfde rechten?

In het rechtse milieu hangt dat beeld samen met de complottheorie: linkse groepen zouden mensen mobiliseren door ze te betalen om op straat te komen. Ook de Antwerpse burgemeester Els Van Doesburg (N-VA) neemt het verhaal over om het machtsvertoon door de politie te verantwoorden.

Maar zelfs al zijn het ‘beroepsbetogers’, hebben zij dan niet dezelfde rechten? En kun je hun aanwezigheid gebruiken om de rechten van andere betogers te schenden? Door mijn onderzoek naar mensen die om ethische redenen de wet overtreden, leerde ik veel activisten en hun supporters kennen. Zijn dat beroepsbetogers? Geen van hen wordt voor hun protest betaald.

Lachen naar het vogeltje

Op 19 mei ben ik aan het Antwerpse justitiepaleis, waar een zaak tegen XR afgehandeld wordt. Op de trappen aan het gerechtsgebouw is een groep mensen verzameld die de activisten willen steunen. Ze maken zich zorgen over het klimaat, maar ook over hun privacy. De gesprekken gaan over Britse spionagepraktijken, waarbij undercoveragenten zelfs huwden en kinderen kregen met activisten om in de beweging te infiltreren.

‘Ook al ben je nergens voor veroordeeld’, zegt een man aan het gerechtsgebouw, ‘toch loop je de kans om behandeld te worden als een crimineel.’

‘Lach eens naar het vogeltje!’ roept een sympathisant en hij wijst naar een man met een camera tien meter verder bij de ingang van het gerechtsgebouw. Van de omstanders hoor ik dat de fotograaf voor de Politiezone Antwerpen werkt. Ik vraag het later aan de persdienst van de politie, en zij bevestigt dat. 

Activisten en hun medestanders mogen, zoals iedereen, rechtsprocessen bijwonen. Zo kunnen ze nagaan of de verdachten een eerlijk proces krijgen. Maar de fotograaf maakt een barrière voelbaar: wie niet met de klimaatactivisten geassocieerd wil worden, blijft beter thuis. ‘Ook al ben je nergens voor veroordeeld’, zegt een man aan het gerechtsgebouw, ‘toch loop je de kans om behandeld te worden als een crimineel.’

In de Antwerpse rechtszaal staan drie activisten terecht voor kwaadwillige belemmering van het verkeer tijdens een protest. In 2023 blokkeerde XR de ingang van een parking bij een rotonde in Antwerpen. Ze gebruikten armlocks en een tripod waardoor het voor de politie moeilijker is om hen te verwijderen.

Natuurlijk is het verboden om het verkeer te hinderen. Niemand in de zaal ontkent dat de wet is overtreden. Maar de vraag is of de verkeersbelemmeringen onder het recht op protest vallen. ‘Je klaagt het beleid aan door doelbewust de wet te overtreden’, legt een van de beklaagden uit. ‘Ik doe dit niet voor mezelf.’

Klimaatprotest in Brussel. ‘Als de politie zelf geweld gebruikt, volgt er opvallend vaak een preventieve klacht voor weerspannigheid. Of hoe fysiek geweld tot extra juridisch geweld leidt.’ © ZUMA Press

‘Weapon of the weak’

XR protesteerde tegen het vliegveld van Deurne. De omstreden luchthaven, die voornamelijk gebruikt wordt voor privéjets, draait al jaren verlies, en is sinds de privatisering afhankelijk van subsidies. Belastingbetalers betalen dus mee aan de vluchten van rijke privégebruikers. Hoe kun je daar als burger nog tegen protesteren?

Er blijven nauwelijks middelen over. Daarom volg ik de activisten in hun keuze voor burgerlijke ongehoorzaamheid. De filosoof Bas van Stokkom noemt het een weapon of the weak: een manier om weerstand te bieden aan logge, haast onbeweegbare instituten – luchthavens, big oil, de agro-industrie. Die beschikken niet alleen over machtige lobby’s, maar ook over een sterke onderhandelingspositie. Wie als burger druk wil uitoefenen, heeft zwaarder geschut nodig dan de demonstraties die wél vergund worden. 

Want in België worden protesten op zichtbare of centrale plekken steeds vaker verboden of naar de rand van de stad geduwd. Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens en Amnesty International hebben daar al hun bezorgdheid over geuit. Ik zie het zelf ook gebeuren: betogingen verdwijnen uit het zicht, net als de burgers die ze dragen. Een overheid die vreedzame protesten wil, moet ze faciliteren waar ze relevant zijn. Anders is het logisch dat burgers andere wegen zoeken om demonstraties voelbaar, zichtbaar en relevant te maken.

Facebook

Een week later sta ik opnieuw in het justitiepaleis. Deze keer gaat het over een actie van Code Rood, tegen hetzelfde vliegveld in Deurne. De sfeer is strijdlustiger, omdat er verbazing heerst over drie van de vijf beklaagden. Ze waren niet bij de actie aanwezig, zeggen ze. Hun profielfoto’s zouden ‘herkend’ zijn door de politie via de Facebookprofielen van aanwezige activisten.  

Twee van hen zijn al over de zeventig, de derde woont in Spanje. Geassocieerd worden met een activistische beweging komt met risico’s, besef ik, als ik zie hoe aangedaan de beklaagde zeventigplusser op het proces is. Je wilt niet aan de verkeerde kant belanden van de onzichtbare scheiding tussen burger en activist. 

De mensen die wel bij de actie aanwezig waren hebben het vliegveld nooit bereikt. Ze waren nog onderweg toen de groep door de politie werd tegengehouden. Ze waren niet gewelddadig, vinden ze zelf, maar ze lieten zich ook niet makkelijk tot stilstand brengen. De politie zag dat als een vorm van weerspannigheid, en reageerde met geweld. Een beklaagde vertelt me hoe hij, verblind door de pepperspray, ging zitten met zijn handen boven zijn hoofd om zich te beschermen. Zijn arm en meerdere vingers werden gebroken door de wapenstok van een agent. Vandaag is hij een van de beklaagden voor weerspannigheid.

De politie ontkent het geweld niet, maar ziet het als een proportionele reactie op de technieken van Code Rood.

Preventieve klachten

Na de rechtszaak vertelt een advocaat van een van de activisten me dat er opvallend vaak voor weerspannigheid wordt aangeklaagd als de politie zelf geweld gebruikt. Fysiek geweld leidt in dat geval voor hetzelfde slachtoffer tot extra juridisch geweld. 

De band tussen politiegeweld en klachten van weerspannigheid is natuurlijk moeilijk te bewijzen. Zaken over politiegeweld worden snel woord tegen woord en daarbij zal het woord van politieagenten meestal zwaarder wegen dan dat van een betoger of burger. Maar de verleiding is er. Politiegeweld moet altijd proportioneel en noodzakelijk zijn. Daardoor lijkt het geweld gerechtvaardigd zodra het slachtoffer als weerspannig wordt gezien. Zo ontstaat er een perverse prikkel: wanneer je als politieagent buitenproportioneel geweld gebruikt, is een preventieve klacht dé manier om jezelf tegen consequenties te beschermen.

 Die prikkel baart mij zorgen, want illegitiem politiegeweld bestaat. Dit voorjaar werd de Belgische staat veroordeeld tot schadevergoedingen bij politiegeweld. Amnesty International eiste deze maand een onderzoek naar politiegeweld bij de Flotilla-betogingen in Brussel voor noodhulp aan Gaza. Zelfs politievakbond ACOD maakt zich zorgen over het politieoptreden bij verschillende recente protesten en vraagt een parlementair onderzoek. De slachtoffers bij Code Rood en bij de bomenkap in Deurne zijn met andere woorden geen uitzonderingen.

De Code Rood-activisten worden in Antwerpen uiteindelijk vrijgesproken, door gebrek aan bewijs van hun aanwezigheid of van weerspannigheid. Minder goed nieuws is er voor de XR-activisten die bij de rotonde aanwezig waren: ze worden schuldig bevonden, en krijgen een uitgestelde gevangenisstraf en boete, ook al had het OM een taakstraf gevraagd. Met hun actie bracht het trio volgens het vonnis andere weggebruikers in gevaar. Op een weg waar je dertig per uur mag rijden een ingang van een parkeerterrein blokkeren, zien de activisten zelf niet als gevaarlijk. Ze vinden dat het onder het recht van protest moet vallen. Ze hebben dan ook beroep ingediend. 

Perfecte eiser

Een paar dagen na de bomenkap in Deurne word ik gebeld door iemand van een advocatenkantoor. Dat ik mij van de politie tot mijn onderbroek moest uitkleden, was niet volgens de regels, vertelt ze mij. Enerzijds ben ik opgelucht, anderzijds maakt het me nog bozer. Ik krijg te horen dat het een interessante zaak is om voor de rechtbank te brengen: een ‘burgerprotest’ waarbij alle mogelijke middelen zijn uitgeput voordat naar dit laatste redmiddel van protest werd gegrepen. Een protest als dit is heel geschikt om politiegeweld en -wangedrag aan te kaarten die ook in andere situaties voorkomen. Het viel mij al eerder op hoe sympathiek Antwerpenaren achteraf tegenover dit protest stonden. Kranten schreven er positief over, zelfs vanuit rechtse hoek werd het optreden van de stad afgekeurd.

Als eiser kun je maar beter een perfect profiel hebben. Hoe minder je voldoet aan het plaatje, hoe kleiner je kans om te winnen.

Het telefoontje doet mij denken aan ‘de perfecte eiser’ van mensenrechtenadvocaat Nani Jansen Reventlow. ‘Er is een heersend maar niet altijd uitgesproken gevoel dat iemand onberispelijk moet zijn om een beroep te kunnen doen op onze rechtssystemen en zo hun rechten te kunnen opeisen’, schrijft ze. Als eiser kun je maar beter een perfect profiel hebben. Hoe minder je voldoet aan het plaatje, hoe kleiner je kans om te winnen. En dus ook, hoe kleiner de kans dat advocaten jouw zaak willen voorbrengen op een manier die bij jouw belangen aansluit.

Jansen Reventlow geeft het voorbeeld van de juridische strijd voor huwelijksgelijkheid in de VS. Niemand van de eisers was butch of flamboyant, laat staan dat er een dragqueen bij een van de koppels zat. ‘Vier kwaliteiten maken hen doorsnee-aantrekkelijk, vooral voor een overwegend heteropubliek: ze zijn all-American, lijken aseksueel, velen hebben kinderen en allen zijn (naar verluidt) apolitiek.’ Daar zijn ze dan, de respectabele apolitieke burgers.

Voorwaardelijk

Zouden die advocaten me ook gebeld hebben als het geen protest van buurtbewoners was? Wat als mensen er niet stonden voor de belangen van hun buurt, maar voor beter klimaatbeleid of nog erger, klimaatrechtvaardigheid? Ik ben blij met het telefoontje – natuurlijk – maar had het kantoor onze zaak dan ook zo kansrijk gevonden?

Jansen Reventlow benadrukt hoe zwaar het plaatje van de perfecte eiser op mensen van kleur weegt, maar ook activistisch engagement heeft duidelijk zo’n effect. Wie tot een minderheid behoort én zich om de wereld bekommert, heeft nog minder kansen. Als je je recht wilt halen, kun je beter tonen dat je vrede hebt met de status quo, alleen niet met het specifieke onrecht dat jou is aangedaan. Wie te vaak of te hard protesteert verliest zonder pardon het recht op een menselijke behandeling én het recht op protest. Want dan ben je een beroepsbetoger. De witte buurtbewoner, daarentegen, is de perfecte eiser als een protest – of de handhaving ervan – een keertje uit de hand loopt.

Maak u geen illusies. Als het recht op protest voorwaardelijk is, dan raakt dat iedereen. Want zelfs als buurtbewoner mag je niet te hard op directe betrokkenheid leunen, want dan ben je een nimby (’not in my backyard’). Het koord waarop je moet balanceren om te mogen protesteren, is beangstigend slap.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise